Druktemakers
Het oplossen van werkdruk op politieke ambtsdragers vraagt visie op het politieke proces zelf en de rol van politieke ambtsdragers daarin.
Eind 1943 kreeg president Roosevelt hartproblemen. Zijn gezondheid liet het niet langer toe om meer dan een paar uur per dag te werken. Ondertussen moest hij een land besturen, een wereldoorlog zien te winnen, herkozen worden en niet alleen zijn vrouw, maar ook zijn minnares tevreden stellen. Dat is hem gelukt. Hij had mensenkennis, gaf richting, ruimte en vertrouwen aan de mensen om hem heen en had een feilloos gevoel voor de situaties waarin alleen hij het verschil kon maken; de rest liet hij over aan anderen.
Ooit zat ik als jonge directeur in het managementteam te pochen met mijn collega’s wie van ons de meeste uren draaide. De secretaris-generaal hoorde het een tijdje aan en zei vervolgens tegen ons: ‘Loop straks maar even met mij mee, dan geef ik een les in delegeren. Het is geen verdienste dat een directeur zo hard moet werken, dan heb je je werk slecht georganiseerd.’ Sindsdien denk ik aan deze uitspraak wanneer ik vind dat ik het druk heb.
Ik ken geen organisatie waar niet geklaagd wordt over werkdruk. Soms begrijpelijk omdat er een piek aan werk is en een tekort aan collega’s. Maar ik maak ook mee dat ik mensen uitnodig om hun agenda met mij door te nemen en dat ze mijn hulpaanbod niet aannemen. Het benadrukken van werkdruk lijkt dan een soort hekwerk om de eigen autonomie af te bakenen: ‘vraag niets aan mij want ik heb het druk’. Werkdruk ontstaat niet alleen omdat de omgeving teveel vraagt. Je kunt ook druk voelen wanneer je te weinig ruimte ervaart om keuzes te maken over het inrichten van werk en privéleven. Maar het tegenovergestelde kan ook: druk voelen door een teveel aan autonomie, door een gebrek aan handvatten en het gevoel dat je zelf verantwoordelijk bent voor de keuzes die je maakt. Zelfsturing klinkt mooi als managementconcept. En het klinkt stoer om iemand in het diepe te gooien om snel te leren zwemmen. Maar als het zwembad geen randen blijkt te hebben, is er een groot risico op verdrinking.
Ik vind het opvallend dat veel politieke ambtsdragers klagen over werkdruk. Ze hebben geen functiebeschrijvingen, geen leidinggevenden en ze hebben ambtenaren om te helpen. Ze zijn vrij in de keuzes die ze maken hoe ze hun ambt invullen. Wat je wanneer wilt bereiken, hoe je stuurt, hoe je je laat informeren, hoe uitgebreid je de dossiers leest, hoe je samenwerkt met ambtenaren, hoe en voor wie je zichtbaar en bereikbaar wilt zijn: het zijn grotendeels eigen keuzes. Als ik met politici spreek, bekruipt mij soms het gevoel dat ze in open zee aan het zwemmen zijn met een loden last aan verwachtingen en minder zekerheden, houvast en zwemvaardigheid dan ze vooraf dachten. De druk die dat oplevert gaat niet opgelost worden met meer uren, meer mensen, een hoger salaris of meer ambtelijke ondersteuning. Het vraagt visie op het politieke proces zelf en de rol van politieke ambtsdragers daarin.
Hoewel Roosevelt zoveel mogelijk rust probeerde te nemen, heeft hij zich uiteindelijk toch doodgewerkt. Dat mag werk nooit waard zijn. Zonder enige voorbereiding en zonder enige overdracht werd Truman van de ene op de andere dag beëdigd als president en in het diepe gegooid. Dat hij niet is verdronken heeft hij grotendeels te danken aan zijn eerste besluit: de staf van zijn voorganger vragen om hem te helpen zwemmen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.