Een Haagse Kwestie
De lokale politiek ligt regelmatig onder het vergrootglas. Zo hoort het ook. Onontkoombaar is dat verhalen met ‘ellende’ met stip bovenaan staan. De laatste weken kunnen we dan ook weer smullen van de bestuurscrisis in Den Haag.
De lokale politiek ligt regelmatig onder het vergrootglas. Zo hoort het ook. Onontkoombaar is dat verhalen met ‘ellende’ met stip bovenaan staan. De laatste weken kunnen we dan ook weer smullen van de bestuurscrisis in Den Haag.
Vaak wordt een beeld geschetst van gekozenen die er een rommeltje van maken. Dat klinkt ook door in de gelekte tekst van de commissaris van de koning over de raad van Den Haag. Natuurlijk zie ik gemeenteraden die zich laten gijzelen en verlammen door één of enkele querulanten in hun midden. Of leden die niet bereid zijn alles uit zichzelf te halen voor de publieke zaak. Of een raad die te maken heeft met een lid die respectloos uit het oog verliest welke plek hij in de raad inneemt en onevenredig veel tijd van zijn collega’s vraagt.
En toch doet het negatieve beeld raadsleden geen recht. Ik ontmoet in mijn werk bevlogen mensen die het beste voor hun gemeente willen. Wel met al hun verschillen. Dat kan ook niet anders want ‘het raadslid’ bestaat niet. Kijken naar een gemeenteraad biedt altijd een inkijk in de gemeente(raads)cultuur. Daar over oordelen vraagt wijsheid. Vanuit het besef dat het instituut raad voor onze lokale democratie belangrijk maar ook kwetsbaar is. Dan is een kritische houding gericht op verbetering essentieel. Maar helpt het niet wanneer bestuurders zich denigrerend over raden uitspreken. Zeker zij moeten weten dat ‘zo’n’ raadsvergadering te maken heeft met taken en kwaliteiten, met faciliteiten en cultuur. Want het gaat in wezen over het wel of niet hebben van een eigentijdse positie als gemeenteraad.
En die positie van de raad heeft al zo weinig aandacht. Misschien dat de Haagse bestuurscrisis wel kan bijdragen aan die noodzakelijke aandacht. Hoewel bij een crisis is het antwoord op de essentiële vraag of we wel de goede dingen doen, laat staan ze goed doen, vaak ver weg. En er steeds harder ‘wordt gedaan’ wat we altijd al deden. En zoals bijna altijd gebeurt “door een rietje” naar de kwestie wordt gekeken.
Terwijl een goede crisis kan helpen in de breedte kritisch te kijken naar het lokale representatieve systeem. En hoe een gemeenteraad in het lege midden van het publieke domein (zie ook www.pruimpraat.nl) kan treden. Dus eindelijk eens spreken over de taken van de gemeente(raad). Die door de decentralisaties en de veelvoud aan medebewindstaken weinig autonomie meer kent. De kwaliteitsvraag aan de orde durven stellen. Met het werven en selecteren van kandidaten dat zich nu in de black box van de politieke partijen afspeelt. Met de ontwikkelingsmogelijkheden van het vakmanschap van een raadslid. De faciliteiten voor de raadsleden onder ogen zien. Met de stapeling van ondersteuning- en beloningselementen voor raadsleden. Met de bekostiging van (lokale) partijen. Maar ook bijvoorbeeld het effect op het raadslidmaatschap onderkennen van de goed betaalde toezicht industrie bij de vele instellingen in het gemeentelijk publiek domein.
Misschien inspireert de bestuurscrisis in de gemeente Den Haag, de Staten- en Kamerleden in diezelfde stad hun ‘rietje’ eens ter zijde te leggen en een aanzet voor een brede discussie te geven. Want je moet een goede crisis nooit onbenut laten.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.