Bestuurders krijgen moeilijk hypotheek

Een hypotheek krijgen voor een nieuwe woning blijkt niet altijd even gemakkelijk voor burgemeesters en wethouders. Volgens de wet moeten zij wonen in de plaats waar ze bestuurder worden, het zogenaamde ‘woonplaatsvereiste’. Dit betekent vaak verhuizen. Maar sommige geldverstrekkers zien het politieke ambt als ‘instabiel’, waardoor zij geen hypotheek verstrekken aan bestuurders of alleen tegen minder gunstige voorwaarden.

Kwalijke zaak

Deze banken noemen de beperkte ambtstermijn en het politieke afbreukrisico als reden voor het inschatten van het ambt als ‘instabiel’ en het zodoende niet of moeilijker verstrekken van een hypotheek. Een kwalijke zaak, vinden de Wethoudersvereniging en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB), want het schaadt de aantrekkelijkheid van de ambten. Om die reden hebben beide verenigingen contact opgenomen met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), laten de respectievelijke directeuren van de belangenclubs, Jeroen van Gool en Hilde Westera, weten.

NVB erkent problematiek

Zij stellen dat de NVB de problematiek erkent en ook benadrukt dat banken een alternatief hebben voor het bepalen van een stabiel inkomen. In plaats van naar het toekomstige salaris te kijken, kunnen banken ook een stabiel inkomen bepalen op basis van het inkomen van de afgelopen drie jaar. Hoewel dit een mogelijke oplossing biedt, blijft de beslissing om deze methode toe te passen bij de individuele hypotheekverstrekker.

Vraag acceptatiebeleid op

De directeuren laten weten dat de Nederlandse Vereniging van Banken de zorg van hun verenigingen heeft gedeeld met haar leden en eveneens de andere methode van het risico- en acceptatiebeleid bij hen onder de aandacht heeft gebracht. Het NGB en de WHV adviseren lokale bestuurders die een huis willen kopen om bij meerdere banken dit acceptatiebeleid op te vragen en bij hen actief onder de aandacht te brengen dat het terugblikken op de afgelopen drie jaar de basis kan vormen voor het verstrekken van de hypotheek.