Drie maatregelen
Het mooie van de politiek is: je mag jaar in jaar uit dezelfde dromen blijven najagen, zonder dat ze veranderen in realiteit. Vermoedelijk hebben de commissies die de verkiezingsprogramma’s schrijven een standaardlijstje met onderwerpen, die in ieder geval opgenomen worden. Minder bureaucratie, minder ministeries, betere samenwerking, verlaging van de staatsschuld. Moet allemaal, maar het gebeurt nooit.
Ik heb ooit nog eens meegewerkt aan het programma Andere Overheid. Als ik het huidige voorstel goed begrijp, heeft dat ongeveer dezelfde ambities. Net zoals die ambtelijke werkgroepen (ik ben zelfs de naam al weer vergeten), die het vorige kabinet had ingesteld, om te adviseren hoe die 36 miljard bezuinigd kon gaan worden.
Misschien wordt je pas echt serieus genomen als minister, als je minstens één zo’n megalomane hervormingpoging op je naam hebt staan.Trekken aan een dood paard, heet dat. Ambtelijk weten we dat natuurlijk. Want dit soort grote hervormingen duren acht tot tien jaar. Maar een kabinet zit maar vier jaar. Een volgend kabinet verzint zijn eigen grote hervorming en begint weer helemaal opnieuw.
Álle zeventien reacties onder het berichtje in Binnenlands Bestuur over het voorstel van Donner zijn cynisch en zuur. Waarschijnlijk zeventien gefrustreerde ambtenaren die vergelijkbare hervormingsvoorstellen al eerder hebben zien sneuvelen.
Is er dan niets te doen? Is Nederland gedoemd bestuurd te worden door een inefficiënte, bureaucratische, horkerige overheid waar teveel ambtenaren werken die allemaal lamlendig hun pen om vijf uur op hun bureau gooien en de rest van de dag tafelvoetballen in de wandelgangen van hun kantoor?
Volgens mij is er toch wel het een en ander mogelijk.
Ten eerste: schaf de helft van de democratie af. Er zijn veel te veel bestuurders en volksvertegenwoordigers in Nederland, die allemaal iets willen doen. Een teveel aan politici veroorzaakt een teveel aan dadendrang. Honderdvijftig Kamerleden en twintig kabinetsleden die vinden dat ze zich moeten bewijzen! Twaalf provincies met circa driehonderd statenleden en zo’n zeventig gedeputeerden die hun slagkracht willen laten zien. En daar komen nog bij: volksvertegenwoordigers en bestuurders van waterschappen, gemeenteraden, WGR +-gebieden en de EU. Al die politici denken dat daadkracht gelijk staat met het verzinnen van nieuwe regelgeving en controle daarop.
Minder politici = minder regels = minder ambtenaren = een efficiëntere, goedkopere overheid.
Ten tweede: Maak een wet waarin staat dat bij een overheidsorgaan of een private organisatie jaarlijks maar één controller, accountant of (rijks)inspecteur mag langskomen. Veel regels zullen dan niet meer gecontroleerd kunnen worden. Het zijn er simpelweg teveel. Na een jaar is iedereen ze vergeten. Veel ambtenaren in controlerende functies kunnen verdwijnen.
En voor overheidsorganisaties geldt dat de huidige financiële dwangmatigheid hierdoor zal veranderen in financiële rechtmatigheid.
En o ja, ten derde: schaf alle afdelingen personeelszaken af. Die maken een organisatie gek met alle trajecten voor leiderschap, voor persoonlijke efficiëntie & communicatie en uit de hand gelopen beoordelings- voortgangs-, en POP-gesprekscycli.
Drie maatregelen, en de overheid ziet er van binnen en van buiten een stuk gezonder uit.
Paul Lensink
Want die regels zouden dan als een soort menu-à-la-carte nog steeds gebruikt kunnen worden om allerlei plannen af te schieten. Iedereen die iets zou willen bereiken, zou mensen (bv. ambtenaren) die deze regels nog niet vergeten zijn, moeten afkopen of feteren om niet te struikelen over een half-vergeten regel die alsnog door een slimmerik van stal wordt gehaald.
Onverantwoordelijk, lichtzinnig en losbollig, wat die Lensink nu weer beweert.