‘Zet woonplaatsvereiste niet in als politieke stok’
De discussie over het woonplaatsvereiste komt weer op nu het eerste jaar ontheffing voor wethouders die buiten de gemeente wonen voorbij is.
In een aantal gemeenten is ophef ontstaan over het woonplaatsvereiste voor wethouders nu het eerste jaar ‘ontheffing’ is verstreken. De oppositie in Vlaardingen vraagt de minister zelfs om het raadsbesluit hierover te vernietigen. Van de Wethoudersvereniging mogen gemeenteraden coulanter zijn voor wethouders die buiten de gemeente wonen.
Ontheffing
Alleen ‘bijzondere omstandigheden’ mogen reden zijn om een tweede ontheffing te verlenen voor een wethouder die niet in de gemeente woont waar hij het ambt vervult. Maar de raad gaat er zelf over welke dat zijn. Oppositiepartijen in Eindhoven en Vlaardingen uitten afgelopen week kritiek op de aan hun wethouders toegekende verlenging van de ontheffing van het woonplaatsvereiste. SP-fractievoorzitter (en oud-wethouder in Vlaardingen) Arnout Hoekstra vond de reden die wethouder Arnoud Proos (CU-SGP) opgaf om niet van Barendrecht naar Vlaardingen te verhuizen niet bijzonder genoeg. Proos kreeg overigens ook al ontheffing van het woonplaatsvereiste toen hij wethouder van Barendrecht was en nog in Bodegraven woonde.
Vernietiging raadsbesluit
Hoewel Proos vorig jaar had beloofd wel te verhuizen en dit ook de wens is van zijn partij, vond hij het ‘offer’ van een verhuizing te groot voor zijn gezin. Zijn dochter zou bijvoorbeeld voor de derde keer van basisschool moeten wisselen. Zijn partij betreurt zijn draai, maar wil hem graag behouden en stemde dus in met een verlenging van de ontheffing. Ook de andere coalitiepartijen willen hem vanwege zijn goede functioneren behouden. Hoekstra zag geen veranderde omstandigheid voor Proos ten opzichte van vorig jaar en kondigde aan een brief te sturen naar BZK-minister Bruins Slot om te vragen om vernietiging van het raadsbesluit. Hij kreeg daarvoor steun van de hele oppositie.
Co-ouderschap
In Eindhoven vroegen vorig jaar twee wethouders om een ontheffing van het woonplaatsvereiste: Monique Eselbrugge (D66) en Maes van Lanschot (CDA). De laatste woont in Den Bosch en maakte afgelopen week bekend dat hij volgende maand zijn huis in Eindhoven in kan. Eselbrugge heeft na een scheiding een co-ouderschapregeling getroffen, waardoor zij haar huis in Nijmegen niet kan verkopen. Wel heeft ze inmiddels een appartement gevonden in Eindhoven. Burgemeester Dijsselbloem vond dit ‘bijzondere geval’ reden nog een jaar ontheffing te verlenen.
De vereiste voor een wethouder om in zijn of haar gemeente te wonen waarborgt de binding met de stad
Binding met de stad
Maar dat was tegen het zere been van vier oppositiepartijen: Volt, Partij voor de Dieren, 50Plus en Forum voor Democratie. Het Eindhovens Dagblad tekende uit de mond van Volt-fractievoorzitter Jacco Rubenkamp op dat de vereiste voor een wethouder om in zijn of haar gemeente te wonen de ‘binding met de stad’ waarborgt. Ook worden de kosten voor tijdelijke huisvesting nu vergoed door de gemeente, ‘terwijl het vertrouwen in de overheid in een diep dal zit’. De ontheffing zou er niet aan bijdragen om daar verandering in te brengen.
Wethoudersvereniging
De opgelaaide discussie over het woonplaatsvereiste is ook binnengekomen bij directeur Jeroen van Gool van de Wethoudersvereniging. Die vindt dat ‘het niet moet uitmaken waar je als wethouder slaapt’. ‘Wethouder ben je 24/7. Ook als je niet in de gemeente zelf woonachtig bent, ben je gewoon aanspreekbaar.’ Het gaat erom of je presteert, aldus Van Gool. ‘En natuurlijk heb je dan wel de plicht om je te verdiepen in welke issues er spelen in de gemeente. Dat geldt ook voor raadsleden en dat kun je prima organiseren.’
Wetswijziging gesneuveld
Circa 12 procent van de wethouders heeft vorig jaar een ontheffing gekregen voor het feit dat ze niet in de gemeente wonen waar ze werken. ‘We hebben geen exacte cijfers, maar weten dat niet iedereen is verhuisd. In voorgaande periode was na een jaar ongeveer driekwart verhuisd. We gaan ervan uit dat dit nu weer zo is.’ Van Gool wijst erop dat het woonplaatsvereiste vijf jaar geleden in de Tweede Kamer werd behandeld. Destijds stemde die met een wetswijziging in om wethouders voor onbepaalde tijd te kunnen ontheffen van de plicht om in de gemeente te wonen waar zij werken. ‘In de Eerste Kamer sneuvelde de wijziging later echter op enkele stemmen vanwege andere elementen in de wetswijziging.’
Ik wil de gemeenteraden oproepen om wethouders te beoordelen op hun merites
Politieke stok
Een ander argument tegen de ontheffing is dat wethouders de effecten van hun eigen besluiten niet zouden zien. Dit noemt Van Gool een ‘moeilijke discussie’. ‘Als je dat wel zou zien, dan zou de kritiek weer kunnen zijn dat je het voor jezelf doet.’ Van Gool zit graag zuivere transparante besluitvorming en niet dat het woonplaatsvereiste wordt gebruikt als ‘een politieke stok om mee te slaan’. ‘Ik wil de gemeenteraden oproepen om wethouders te beoordelen op hun merites. Daar mag je streng op zijn. Maar niet op waar hun bed staat. Dat voegt weinig toe aan de kwaliteit van een bestuurder.’ Reistijd kan benut worden voor reflectie. ‘En je ziet de gemeente ook door andere ogen dan als je binnen de gemeente woont.’
Terugkerende kwetsbaarheid
Het woonplaatsvereiste zorgt voor een terugkerende kwetsbaarheid voor wethouders. ‘Als er geen inhoudelijke argumenten meer zijn, zie je dat dit erbij wordt gegrepen. Maar zelden hoor je goede argumenten waarom dit een probleem zou zijn.’ Het ambt kent een hoog afbreukrisico en daarbij is de woningmarkt niet ideaal, voert Van Gool aan. ‘Je haalt je nogal wat op de hals voor een onzekere baan. Neem dat perspectief mee. Sociale netwerken, kinderen. En wethouders zitten gemiddeld nog maar 2,5 jaar. Ik geef het je te doen. En dan heb je soms ook nog enige tijd te maken met dubbele woonlasten.’
Wees coulanter
De gemeenteraad zou ‘coulanter’ moeten zijn voor deze wethouders en hen puur beoordelen op de inhoud. ‘Het is goed om meteen bij de aanstelling vast te leggen dat je ruimte biedt als het niet lukt om een woning te vinden.’ Een wethouder moet dan zelf ook transparant zijn wanneer die niet bereid is om te verhuizen, vindt Van Gool. ‘Maar de gemeenteraad moet er geen issue van maken.’ De discussie is voor de vereniging aanleiding om een oproep te gaan doen aan de Tweede Kamer om iets aan het woonplaatsvereiste te doen.
Negatieve aspecten bij het niet voldoende aan de woonplaatsvereiste zijn:
-geen dan wel onvoldoende binding met de werkgemeente.
-onvoldoende bereikbaarheid en extra kosten voor reizen, vergaderen etc.