Zeven procent uitstroom in proef bijstand

Uit de eerste tussenrapportage van de gemeente Wageningen na zes maanden experimenteren met de bijstand blijkt dat ongeveer 10 procent van de 395 aanvankelijke deelnemers niet meer meedoet.

Zo’n 2 procent heeft zich teruggetrokken, ongeveer 7 procent heeft inmiddels werk gevonden. De eerste tussenrapportage is eind april naar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd. In Wageningen wordt geëxperimenteerd met vier groepen; een ontheffingsgroep van 102 deelnemers die zelf mag bepalen hoe invulling te geven aan het zoeken naar werk, een zogeheten intensiveringsgroep van 93 deelnemers met meer contacten met bijstandsconsulenten en speciale aandacht, een vrijlatingsgroep van 109 deelnemers die mag bijverdienen en een controlegroep van 91 deelnemers. Bijstandsgerechtigden die zich voor het vertrouwensexperiment hebben aangemeld, zijn willekeurig in de groepen onderverdeeld.

Uit de eerste cijfers blijkt dat de uitstroom naar werk het hoogst is in de ontheffingsgroep (8) en de vrijlatingsgroep (9). Bij zowel de intensiveringsgroep als de controlegroep stroomden zes deelnemers uit naar een baan. Bij de intensiveringsgroep hebben de meeste deelnemers (3) zich afgemeld. Met 95 procent van de deelnemers zijn afspraken gemaakt over een plan van aanpak. Onderzocht wordt welke behandeling leidt tot een hogere uitstroom naar werk, een hogere participatiegraad en beter welbevinden. Ook wordt gekeken of de mogelijkheid om bij te verdienen tot bovenstaande doelen en een verminderde uitkeringsafhankelijkheid leidt.