Risicoanalyse raakt meer kandidaat-wethouders
Bij de risicoanalyses vroegen lokale wethouders vaker om advies of legden ze zelf een dilemma voor dan wethouders van landelijke partijen.
Het aantal gemeenten dat kandidaat-wethouders op hun integriteit screent neemt toe. Inmiddels laat 84 procent van de gemeenten een dergelijke risicoanalyse uitvoeren. Vooral nevenfuncties spelen daarbij op, blijkt uit de laatste cijfers van onderzoeksbureau Necker. Ook als die functies aanvankelijk onschuldig lijken.
Sinterklaas
‘Je kunt in jouw gemeente al vijftien jaar bij de intocht de rol van Sinterklaas spelen, maar als je dan ineens wethouder wordt, kijken de mensen toch anders naar je’, zegt Necker-directeur Roel Freeke. ‘Je neemt je nieuwe ambt altijd met je mee.’ Voor je het weet kun je dan als nieuwbakken wethouder ongewild in de zwartepietendiscussie verzeild raken. ‘Je hebt immers geen controle over beelden van eerdere gebeurtenissen.'
Nevenfuncties
Het is maar een praktisch voorbeeld van een mogelijk lastige nevenfunctie voor een nieuw aantredende wethouder. Die nevenfuncties vormen veruit het meest voorkomende thema in de risicoanalyses die onderzoeksbureau Necker maakte bij in totaal 401 kandidaat-wethouders in 100 gemeenten. In zo’n 20 procent van het totale aantal aandachtspunten ging het om een nevenfunctie.
Flinke toename
De risicoanalyse van potentiële nieuwe wethouders is inmiddels gemeengoed in gemeenteland. Maar liefst 280 gemeenten (oftewel 84 procent) lieten afgelopen zomer een risicoanalyse uitvoeren op kandidaat-wethouders. Dat is een flinke toename ten opzichte van 2018 toen 192 gemeenten (58 procent) die moeite namen. Ook het aantal aandachtspunten nam toe. Dit jaar formuleerde Necker gemiddeld 2,1 conclusies per wethouder. Vier jaar geleden waren er nog 280 conclusies op 224 wethouders, een gemiddelde van 1,25 conclusie. Een conclusie behelst dat er bepaalde aandachtspunten zijn (in totaal 561) of dat er vervolgens verdere beheersmaatregelen (262) nodig zijn.
Politiek-actieve families
Na de nevenfuncties is de levenspartner met 10 procent de nummer twee op de risicolijst. ‘Die levenspartner kan gemeenteraadslid zijn in dezelfde gemeente, bij dezelfde partij of bij de oppositie. Of werken als ambtenaar in een buurgemeente’, vertelt Necker-partner en onderzoeker
Sabine van Zuydam. ‘Het risico kan ook nog liggen bij de kinderen’, vult Freeke aan. ‘Je ziet veel politiek-actieve families. Er kan dan een risico zijn bij zowel de levenspartner als bij een andere familierelatie. Zoals een broer die werkt bij de omgevingsdienst of bij de provincie.’ In bijna 10 procent van de conclusies betrof het een familierelatie.
Wethouders van lokale partijen waren ontvankelijker voor het thema integriteit
Onderneming
En dan komt in 7 procent van de gevallen nog het hebben van een onderneming als risico naar boven. ‘Als jouw bedrijf activiteiten uitvoert die raken aan je toekomstige portefeuille als wethouder, dan kan dat elkaar kruisen. Zoals een evenementenbureau dat ook werkt voor de gemeente of advieswerk aan partijen waar de gemeente banden mee heeft. Een beheersmaatregel kan dan bijvoorbeeld zijn dat jouw bedrijf niet meer betrokken wordt bij de advisering over hypotheken binnen de gemeentegrens.’ Het gaat in deze categorie relatief vaak om mensen die voor de eerste keer wethouder worden, zegt Van Zuydam.
Lokaal vs landelijk
Van Zuydam is positief verrast over hoe kandidaten van lokale partijen naar het thema integriteit kijken. Ze vroegen vaker om advies dan wethouders van landelijke partijen. ‘Ze waren er ook ontvankelijker voor.’ De aandacht vanuit landelijke partijen voor het thema integriteit is anders georganiseerd, er zijn meer structuren. ‘Wethouders van lokale partijen voelen de mate van lokale geworteldheid wellicht sterker’, speculeert Van Zuydam. ‘Ze willen die graag werkbaar en passend houden.’ Freeke schat in dat het wethouderschap bij een landelijke partij vaker een gepland traject is, waar veel wethouders van lokale partijen het als een plotselinge ‘eer’ zien. ‘Het overkomt ze meer. Ze zijn daardoor ook ontvankelijker voor wat het betekent om het ambt van wethouder te bekleden. Je hoort ze zeggen: “Dit heeft me wel aan het denken gezet”.’
Het is eerder ondanks, dan dankzij de oproep van de minister dat burgemeesters meer opletten
Rol burgemeester
‘De burgemeester pakt z’n verantwoordelijkheid’ is de ondertitel van een presentatie van Necker over de honderd uitgevoerde risicoanalyses. ‘Toen de minister van Binnenlandse Zaken een oproep deed aan burgemeesters om vrijwillige screening te stimuleren, hadden wij al vijftig gemeenten in opdracht’, onthult Freeke. Burgemeesters hadden het onderwerp zelf allang hoger op de agenda gezet. Het advies aan ‘Den Haag’ is dan ook om niet te veel te morrelen aan iets wat al werkt. ‘Het is eerder ondanks, dan dankzij de oproep van de minister dat burgemeesters meer opletten’, aldus Freeke. Hij memoreert een bijeenkomst waarin het ministerie de wet wel even aan burgemeesters zou uitleggen. ‘De burgemeesters in de zaal lustten de sprekers rauw. “Loop ons niet voor de voeten”, zeiden ze.’
Grotere alertheid
Van Zuydam merkt een grotere alertheid dan vier jaar geleden. ‘Burgemeesters hechten meer belang aan vroege signalering van risicogebieden en willen uit oogpunt van preventie ellende voorkomen.’ Een verschil met de werkwijze van Necker ten opzichte van vier jaar geleden is dan ook dat de intake met de burgemeester nu eerst plaatsvindt. ‘Voorheen was de kandidaat het startpunt. Nu beginnen we breder, vanuit de gemeentelijke context. Het is belangrijk om juist die mee te nemen. Dat biedt achtergrondinformatie. Er is niet enkel individuele verantwoordelijkheid, het zit hem ook in het collectief.’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 17 van deze week.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.