De zeventiende eeuw dreigt te herleven
In het regeerakkoord wordt de hoofdstructuur van het Nederlandse openbaar bestuur in stand gelaten: 'De megaprovincie Holland is nog heel ver weg'
Eerdere (ambtelijke) voorzetten om de waterschappen en de provincies op te heffen en over te gaan tot enkele tientallen gemeenten waren zo draconisch dat deze plannen in hoofdzaak tot hilarische reacties hebben geleid.
Ook in de nabije toekomst zal de ruggengraat van het openbaar bestuur worden gevormd door Rijk, provincies en gemeenten. De grootste mutatie die het regeerakkoord bevat, is het voornemen om de provincies Flevoland, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland op te schalen. Daarbij is de omvorming tot twee provincies nauwelijks rationeel, waardoor de ene provincie Holland - van vier naar één - al snel in beeld komt.
Wat zijn nu de kansen op de vorming van een provincie Holland? In de eerste plaats moet worden vastgesteld dat deze nieuwe provincie een megaprovincie zal gaan worden. In de vier provincies wonen globaal 8 miljoen Nederlanders, bijna de helft van de bevolking. Van het bruto nationaal product wordt meer dan de helft gegenereerd in dit gebied. De minister van Financiën haalt het merendeel van zijn belastinginkomsten op in de Randstad. Ook op tal van andere terreinen is de Randstand een dominante grootheid en een grote speler.
De macht van de nieuwe provincie Holland zal ongetwijfeld worden getemperd door het gedeeltelijk provincievrij verklaren van de grote steden. Ziet men de grote steden echter als een integraal onderdeel van de nieuwe bestuursfiguur - en daar zijn wel redenen voor - dan werkt dat als vliegwiel op het beeld van dominantie. Nu in beginsel niet is voorzien in provinciale schaalvergroting in de rest van Nederland, heeft dat tot gevolg dat de overige provincies dreumesen worden in relatie tot de reus Holland.
Bij handhaving van die uiterst onevenwichtige verhouding herleeft de zeventiende eeuw in optima forma. Eeuwenlang hebben de buitengewesten gevochten tegen de dominantie van Holland (in combinatie met Zeeland). In de grote besluiten over oorlog en vrede gaf Holland altijd de doorslag. De Hollandse bestuurder beschouwde de buitengewesten als wingewest. Bij de financiering van de grote zeeslagen werden de buitengewesten fors aangeslagen ter meerdere eer en glorie van de regenten en hun belangen overzee. Door raadspensionarissen - zoals Johan van Oldenbarnevelt en Johan de Witt - werd met groot dedain gesproken over de Friese wildebrassen, de Drentse plaggenhutbewoners en de onverstaanbaar sprekende zuiderlingen. Met vereende krachten probeerden de buitengewesten Holland binnen de touwen te houden.
Bij de vorming van een megaprovincie Holland zal hetzelfde gebeuren. Vorming van een provincie Holland zal ongetwijfeld grote activiteit opleveren van andere provincies om door samenvoeging voldoende tegenwicht te bieden. Deze voorzienbare reflexwerking leidt er vrijwel automatisch toe dat de gehele provinciale indeling op de tekentafel wordt gezet. En dat hebben we de afgelopen decennia een paar keer eerder meegemaakt. Die werkwijze biedt een bijna volledige garantie dat daarmee tevens de beoogde beweging als geheel langzaam het moeras in wordt gewerkt.
Grote bestuurlijke designs en blauwdrukken hebben in ons land geen enkele kans van slagen. Om die reden lijkt het verstandig eerst maar eens te voorzien in een de Randstad dekkende Infrastructuurautoriteit. Ook daarin voorziet het regeerakkoord, en de kans van slagen daarvan is vele malen groter dan een grootschalige provinciale herindeling.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.