Advertentie
sociaal / Nieuws

SZW: Begrip voor keuze ‘laaghangend fruit’ bij re-integratie

Gemeenten moeten scherpe keuzes maken, zegt staatssecretaris Nobel. Iedereen helpen kan niet.

12 november 2024
Jurgen Nobel staatssecretaris
Jurgen Nobel, staatssecretaris Participatie en IntegratieANP/Remko de Waal

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft er begrip voor dat gemeenten zich bij re-integratie vooral richten op mensen met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt. Dat schrijft staatssecretaris Jurgen Nobel in antwoorden op Kamervragen door Kamerlid Daan de Kort (VVD). Nobel zegt dat gemeenten scherpe keuzes moeten maken omdat zij niet de middelen en menskracht hebben om iedereen in de doelgroep passend te ondersteunen.

Regisseur wijkveiligheid

Duo+ in opdracht van Gemeente Uithoorn
Regisseur wijkveiligheid

Inkoopadviseur

Gemeente Apeldoorn
Inkoopadviseur

Rapport

De Kort stelde vragen naar aanleiding van het rapport 'Re-integratiedienstverlening in het kader van de Participatiewet'. Daaruit bleek onder andere dat de caseload van klantmanagers bij gemeenten te hoog is. Zij moeten daardoor keuzes maken tussen klanten aan wie ze meer- of minder tijd besteden. De meeste aandacht gaat dan vaak naar bijstandsgerechtigden die zelf al erg gemotiveerd zijn of een korte afstand tot de arbeidsmarkt hebben.

Zorgwekkend?

Het Kamerlid vroeg zich af of dit wel wenselijk is. ‘Vindt u het zorgwekkend dat er dus juist voor de groep die de meeste begeleiding nodig heeft minder tijd en aandacht is?’ Zo vroeg hij het kabinet. Nobel antwoordt niet direct instemmend op die vraag. Hij zegt juist begrip te hebben voor de keuzes die gemeenten hierin maken en zegt dat de vrijheid om die keuzes te maken ook past binnen het stelsel van gedecentraliseerde uitvoering. Door te kiezen voor het ‘laaghangend fruit’ kan volgens de staatssecretaris zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die de krappe arbeidsmarkt op dit moment biedt.

Caseload

Voor een groot deel is dat al gebeurd zegt Nobel. Mede als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt hebben de meer kansrijke bijstandsgerechtigden inmiddels hun weg naar de arbeidsmarkt gevonden. Daardoor bestaat het bijstandsbestand van de meeste gemeenten nu vooral uit de groep met complexe problematiek: schulden, psychische klachten, of fysieke beperkingen. Hoewel het totaal aantal mensen in de bijstand relatief stabiel is en momenteel op hetzelfde niveau is als tien jaar geleden, neemt de caseload voor consulenten daardoor alsnog toe: de gemiddelde tijd die nodig is om een cliënt te begeleiden wordt groter.

Investeringen

Niet verrassend is daarom dat Nobel op basis van de meest recente cijfers meldt dat gemeenten steeds meer re-integratievoorzieningen inzetten voor mensen met een forse afstand tot de arbeidsmarkt. Daarbij gaat het om investeringen in bijvoorbeeld beschut werk, of de inzet van loonkostensubsidie. Ook heeft het kabinet besloten extra te investeren in sociaal ontwikkelbedrijven. Die functioneren niet alleen als een vangnet voor kwetsbare personen, maar ook als een opstapje naar regulier werk.

Lastig

Nobel benadrukt dat het helpen van de groep met complexe problematiek erg lastig is. ‘Veel voorkomend zijn schulden, psychische klachten, fysieke of verstandelijke beperkingen. Veel mensen in de bijstand hebben geen startkwalificatie, een taalachterstand en/of zijn bezig met inburgeren. Vaak staan de problemen dus niet op zichzelf en gaat het om gecombineerde problematiek, die elkaar versterkt en niet los van elkaar opgelost kan worden.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie