Zorg voor burgers is er niet beter op geworden
Sinds de invoering van de Wmo 2015 is de zorg voor burgers er niet beter op geworden. Dat blijkt uit onderzoek door I&O Research onder ambtenaren die werkzaam zijn in het sociale domein (jeugd, Wmo, werk en inkomen) in opdracht van Binnenlands Bestuur.
Ambtenaren vinden dat vooral de zorg voor burgers sinds de invoering van de Wmo 2015 er niet beter op is geworden. Met name grote gemeenten maken zich zorgen over ontoereikende budgetten voor de Wmo en de jeugdzorg.
Dit blijkt uit een enquête van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur onder ambtenaren die werkzaam zijn in het sociale domein (jeugd, Wmo, werk en inkomen). Vooral over de gevolgen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) zijn ambtenaren sceptisch. Een op de drie ambtenaren stelt dat de Wmo 2015 een negatieve impact heeft op de dienstverlening aan burgers, terwijl minder dan een op de vijf ambtenaren daar wel positief over is.
Negatieve gevolgen
Ook bij de Participatiewet zijn er met 21 procent meer criticasters dan optimisten (17 procent). Bij de Jeugdwet ziet 21 procent van de ambtenaren een verslechtering en eenzelfde percentage een verbetering. Over de drie decentralisaties bezien, zijn er meer ambtenaren die negatieve dan positieve gevolgen zien. Het draagvlak voor de transities onder ambtenaren is met 59 procent nog steeds groot, maar is in vergelijking met vorig jaar wel met vijf procentpunt afgenomen. Ruim een op de vijf ambtenaren noemt, net zoals vorig jaar, de decentralisaties een slechte ontwikkeling. ‘Ik vind het vreemd dat ambtenaren in het sociaal domein enerzijds pal blijven staan achter de overdracht van taken naar de gemeenten an sich, en dat ze anderzijds erkennen dat deze overheveling voor de burgers niet beter uitpakt. Daar was het toch – mede – voor bedoeld’, stelt onderzoeker Peter Kanne van I&O Research.
Stroef en chaotisch
De overheveling van taken is volgens ruim twintig procent van de ambtenaren ‘stroef’ tot ‘chaotisch’ verlopen. Een kwart van de ambtenaren vindt dat de transities ‘enigszins stroef’ zijn verlopen. Vier op de tien ambtenaren vinden dat het (overwegend) soepel is gegaan. Opvallend is dat vooral ambtenaren uit 100.000+ gemeenten negatief zijn over de overgang. Bijna de helft (49 procent) van de ambtenaren werkzaam in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners stelt dat de decentralisaties zonder noemenswaardige problemen zijn verlopen; dat percentage daalt naarmate het inwoneraantal stijgt. Onder ambtenaren uit 100.000+ gemeenten is slechts een op de vier ambtenaren tevreden over de overgang. Een jaar geleden, toen Binnenlands Bestuur in aanloop naar de decentralisaties de verwachtingen en zorgen onder ambtenaren peilde, vreesde 47 procent van de ambtenaren een zeer stroeve overgang tot een chaos. ‘In retrospectief is het al met al dus meegevallen’, concludeert Kanne.
Knelpunten
De grootste knelpunten liggen komend jaar bij de uitvoering van de Jeugdwet, verwacht 44 procent van de ambtenaren, gevolgd door de Wmo (30 procent). Vijftien procent van de ambtenaren verwacht de grootste problemen bij de Participatiewet. Een op de tien ambtenaren verwacht komend jaar geen knelpunten. Kleine en middelgrote gemeenten maken zich vooral zorgen over de uitvoering van de Jeugdwet; grote gemeenten (100.000+) juist over de Wmo. Dat was ook vorig jaar het geval. Zorgen zijn er vooral over het beschikbare budget en het personeel dat de drie wetten moet uitvoeren, maar ook over de herindicaties bij de Wmo en Jeugdzorg. Bij de Participatiewet voorzien zeven op de tien ambtenaren knelpunten bij het creëren van beschutte werkplekken en nog eens zes op tien verwachten problemen bij de afbouw van de sociale werkvoorziening.
Eenzaamheid
Bijna de helft van alle ambtenaren (47 procent) die in het sociaal domein werkzaam is, stelt dat het beschikbare budget onvoldoende is. De grootste budgettaire knelpunten zitten bij de jeugdzorg: 48 procent van de ambtenaren stelt dat het budget 2016 voor de jeugdzorg ontoereikend is. Bij zowel de Wmo als de Participatiewet ligt dat percentage op 41 procent. Ook hier is het opvallend dat 100.000+ gemeenten zich beduidend meer zorgen maken dan kleine gemeenten. Als mogelijke verklaring ziet Kanne dat grotere gemeenten een andere bevolkingssamenstelling hebben, er zijn meer ‘probleemgevallen’ en er is minder sociale cohesie. Ook is de eenzaamheid groter. ‘Bij grotere gemeenten zal er wellicht een relatief groot beroep op de voorzieningen worden gedaan.’ Kanne vraagt zich af of ambtenaren de impact van de jeugdzorg voor cliënten onvoldoende inschatten. ‘Ambtenaren zijn pessimistischer over de effecten voor cliënten in de Wmo dan in de jeugdzorg. Ze verwachten weliswaar voor 2016 in de jeugdzorg de grootste knelpunten, maar denken dan vooral aan de ontoereikende budgetten.’
Veranderingen kosten tijd
‘Ik ben me ervan bewust dat veranderingen altijd tijd kosten en de nodige onzekerheid met zich mee brengen. Dat blijkt ook uit deze enquête. Hoewel er door overgangsrecht en continuïteit van zorg sprake is geweest van een gecontroleerde overgang van zorg en ondersteuning, zijn we nog niet daar waar we willen zijn. En dus werken we iedere dag verder om de zorg voor mensen dicht bij hen te organiseren.’ Dit stelt staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) desgevraagd in een reactie. ‘Ik geloof namelijk dat dát de weg is die we moeten blijven volgen. Om te zien welke goede, nieuwe initiatieven hierbij ontstaan, bezoek ik de komende maanden tientallen gemeenten in Nederland. Zoals ik de afgelopen maanden ook steeds heb gedaan. Ik leg mijn oor te luister bij mensen die zorg ontvangen, bij zorgverleners, mantelzorgers, vrijwilligers en wethouders en stel daarbij twee vragen: Wat gaat er goed? En wat kan er beter?’
Aan de enquête over de transities jeugd, zorg en werk hebben 1.056 ambtenaren meegedaan, waarvan 301 werkzaam zijn in het sociaal domein.
Lees meer over het onderzoek in Binnenlands Bestuur 22 van deze week. (inlog)
Ik vind het onbegrijpelijk hoe onderzoeksbureau's, onderzoekers, specialisten en anderen ons elke dag betwitteren en bemailen en berapporteren met nieuws en meningen en conclusies over hoe slecht het gaat in het sociaal domein...ja maar..de ouders dan..die klagen toch ook..en de ouderen..die klagen toch ook?
Lieve mensen, 'wij' zitten met z'n allen in Nederland in één van de meest ingewikkelde sociale processen, in één van de meest ingrijpende perioden sinds lange lange tijd.
Dat een aantal onderzoekers en andere betrokkenen hun stemgeluid willen lagen horen, prima. Vrijheid van meningsuiting. Dat dergelijke rapporten of meningen werkelijk iets aandragen ter verbetering, ánders dan de kas spekken van onderzoeksbureau's, ik waag het te betwijfelen.