Advertentie

Burgeramendement als noodrem

Het instrument burgeramendement blijkt in Zeist ‘een intensief proces dat veel tijd en aandacht kost’. 'Maar ook een mooi drukventiel.’

12 oktober 2023
foto burgeramendement Zeist Johan Janssen
Onderling overleg tussen indieners en raadsleden en een meeluisterende wethouder (links) tijdens een schorsing van het debat over de burgeramendementenJohan Janssen

In de gemeenteraad van Zeist is het sinds eind vorig jaar mogelijk om een burgeramendement in te dienen. Als vijftig medeburgers zich erachter scharen, kunnen zij hun voorstel zelf bepleiten ten overstaan van de raad. Ervaringen van direct betrokkenen lopen uiteen. ‘Het was geven en nemen.’

Projectmanager Stadspark

JS Consultancy
Projectmanager Stadspark

Incidentmanager Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

JS Consultancy
Incidentmanager Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

Bezuinigingsdialoog

Het bestuur van Zeist en de lokale samenleving stonden in 2005 lijnrecht tegenover elkaar. Inwoners deelden de groei- en bouwambities van het bestuur niet. ‘Soms werd het onaangenaam’, weet griffier Johan Janssen. Onder leiding van burgemeester Koos Janssen gooide Zeist het roer om. Raadsleden en ambtenaren kregen training in ‘interactieve beleidsvorming’. Het leidde tot de ‘bezuinigingsdialoog’ waaraan honderd inwoners meededen. Er volgden de Maaltijd van Zeist, een inwonersakkoord en burgerberaden over bezuinigingen en de jaarwisseling.

50 steunbetuigingen

Vorig jaar kwam daar bij wijze van experiment het burgeramendement bij: een laatste kans voor burgers in het participatieproces. Met steun van ten minste vijftig stemgerechtigde inwoners kunnen ze een concreet amendement in te dienen bij de gemeenteraad en dat zelf bepleiten in het debat en bij de besluitvorming in de raad. Formeel wordt het ingediend door de plaatsvervangend raadsvoorzitter, D66-raadslid Dick van Ginkel. In het eerste burgeramendement lagen opnieuw de groeiambities van Zeist onder vuur.  Vijf betrokkenen blikken erop terug, elk vanuit hun eigen rol. Wat voegt een burgeramendement toe aan het participatie-instrumentarium van gemeenten?

Mensen werden voor rotte vis uitgemaakt

Plaatsvervangend raadsvoorzitter Dick van Ginkel

De plaatsvervangend voorzitter

‘Ruzie in Zeist gaat bijna altijd over ruimte: woningbouw en verkeerswijzigingen’, vertelt het D66-raadslid Dick van Ginkel. ‘Daar zit veel hitte en dat leidt tot onvrede en acties.’  Hij bracht het amendement in en droeg het. Na de eerste besprekingen met de indieners, enkele buurt- en groenverenigingen, had Van Ginkel er ‘een hard hoofd in’. De indieners waren ‘juridisch geschoolde professionals die er met gestrekt been in gingen’. Ze hadden grote bezwaren tegen de groeidoelstellingen van de gemeente die voortkwamen uit de omgevingsvisie. Als onafhankelijk voorzitter kostte het Van Ginkel moeite de emoties in de hand te houden. ‘Er kwam veel oud zeer naar boven. Mensen werden voor ­rotte vis uitgemaakt.’

Daar moesten de ­bestuurders even ‘doorheen’. De onderhandelingen gingen ‘een beetje in het openbaar’. Er moest overeenstemming ­komen over ambities en richting de uitvoering moest inspraak en participatie worden gerealiseerd. ‘Het college hield de poot lang stijf, maar bewoog aan het eind genoeg om tot formuleringen te komen waardoor er brede steun kwam. Het was geven en nemen. Op ambities in de omgevings­visie is niet toegegeven, maar in de uitwerking naar omgevingsplannen is ruimte ­geboden voor de samenleving. Dat wordt nog een hell of a job in de uitvoering.’  Van Ginkel noemt het burgeramendement ‘een intensief proces dat veel tijd en aandacht kost’. Maar ook een ‘mooi drukventiel’.

Er komen witte hoogopgeleide mannen op af

PvdA-raadslid Wilma Breddels

Het kritische raadslid

PvdA-raadslid Wilma Breddels vindt de representativiteit bij het burgeramendement onvoldoende geborgd. ‘Er staat in de verordening geen bepaling over belangen. Iemand uit Den Dolder kan tegen hoogbouw in het centrum van Zeist zijn.’ Daarbij vindt ze vijftig handtekeningen veel te weinig. ‘Ik vind het logischer om het aantal stemmen voor een raadszetel te hanteren, ongeveer achthonderd.’ Hoewel ze er zelf niet aan deelnam, vond ze het hele proces rond het burgeramendement een ‘chaos’.

Ze wijst erop dat in een amendement stond: adviesgroep instellen met ­burgers, ambtenaren en raadsleden, en dan voor een zekere datum een raadsvoorstel indienen. ‘Thorbecke zou zich omdraaien in zijn graf.’ Dat amendement is uiteindelijk ingetrokken. Twee andere zijn afgeslankt blijven bestaan. ‘Er is heel lang over gesproken tot er eindelijk een rijp voorstel was.’ Het burgeramendement is een experiment. ‘Daar moeten we het bij laten’, aldus Breddels. ‘Het werkt ondemocratisch uit en is te ingewikkeld. Er komen oude, witte hoogopgeleide mannen op af. In theorie is het open, maar in de praktijk niet.’

Het burgeramendement is een buitengewoon effectief middel

Wim de Braak, een van de indieners van het burgeramendement

De indieners

‘We faciliteren bescherming van het goede leven in Zeist en zijn gericht op het moderniseren en het verbeteren van participatieprocessen’, verklaart voorzitter Wim de Braak de grondslag van Stichting Beter Zeist, een platform voor verschillende buurt- en groenverenigingen in de ­gemeente. ‘Er wordt veel geluisterd in ­bestuurlijk Zeist, maar niet veel gehóórd, zeker rond de omgevingsvisie.’ Dat is de clou van het burgeramendement, vindt De Braak. ‘Onze zienswijzen zijn niet of incompleet beantwoord en toezeggingen uit bijeenkomsten zijn niet altijd nagekomen.’ De Braak vindt het burgeramendement ‘zinvol’, omdat het een laatste mogelijkheid is om ‘formeel onze kernpunten over te brengen’. Je moet wel wat kunnen, concludeert hij. ‘Onze werkervaring is breed en voldoende om de processen te snappen, maar niet iedereen zal zich er ­senang bij voelen om te spreken in een voltallige raad met camera’s erbij en om met raad en college te debatteren.’ ­

Sommigen zien de stichting als ‘nimby-­organisatie’, ‘maar we zijn een anbi-organisatie, voor het algemeen nut’, aldus De Braak. ‘Dat kwartje moet vallen bij de raad, het college én bij de ambtenaren, want dat zijn de uitvoerenden. Daarin zijn we goed op weg.’ Maar vier maanden later hebben het college en de raad nog geen contact met de indieners opgenomen. Het lijkt hem daarom goed in de procedure ook ‘de opvolging’ vast te leggen. Het burgeramendement is vooral een ‘noodrem’, vindt hij. ‘Als het effect is dat raadsleden begrijpen waar het over gaat, dan is het een buitengewoon effectief middel.’ Hij moedigt andere gemeenten aan het instrument ook te benutten. ‘Het is goed dat je kunt laten zien dat er buiten het gemeente­bestuur betrokken burgers zijn met inhoudelijke meerwaarde.

Lees ook de ervaring van de wethouder en de griffier deze week in BB19 (inlog).

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie