Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Altijd gedoe

Een gepland opvanghuis voor verslaafde daklozen in Den Bosch brandde af, nadat emoties in de buurt hoog opliepen. Gemeentebesturen zeggen dat er nu eenmaal 'onverkoopbare boodschappen' zijn. Maar is dat inderdaad zo? 'Wat in ieder geval niet werkt is een wethouder op een podium.'

07 maart 2008

Je moet de mensen niet aan het lijntje houden, vindt de Bossche wethouder Jetty Eugsten. Daarom had de gemeente in een brief aan de inwoners van de wijk De Kruiskamp een heldere boodschap: dat opvanghuis voor verslaafde daklozen komt er. En u kunt daar over een paar dagen over komen praten, maar het betreft hier nadrukkelijk een informatiebijeenkomst en géén inspraak. Natuurlijk, zegt Eugsten, had ze van tevoren gerekend op een emotionele avond met boze, verdrietige en bange burgers. Want, dat beseft de wethouder echt wel, 'zoiets wordt nu eenmaal niet ervaren als een blijde boodschap'.

 

Maar de emoties zouden die ene avond de vrije loop gelaten worden, en daarna, als iedereen weer wat was bedaard, zouden gemeente en bewoners in gesprek gaan over de randvoorwaarden en het beheer van de locatie. Dat was het plan. Burgemeester Ton Rombouts was naar verluidt na de druk bezochte en inderdaad bijzonder verhitte informatieavond nog vastbesloten. Hij zou zijn rug recht houden en zich niks aantrekken van het commentaar van de bewoners, zei hij na afloop tijdens de borrel. Twee dagen later ging het gebouw waarin het hostel zou worden gehuisvest, in vlammen op. Dat boze bewoners het heft in eigen hand hebben genomen, daaraan twijfelt bijna niemand meer.

 

'Het lijkt of ze in Den Bosch hebben gedacht "Het wordt toch wel gedoe, dus laten we de bewoners er maar zoveel mogelijk buiten houden"', zegt Martin van 't Klooster. De communicatieadviseur staat geregeld zorginstellingen, woningcorporaties en gemeenten bij die burgers een lastige boodschap te brengen hebben, bijvoorbeeld over de vestiging van een sociaal pension of een verslavingskliniek. 'Het probleem zit vaak in de nonchalance waarmee instellingen en gemeente denken zoiets te kunnen realiseren. In besloten kring worden op zich goede plannen uitgewerkt, de financiering wordt geregeld en men gaat na of het bestemmingsplan het toelaat, maar de communicatie met de bewoners wordt tot het laatst bewaard. Men is gauw al een jaar of twee, drie kwijt met plannen maken en dan mág het natuurlijk niet meer stuklopen op de bewoners. Maar op het moment dat je er dan mee naar buiten treedt voelen die zich volkomen overvallen. En terecht.'

 

Steeds harder

 

De Federatie Opvang, een club die opkomt voor de belangen van instellingen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang, constateerde naar aanleiding van het incident in Den Bosch dat het verzet van bewoners harder wordt. Eind vorig jaar bijvoorbeeld werd de Tilburgse wethouder Marieke Moorman op een bijeenkomst aan haar haren getrokken. Toch zijn het niet de bewoners waar directrice Ineke Smidt van de Federatie de schuld legt. 'Bestuurders en ambtenaren roepen bij verzet wel standaard dat het om Nimby gaat, not in my back yard, maar als je met mensen praat blijkt er vooral heel begrijpelijke bezorgheid te zijn. Als je de tijd neemt om op de argumenten van bewoners in te gaan, dan zijn de meesten echt wel voor rede vatbaar. Maar juist dat luisteren, dat doen bestuurders veel te weinig. Wethouders komen vaak niet eens opdagen op een informatiebijeenkomst, en laten het de ambtenaren opknappen.'

 

Smidt krijgt bijval van Van 't Klooster. Hij meent dat het draagvlak voor opvangvoorzieningen groter is dan bestuurders doorgaans denken. Maar om dat te verzilveren moeten ze zorgen van bewoners wel serieus nemen. 'Uit cijfers van het Sociaal- en Cultureel Planbureau blijkt dat het draagvlak voor zorg in de wijk al jaren onveranderd hoog is. Vraagtekens krijgen mensen als het om hun eigen buurt gaat en dan heet het al gauw Nimby. Maar dat vind ik zó negatief. De eerste reactie van bewoners op zulk nieuws is vaak: "Waarom in mijn buurt?" Maar dat is toch niet raar? Burgers zijn betrokken bij hun woonomgeving, hebben zorg voor de veiligheid van hun kinderen. Bovendien zijn ze steeds hoger opgeleid en assertiever, komen meer voor zichzelf op en maken gebruik van de uitgebreide beroepsmogelijkheden. Bestuurders van zorginstellingen en gemeenten moeten daar rekening mee houden, het gesprek aangaan en vooral niet wegduiken.'

 

Overal aanbellen

 

In Rotterdam probeert de gemeente sinds een aantal jaren het tegenovergestelde te doen van wegduiken. Daar is het beleid dat bij 'slecht nieuws' zoveel mogelijk mensen in de buurt persoonlijk worden ingelicht. 'Dan gaan we dus letterlijk langs de deuren en bellen we bij iedereen aan, ook de bestuurders van de deelgemeenten doen dat', vertelt Jelle Zeilstra, projectleider communicatie maatschappelijke opvang. 'We zouden het liefst alle mensen in een wijk één op één informeren, maar dat kan nu eenmaal niet. We proberen het wel zo dicht mogelijk te benaderen, dus niet één massale bijeenkomst met honderden mensen, maar veertien kleine. Dat is bijzonder intensief, maar het werkt wel.'

 

Wat in ieder geval niet werkt is een grote zaal met een wethouder op een podium, vindt hij. 'Dat straalt al helemaal uit dat bewoners niks meer in te brengen hebben. Een normaal gesprek is in zo'n opzet onmogelijk, er is geen wederkerigheid. En de mensen die er neutraal of zelfs positief tegenover staan, worden zo helemaal niet gehoord of veranderen erdoor zelfs van mening. Ons streven is dat de bestuurders van de gemeente en de instelling en de inwoners écht contact met elkaar hebben, dat er gelegenheid is om elkaar goed in de ogen te kijken.' Het contact blijft ook niet beperkt tot die ene keer.

 

Zeilstra: 'Er is nooit één contactmoment, niet één avond waarop we ons gezicht laten zien, maar het zijn er heel veel. Als een bewoner dan zegt: "Maar ik heb helemaal geen tijd gehad om me hierin te verdiepen", kun je zeggen dat dat ook helemaal nog niet nodig is, want we gaan elkaar nog heel vaak spreken over de randvoorwaarden waaronder u dit acceptabel vindt. Boven alles proberen we te voorkómen dat de emoties hoog oplopen. Want eenmaal op de barricaden is het moeilijk er weer af te komen.' De aanpak heeft succes.'

 

'Het is de stad met relatief weinig verzet gelukt locaties te vinden voor negentien woonvoorzieningen voor voormalige dak- en thuislozen. Twee keer ging het mis. Eén keer omdat er te veel tijd zat tussen het moment dat de bewoners ervan hoorden en het moment dat de gemeente de communicatie startte. Een andere keer was op Katendrecht, de voormalige prostitutiebuurt van de havenstad. Daar waren de bewoners net blij dat ze van het stempel van rosse buurt af begonnen te komen, kregen ze wéér een paar van die dames in hun midden. 'Dat was echt een fout van ons', zegt Zeilstra daarover. 'Die gevoeligheid hadden we niet goed ingeschat.'

 

Oud zeer

 

Het is een fout die wel meer gemeentebesturen maken bij het aanwijzen van locaties, zegt communicatieadviseur Van 't Klooster. In gevallen waar de strijd hoog oplaait speelt bijna altijd oud zeer uit het verleden mee. 'Het gaat in dat soort gevallen bijna nooit over dat ene opvanghuis alleen. Er is dan meestal al eerder iets voorgevallen dat het vertrouwen van de bewoners in het gemeentebestuur of de zorg heeft geschaad. Daar moet je dan eerst aandacht aan besteden.'

 

Hij herinnert zich een voorbeeld van een gemeente waar de ene wethouder een buurt een speelveldje beloofde, en waar diens opvolger op dezelfde plek een woonvorm voor oudere psychiatrische cliënten wilde realiseren. 'Tsja, dat werkt dus niet.' Ga zo snel mogelijk met burgers in gesprek, is het advies van Van 't Klooster. Bij voorkeur al voordat er een definitieve locatie is vastgesteld. Hij heeft goede ervaringen met het laten meedenken van bewoners van een wijk of gemeente over een plek om 'publieksgevoelige voorzieningen' te realiseren.

 

'Het werkt goed om als gemeente het besluitvormingsproces en de randvoorwaarden vast te stellen voor een voorziening, maar bij de selectie en beheer van de locatie de bewoners te betrekken. Natuurlijk zijn er dan ook mensen die de tuin van de burgemeester de aangewezen plek voor zoiets vinden. Maar het levert daarnaast ook hele verrassende voorstellen op, die je als gemeente zelf niet had bedacht. Tegelijk neem je burgers serieus en kweek je draagvlak.'

 

Verkeerd beeld

 

Een ander heel belangrijk punt: maak bewoners vooral snel duidelijk waar het níet om gaat. 'Mensen hebben vaak een totaal verkeerd beeld van wat er in zo'n instelling zich afspeelt en wat het voor ze gaat betekenen als er één in de buurt komt. Men heeft vaak stereotiepe beelden en beeldvorming, maar het maakt natuurlijk wel uit of je een opvanghuis voor afkickende alcoholisten in je straat krijgt of een methadonverstrekkingspunt.'

 

In bewoners meenemen naar een andere locatie om ze te laten zien dat het wel meevalt met de overlast, zoals sommige gemeenten doen, ziet hij geen heil als een op zichzelf staand aanbod: 'Bewoners geloven bestuurders of ander deskundigen niet op hun blauwe ogen. Veel effectiever is bijvoorbeeld een nulmeting te houden voordat de beoogde voorziening gaat draaien en deze na het gebruik te herhalen. Als de zorg is dat er bierblikjes op straat zullen slingeren, tel dan hoeveel er nu al liggen en hou bij of dat verandert als de voorziening er is. Maak verder duidelijk dat je je stinkende best zult doen om overlast te voorkomen en te bestrijden en zet de afspraken daarover op papier. Dan kan je maatwerk leveren, want in elke buurt leven andere angsten en andere wensen. Maak in ieder geval afspraken over het melden van klachten en laat altijd weten wat je met een klacht hebt gedaan.'

 

Directeur Smidt van de Federatie Opvang verbaast zich altijd een beetje over gemeenten die verbouwereerd blijken over zoveel boze burgers. 'Dat mensen zich verzetten is toch niks nieuws, daar kun je toch op rekenen? Bij de asielzoekerscentra ging het net zo. Maar het lijkt wel of ze er niks van geleerd hebben, want nog steeds pakken gemeenten het helemaal verkeerd aan.'

 

Totnogtoe heeft de Federatie Opvang zich op dit onderwerp een beetje afzijdig gehouden. Maar daar komt verandering in, zegt Smidt. Het incident in Den Bosch en ook gebeurtenissen daarvoor, hebben haar en de leden van de federatie aan het denken gezet. 'We hebben van de week afgesproken dat we gaan inzetten op een communicatieplan voor onze directeuren met daarin de do's en don'ts bij het informeren van burgers. We hebben niks te zeggen over hoe gemeenten het doen, en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft al laten weten hierover niet met ons samen te willen werken. Nou, dan niet, maar dan doen we het zelf wel.'

 

Ook met het oog op de toekomst is het van belang een goede strategie te ontwikkelen, benadrukt Smidt. Nu zijn er zo'n vijfhonderd opvangvoorzieningen in de buurten, maar dat moeten er in korte tijd heel veel meer gaan worden. En bij de planning daarvan valt Smidt wel iets op: 'De ervaring leert dat dan vooral gekeken wordt naar locaties in, laat ik het maar even eufemistisch uitdrukken, stadsvernieuwingswijken. Het is toch wel opvallend dat aan wijken waar bestuurders wonen, bijna altijd dit soort voorzieningen voorbij gaat. Hetzelfde geldt voor Vinexlocaties. Ik vind het dan niet zo gek dat dat weinig vertrouwen wekt bij de bewoners van oude stadswijken en dat zij zich afvragen waarom het niet in de tuin van de burgemeester kan.'

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie