‘Dit is een politieke afrekening’
Oud-wethouder Harrie Verkampen van Gemert-Bakel is de gebeten hond in het BING-rapport en nu ook in de gemeenteraad. Als portefeuillehouder voor ruimtelijke ordening zou hij vriendjespolitiek hebben bedreven, zijn zin hebben doorgedrukt en ambtenaren hebben geïntimiteerd.
U heeft het misdaan in het BING-rapport. Hoe heeft het zover kunnen komen?
‘In de Gemertse politiek wilden mensen met mij afrekenen. Ze kregen steun van de verkeerde mensen in het bewind, zoals waarnemend burgemeester Haas die beloofde dat het BING-rapport 25 - tot maximaal 40 duizend euro zou kosten en dat bedrag met extra onderzoeken liet oplopen tot 255 duizend euro. BING vindt dat wel prima. Die schrijven graag wat de opdrachtgever wil. Twee raadsleden en een huidig wethouder vertellen de vreselijkste dingen over mij. En daar komt het negatieve geluid van het ontslagen hoofd ruimtelijke ordening en een paar ambtenaren handhaving bij. 80 procent van de ambtenaren is positief. Mijn tegenstanders wilden mij pootje lichten, en ik ben zo dom geweest om een fout te maken.’
U bedoelt de brief die u in 2009 schreef over een bouwvergunning die zou zijn verleend aan een champignonkweker. Dat was niet zo. De brief was opgesteld om voor subsidie te zorgen.
‘Fout, stom. Ik heb de feiten zelf naar buiten gebracht. Ik liep als wethouder op het randje. Als je dat niet doet, bereik je niets. De wereld verandert iedere dag. Mijn ervaring heeft mij geleerd dat je als bestuurder voorop moet gaan om je gemeente van die veranderingen te laten profiteren. Als ik die benadering niet had gehad, had Gemert nu niet zo’n prachtig buitengebied gehad. Ga de gemeentegrens over en je ziet het verschil aan de erfbeplanting. Of de ringweg, zonder één bezwaarschrift aangelegd. We hebben geen verkeersproblemen en de 5 stoplichten van de provincie zijn allemaal weggehaald. En ja, ik ben in mijn ambities één keer over de grens gegaan met die brief, die overigens geen enkel gevolg heeft gehad want die subsidie kwam er niet.’
Het OM kijkt wel of u moet worden vervolgd voor valsheid in geschrifte.
‘Als ze mij hadden willen vervolgen, dan hadden ze dat al veel eerder gedaan; 9 maanden geleden heb ik precies verteld hoe ik denk dat het gebeurd is. Dat heb ik afgestemd met de gemeentesecretaris en de behandelend ambtenaar, want die mochten niet de dupe worden van mijn handelen. In het BING-rapport staat hetzelfde, dus het OM weet niets nieuws. Maar als ik word vervolgd en veroordeeld, dan vind ik dat niet gek, want het was fout. Maar degene die geen fouten maakt, geef ik graag een hand.’
U bent een drammer, begrijp ik uit het BING-rapport.
‘Ik zoek oplossingen en ik laat mij niet door een regel, die vandaag toevallig zo is, tegenhouden. Als het college unaniem vindt dat iets moet gebeuren, dan werk ik daaraan. En dan wil ik dat de ambtenaren dat ook uitvoeren. Natuurlijk maak ik met die houding vijanden, maar een bestuurder die geen vijanden maakt, functioneert niet. Als je iets wilt bereiken, moet je op het scherpst van de snede strijden. We merkten als college dat het ambtelijk management te weinig tegenspel bood. Het bestuur was te sterk. We zijn dus op zoek gegaan naar tegenpolen, mensen met een andere politieke kleur. Op die manier kwam het nieuwe hoofd ruimtelijke ordening binnen. We hebben Jules Iding, huidig gedeputeerde in Brabant voor de SP, gevraagd om het bestemmingsplan voor het buitengebied te maken. Dat ontslagen hoofd gooit nu een bak vuil over mij heen, maar in het gemeentehuis heeft hij mij nooit tot de orde geroepen en is hij nooit voor zijn ambtenaren opgekomen die problemen met mij hadden. Met Iding ben ik nog steeds bevriend.’
In het BING-rapport staat dat u zaken met burgers zonder aanwezigheid van een ambtenaar afhandelde, in een sfeer van vriendjespolitiek.
‘Ik wilde dat iedere inwoner, behalve de profiteur, van de gemeente wist dat ze een vriend in het gemeentehuis hadden. Mijn 06-nummer staat in het telefoonboek. Het is belangrijk voor de inwoners van een gemeente om te weten dat ze iemand kunnen bellen als ze vastlopen bij een ambtenaar. Het werkte andersom ook goed. Ambtenaren wisten dat burgers mij zouden bellen als ze hun afspraken niet nakwamen. Het is voorgekomen dat er geen ambtenaren bij een afspraak waren. Kan ik er wat aan doen als het de secretaresse niet lukt om voor half 9 een ambtenaar te regelen? We werkten op een hoog tempo, dat is waar, maar het hoofd ruimtelijke ordening moet er binnen het gemeentehuis voor zorgen dat ik niet alleen sta. Moet ik dan burgers naar huis sturen? Ik zit er om de zaken aan te pakken, niet om de andere kant op te kijken.’
Een wethouder die zich zó met de details bezighoudt, vraagt om problemen.
‘Ik weet dat ik mij kwetsbaar heb gemaakt voor aanvallen van mijn politieke tegenstanders en van BING, maar dat is onvermijdelijk als je iets wilt bereiken. Dat is ook niet erg. Ik ben 25 jaar wethouder geweest, en in die tijd bouw je een schat aan kennis en ervaring op. Ik wist meer dan de anderen. Een wethouder zonder ervaring had het gebiedsplan Bakel-Milheeze nooit tot een goed einde gebracht. Ik zou het zo weer doen. En nu ik merk dat er niets meer uit het gemeentehuis komt, is de motivatie om terug te keren alleen meer groter.’
Maar een meerderheid in de raad eist uw vertrek als raadslid.
‘Waar bemoeit de gemeenteraad zich mee? Als de raad geen vertrouwen meer in mij had gehad als wethouder, dan was ik opgestapt. Zo hoort dat, want je voert het beleid van de raad uit, maar de raad kan toch niet eisen dat een medevolksvertegenwoordiger vertrekt? Zo’n eis hoort niet thuis in een democratie. Bovendien: ik ben fractieleider van een oppositiepartij, dus wat hebben ze te vrezen?’
Alle advies is welkom!