Arbitrage als advies een ‘wassen neus’
De arbitragezaak over het jeugdzorgbudget werkte goed uit voor gemeenten, maar de Raad van State adviseerde daarna tegen arbitrage. Wat nu?
De arbitragezaak over het jeugdzorgbudget heeft het nut aangetoond van het middel arbitrage voor gemeenten. Het rijk had jaren verzuimd gemeenten voldoende budget te geven voor de uitvoering van de Jeugdwet en zij moesten extra miljarden krijgen, aldus die arbitragecommissie. De Raad van State adviseerde vervolgens niet langer arbitrage in te zetten bij geschillen tussen rijk en gemeenten.
Draai
De uitspraak van de arbitragecommissie gaf gemeenten vorig jaar gelijk in het conflict tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het rijk over de structurele tekorten op de jeugdzorg. Er moest de komende jaren extra rijksbudget naar gemeenten voor de jeugdzorg, er kwam begrenzing van de jeugdhulpplicht van gemeenten en ook uitbreiding van de landelijke inkoop specialistische jeugdzorg. Voor 2022 ging het om een bedrag van 1,6 miljard euro. Lang leve de arbitrage, zou je zeggen. Maar niet lang erna bleek de Raad van State een draai gemaakt te hebben, erkende scheidend staatsraad Jan Franssen in juni vorig jaar in VNG Magazine. ‘We hebben een ontwikkeling in denken doorgemaakt’, aldus Franssen.
Onwenselijk
In 2016 was de Raad van State voor arbitrage en bemiddeling bij bestuurlijke geschillen tussen rijk en gemeenten, maar dat wijzigde na een advies van de Afdeling advisering over de oplossing van bestuursgeschillen binnen het Koninkrijk, tussen Nederland en de Caribische landen. ‘Daarin hebben we vastgesteld dat de Nederlandse regering het laatste oordeel niet uit handen geeft. Vanuit de gedecentraliseerde eenheidsstaat wil Den Haag het laatste woord hebben. Daar hebben we in dit advies rekening mee gehouden.’ Tegelijk constateerde de Raad van State dat de decentralisaties niet goed waren voorbereid en vond ze juridisering van de verhoudingen tussen overheden, wegens de eenheidsstaat, ‘onwenselijk’.
Uiterst zwak
‘Het rijk wil het niet’ als argument tegen arbitrage is uiterst zwak, schreef Binnenlands Bestuur-columnist Jan Verhagen in augustus vorig jaar. ‘Sterker nog, dat argument toont juist de noodzaak van arbitrage aan. Het probleem in de relatie tussen rijk en gemeenten is namelijk dat het rijk zijn eigen belang te vaak voorop stelt. Niet het landsbelang, maar het belang van de centrale overheid.’ Tot verbazing van Verhagen ontstond er over de ‘draai’ van de Raad van State decentraal geen discussie. Waarom sprongen burgemeesters, wethouders of raadsleden niet in de bres?
Haags onderwerp
VNG-directeur Leonard Geluk betwist dat er onder lokale bestuurders geen discussie is geweest over het arbitragemiddel. ‘Zij spreken binnen de VNG wel degelijk over de inzet van arbitrage en daarna ook met de Raad van State en met het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK).’ De VNG wil dat het instrument nader wordt uitgewerkt in de beleidsagenda van de minister van BZK. ‘We zien wel dat het een erg “Haags” onderwerp is, waar de meeste gemeenten geen prioriteit aan geven in hun dagelijkse praktijk met grote en complexe opgaven.’
Gelijkwaardigheid
De VNG is het eens met de Raad van State dat arbitrage te voorkomen valt door goede wet- en regelgeving. ‘Daarom zijn we blij met, en nauw betrokken bij, initiatieven van de minister om nieuwe voorstellen met gevolgen voor gemeenten beter samen voor te bereiden.’ Dit neemt niet weg dat er verschil van inzicht kan blijven over uitvoerbaarheid voor gemeenten. ‘Tot nu toe heeft het rijk het laatste woord, maar met arbitrage is objectiever vast te stellen wat nodig is om medebewindstaken naar behoren uit te voeren. Hiermee doet arbitrage ook recht aan de gelijkwaardige positie van rijksoverheid, provincies en gemeenten.’
Ultiem redmiddel
Als een kabinet het zwaarwegende, maar onwelgevallige, advies van de arbitragecommissie dan naast zich neerlegt, zoals geschiedde, dan is arbitrage een ‘wassen neus’, zegt Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Hij vindt de column van Verhagen getuigen van realiteitszin, maar geeft de Raad van State gelijk. ‘Niets is schadelijker dan beschadigd vertrouwen.’ Als een kabinet niet de verantwoordelijkheid neemt om een dergelijke uitspraak op te volgen, neemt het wantrouwen alleen maar meer toe. ‘Een arbitragezaak doe je niet zomaar. Het is eigenlijk van de zotte. Als het nodig is, is er al jarenlang een groot probleem. Het is een ultiem redmiddel. Als de uitkomst jou onwelgevallig is en je niets doet, kun je maar beter geen arbitrage doen.’
Stok achter de deur
Of er moet een stok achter de deur zitten, en die stok zou de Tweede Kamer dan moeten hanteren, vindt Belhaj. ‘Zij zouden dan moeten zeggen dat de uitkomst bindend is. En als het kabinet dat niet opvolgt, er consequenties zijn.’ Dat zou de vereniging ‘wenselijk’ vinden. ‘Maar het is nog wenselijker om er samen uit te komen. Dat arbitrage nodig is, is ongehoord in bestuurlijk Nederland; maar als het nodig is, moet het een gelijkwaardig proces zijn: gelijkwaardig erin en gelijkwaardig eruit. Nu gingen we er alleen gelijkwaardig in.’ Spreken met het rijk is een VNG-taak. ‘Mochten die gesprekken niet lukken, dan kan de VNG haar achterban mobiliseren, bijvoorbeeld bij het VNG-congres. Alle stadhuizen op slot gooien op vrijdag. Ik noem maar wat. Maar het is van de zotte dat het nodig is.’
Lees het hele verhaal in BB12, die eind deze week verschijnt (inlog)
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.