‘Schep helderheid over zakgeld’
Gemeenten, gecertificeerde instellingen (GI’s) voor jeugdbescherming en residentiele jeugdzorginstellingen vinden het soms nog altijd lastig om afspraken te maken over zakgeld, kleedgeld en andere noodzakelijke kostenvergoedingen.
Gemeenten, gecertificeerde instellingen (GI’s) voor jeugdbescherming en residentiele jeugdzorginstellingen vinden het soms nog altijd lastig om afspraken te maken over zakgeld, kleedgeld en andere noodzakelijke kostenvergoedingen.
Dat constateert Kinderombudsman Margrite Kalverboer in een vervolgonderzoek. Hoewel het aantal meldingen beperkt is, zorgt de problematiek er volgens de Kinderombudsman wel voor dat sommige kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel geen toereikende levensstandaard hebben als hun ouders niet meer betrokken zijn.
Zij worden daardoor belemmerd in hun ontwikkeling. In 2017 concludeerde de Kinderombudsman dat het vaak niet duidelijk was wie verantwoordelijkheid draagt voor zak- en kleedgeld in de jeugdbescherming. Gemeenten, GI’s en residentiële instellingen wezen daarbij vaak naar elkaar. Het maken van duidelijke onderlinge afspraken, de hoofdaanbeveling van het rapport uit 2017, blijkt samen met de praktische uitvoering nog altijd het grootste knelpunt te zijn.
Wel concludeert Kalverboer dat men bij gemeenten en GI’s inmiddels goed op de hoogte is van de gemeentelijke zorgplicht in deze gevallen. Bij residentiële jeugdzorginstellingen is nog wel vooruitgang te boeken. ‘Het gevolg van deze knelpunten is dat er nog steeds kinderen en jongeren zijn die niet in hun eerste levensbehoeften worden voorzien’, aldus Kalverboer.
‘Het gaat hier wellicht om een kleine groep kinderen maar de gevolgen zijn groot.' Noodzakelijke spullen kunnen niet worden aangeschaft. De Kinderombudsman wil dat overal goede afspraken worden gemaakt, en dat gemaakte afspraken helder naar alle betrokken partijen worden gecommuniceerd.
HUH?