Bouw godshuis vaak omstreden
Om de bouw van een nieuw gebedshuis mogelijk te maken, moeten gemeenten soms terugvallen op boekhoudkundige trucs. Binnenlands Bestuur neemt vier casussen onder de loep. Van de Amsterdamse Westermoskee tot de Sri Varatharajah Selvavinayagar Tempel in Den Helder.
Het is 2005 en in Amsterdam ‘wordt iets groots verricht’. De Turks-islamitische beweging Milli Görüs, woningbouwvereniging Het Oosten en stadsdeel De Baarsjes realiseren samen de Westermoskee. Een multicultureel bouwproject waarin een moskee, woningen en bedrijven samen worden gebouwd. Nog nooit vertoond in Nederland. Het enthousiasme in de stad is groot, want dit project kan de integratie en verbinding tussen moslims en niet-moslims vooruit helpen. Iets wat welkom is, want na de aanslagen van 11 september 2001 en de moord op cineast Theo van Gogh in 2004 zijn de spanningen tussen bevolkingsgroepen in de hoofdstad behoorlijk toegenomen.
De bouwkosten van de moskee, die door de Turken wordt betaald, komen neer op 16 miljoen euro. Hoewel ze hoopvol aan het project beginnen, blijkt na verloop van tijd dat ze het bedrag niet hebben. De Turken komen ruim 6 miljoen euro tekort. Bestuurder Üzeyir Kabaktepe probeert een uitweg te vinden. Hij vraagt wethouder Duco Stadig (PvdA) van grondzaken om de grond onder de toekomstige moskee te kopen. Uit een taxatie blijkt deze een waarde te hebben van 4 miljoen euro. Te weinig om het gat van 6 miljoen te dichten, maar genoeg om daarbij in de buurt te komen. De gemeente wil graag dat de moskee er komt en stelt daarom voor om de grond voor een hoger bedrag – 6,13 miljoen euro – te kopen. In ruil daarvoor moeten de Turken per jaar 100.000 euro erfpacht betalen.
Kabaktepe hoeft niet lang na te denken over dit genereuze aanbod: hij verkoopt de grond aan de gemeente. De erfpacht is echter eeuwigdurend. Informeel krijgt hij een toezegging dat als het extra bedrag van 2,13 miljoen euro is ‘terugbetaald’, ze de grond mogen terugkopen voor een symbolisch bedrag van 1 euro. Dankzij de gronddeal kan de moskee er komen, zo lijkt het.
Na het sluiten van de gronddeal verzuimt wethouder Stadig de gemeenteraad in te lichten. In 2006 weet zijn opvolger Maarten van Poelgeest (GroenLinks) dan ook van niets af. Pas nadat er in hetzelfde jaar een conflict is losgebarsten tussen de Turken en de woningbouwvereniging wordt hij door zijn ambtenaren geïnformeerd. De politicus is verrast, maar onderschrijft de opzet van de gronddeal: ervoor zorgen dat de Turken hun moskee kunnen bouwen met een erfpachtconstructie als lening voor henzelf en als terugverdienmodel voor de gemeente.
Schande
Dit keer wordt de raad wel ingelicht, die schande spreekt van de deal. ‘Verkapte staatssteun’, zegt de VVD-fractie en ‘de scheiding tussen kerk en staat wordt geschonden’, concludeert de CDA-fractie. Om meer duidelijkheid te verschaffen heeft Van Poelgeest onderzoek laten doen naar dergelijke constructies met godshuizen in het verleden. Daaruit blijkt dat de gemeente eerder, in 1996, een religieuze instelling op dergelijke wijze heeft geholpen. De Pinkstergemeente van de Bijlmer werd toen bevoordeeld bij de aankoop van een gebouw. De gemeente bood de christenen een lagere erfpacht zodat ze er gemakkelijk een kerk konden vestigen. Daar neemt de raad in 2006 genoegen mee. Na een stevig debat blijft de gronddeal rond Westermoskee van kracht.
De Westermoskee en de Pinkstergemeente zijn niet de enige Amsterdamse casussen. Zo kreeg het bestuur van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam (LJG) ook hulp van de gemeente na de keuze voor nieuwbouw. Dit wegens grote bouwplannen van de gemeente rond de synagoge. De oude sjoel stond schuin tegenover de RAI en kwam onder meer in het vizier van Joop van den Ende, die de grond wilde hebben om op het terrein een theater te ontwikkelen. ‘Omdat de gemeente Amsterdam graag grond verwierf, stelden we dat gegadigden de grond alleen konden kopen om het in erfpacht terug te nemen. Van den Ende ging akkoord’, vertelt oud-voorzitter Stranders van de LJG Amsterdam.
Met deze constructie hoopte Stranders de gemeente in de kaart te spelen, om zo later makkelijker zaken te kunnen doen rond de nieuwbouw. ‘Van den Ende zou het terrein kopen voor 6,3 miljoen euro. Maar vanwege juridische spelregels moesten wij onze grond aan de gemeente verkopen, om vervolgens voor aankoop van nieuwe grond in aanmerking te kunnen komen. Omdat we zowel met de gemeente als Van den Ende in zee wilden gaan, hebben ze toen gezamenlijk het bedrag van 6,3 miljoen euro betaald’, aldus Stranders.
Door deze verkoop kwam de bouw van de nieuwe sjoel dichterbij. De door de gemeente aangeboden grond – even verderop – kon de LJG wegens een krap budget niet kopen. Dus koos het bestuur voor een erfpachtconstructie aldaar. ‘Deze erfpacht hebben we voor 100 jaar kunnen afkopen voor 630.000 euro. De gemeente heeft ons daar een korting van 5 procent op gegeven’, vertelt de oud-voorzitter. Na de gronddeal moest het bestuur nog kosten maken voor beveiliging van het gebouw. Stranders: ‘De gemeente heeft toen ruim een ton toegekend voor beveiliging en inrichting van het terrein.’
Traditionele moskee
Met de bouw van godshuizen is ook de architectuur in het geding. Vaak zijn buurtbewoners tegen een islamitisch gebedshuis en een minaret. Maar in Doetinchem ging het anders, meent wethouder Peter Drenth (CDA) van ruimtelijke ordening. Het waren eerder de regels van de gemeente waar de Turkse moskeevereniging tegenaan liep.
In 2006 werd de gemeente benaderd door het bestuur van de Merkez-moskee. ‘Ze wilden graag een stuk grond om een grote, nieuwe moskee te bouwen. Het terrein van de voormalige bowlingbaan kwam ervoor in aanmerking. Het ging om een traditionele Turkse moskee met koepel en minaret, maar dat kon niet op die locatie. Als wij gemeentegrond verkopen tegen maatschappelijke grondprijzen, dan moet er een pand worden gebouwd met een hedendaagse architectuur’, zegt Drenth. Mochten de Turken toch een traditionele moskee willen, dan konden ze grond krijgen op een industrieterrein.
Drenth: ‘Het moskeebestuur koos uiteindelijk voor een plek in de stad. Daarna heeft de Turks-Nederlandse architect Furkan Kosse een aantal ontwerpen gemaakt. Het bestuur koos daarop de kubusvorm.’ Het gebouw kreeg een vierkante minaret en een kleine koepel die vanaf de weg bijna niet te zien is. Toen alles rond leek, kreeg Drenth te maken met het Turkse consulaat in Deventer. ‘De Turkse consul wilde met me praten. Hij stelde dat de moskee pas door kon gaan als de Diyanet [het Turkse ministerie van godsdienstzaken, red.] in Ankara akkoord was. Ik vond dat nogal bijzonder.’
In een gesprek op het stadhuis wilde de diplomaat weten of de grondprijs niet te hoog was. Verder kwam er discussie over de vormgeving. ‘Wij hebben alles uitgelegd en mede daarom ging Ankara door de bocht.’ De moskee kwam er in 2013. Van enige weerstand uit de stad was geen sprake. ‘In vergelijking met andere gemeenten hebben wij nooit problemen met bewoners of raadsleden gehad.’
Grootste hindoetempel
De bouw van de Sri Varatharajah Selvavinayagar Tempel in Den Helder kende weer andere uitdagingen. De grootste hindoetempel van Europa (met een toren van 17 meter hoog) werd vorig jaar geopend. Het gebouw bedient zo’n honderd Sri Lankaanse gezinnen uit de omgeving en trekt hindoes uit heel Europa. Voorzitter Mano Gunam: ‘Onze gemeenschap besloot in 1998 om een tempel te bouwen volgens de bouwregels van het hindoeïsme. Dat was uniek in Nederland. Maar zolang wij aan alle eisen voldeden, had de gemeente er geen problemen mee.’
Het gebouw, dat 1 miljoen euro kostte en door de achterban werd betaald, kwam midden in een woonwijk te staan. ‘Wij geloven dat een tempel kracht brengt aan de buren. Daarom hebben we vanaf het begin geïnvesteerd in een goede relatie met de buurt. Geregeld betrekken we hen bij onze tempel en de activiteiten’, aldus Gunam. Van buiten werd de tempel net zoals die in Sri Lanka eruit zou zien, maar van binnen moest alles voldoen aan de eisen van de gemeente. ‘We kregen te maken met regels voor de brandveiligheid en met zaken als dragende muren. In Zuid-Azië heb je dergelijke eisen niet. Gelukkig werd de bouw er niet veel duurder door.’
Met de lokale politiek had het tempelbestuur weinig van doen. ‘We hebben ons niet afhankelijk opgesteld van de gemeenteraad en dat is, denk ik, de reden waarom we er zo prima uitgekomen zijn’, zegt Gunam. Door het bouwproject niet de politiseren werd de komst van de exotische tempel in Den Helder gezien als een zakelijk project. ‘De enige politici waarmee we contact hadden waren de wethouders. Toenmalig wethouder Suzanne den Dulk-Winder kwam naar de opening. De brandweer heeft ons op die dag vrijwillig geholpen om de hoogste steen op de toren te zetten. Daarmee was onze tempel af en ingewijd.’
Het gebedshuis trekt gelovigen en bezoekers naar Den Helder, en is tegenwoordig een van de iconen van de stad.
‘De Westermoskee en de geschiedenis van de Nederlandse godsdienstvrijheid’ door Kemal Rijken. Uitgeverij Atlas-Contact. Prijs: 24,99.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.