Pure mannen-gemeenten, ze bestaan
De collegekamer was en is vooral een mannenzaak: 103 van de 355 gemeenten hebben uitsluitend mannelijke wethouders. Drie gemeenten wachten zelfs al ruim tweehonderd jaar op de eerste vrouwelijke wethouder – en burgemeester. Dat blijkt uit onderzoek van De Collegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur.
De collegekamer was en is vooral een mannenzaak: 103 van de 355 gemeenten hebben uitsluitend mannelijke wethouders. Drie gemeenten wachten zelfs al ruim tweehonderd jaar op de eerste vrouwelijke wethouder – en burgemeester.
Dat blijkt uit onderzoek van De Collegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur.
Louter mannen
Zwartewaterland bestaat sinds een fusie in 2001 en heeft sindsdien enkel mannen als burgemeester en wethouders. De Overijsselse gemeente is niet de enige gemeente waar heren de dienst uitmaken in het lokaal bestuur. In een andere jonge fusiegemeente, het Limburgse Eijsden-Margraten is het ook al mannen wat de klok slaat. Bestuurlijke mannenbolwerken zijn er ook in een drietal gemeenten met een geschiedenis van meer dan tweehonderd jaar: Mill & St. Hubert, Staphorst en Woensdrecht hadden nog nooit een vrouwelijke wethouder of burgemeester.
In het gefuseerde Alphen aan den Rijn, Beek, Druten, Leudal en Loon op Zand was er nooit een vrouwelijke wethouder. In Oudewater, Baarle-Nassau, Putten, Zaltbommel, Schiermonnikoog, Bernheze, Brielle en Brunssum is dat vijf of meer collegeperioden geleden.
Lokaal en christelijk
Opvallend in vrijwel al deze mannenbolwerken is de dominantie van lokale en christelijke partijen. En het zijn vrijwel allemaal gemeenten op het platteland, op afstand van de stad. Protestants-christelijke partijen hebben een forse invloed in Putten, Staphorst, Zaltbommel en Zwartewaterland. Ze liggen in de zogeheten Biblebelt. In Zwartewaterland en Staphorst staan vrouwelijke bestuurders vooral door het verzet en de tegenwerking van de SGP buitenspel. De benoeming van vrouwen op die bestuurdersfuncties ligt met name bij de SGP moeilijk. Dat bleek ook uit de sterk verdeelde reacties dit jaar op de benoeming van Paula Schot in Schouwen-Duiveland tot eerste vrouwelijke SGP-wethouder in het land. De grootst mogelijke minderheid van de SGP-achterban vindt een vrouw als wethouder onaanvaardbaar, zo bleek uit onderzoek van Omroep Zeeland.
Een dominante combinatie van lokale partijen en het CDA zorgt eveneens voor een mannenbestuur in plattelandsgemeenten als Eijsden-Margraten, Mill & St. Hubert, Simpelveld, Woensdrecht, Baarle-Nassau, Druten, Leudal en Loon op Zand. In veel van die gemeenten maken lokale partijen de dienst uit. En daarvan is bekend dat die gemiddeld meer mannelijke vertegenwoordigers in hun rangen hebben.
Kwart vrouw
Het benoemen van vrouwen tot wethouder wordt sinds de eeuwwisseling steeds meer gebruikelijk. De eerste benoemingen waren in 1919 in Oostzaan en Valkenburg. Pas in de laatste decennia van de vorige eeuw begon het aantal vrouwelijke wethouders te stijgen. In 2002 waren het er 278 (16 procent), in 2018 groeide dat tot 25 procent. Duidelijk is dat ondanks alle maatschappelijke aandacht voor diversiteit en inclusiviteit de mannen de wethouderszetels domineren. Niet alleen is driekwart van de wethouders een man; in 103 van de 355 gemeenten bekleden alleen mannen de wethoudersposten. In 37 gemeenten, dus ruim 10 procent van de gemeenten, waaronder een grote stad als Apeldoorn, is het tien jaar of langer geleden dat er een vrouwelijke wethouder aan de bestuurstafel zat.
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 23 van deze week
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Bij de invoering van de gemeenten rond 1814 had de ambachtsheer nog redelijk veel invloed op de benoemingen. In kleinere gemeenten werd in eerste instantie een notaris als burgemeester aangesteld in plaats van een rijke boer. En er waren heel veel kleinere gemeenten. Bovendien tot 1825 heette dat nog schout.
Veel later mocht de gewone man zich met politiek bemoeien en vanaf 1919 de vrouw. Op 14 juni 1956 werd de 'Wet handelingsonbekwaamheid' afgeschaft en gingen vrouwen volwaardig meetellen.
Het wachten is dus 64 jaar en niet ruim 200 jaar.
Het betreft Geertje Koulman (PvdA) en Joke Jansen (VVD).