Advertentie
sociaal / Column

Wwnv: moeilijker kunnen we het niet maken

In pakweg de afgelopen 25 jaar hebben veel kabinetten de vrome wens uitgesproken voor minder regels en minder bureaucratie. Het resultaat is precies het omgekeerde: meer regels en meer bureaucratie.

14 februari 2012

Hoe dit in z’n werk gaat kunnen we laten zien aan de hand van het voorbeeld van de Wet Werken naar Vermogen (Wwnv). Het begon zo mooi. Eerst een helder advies van de Commissie De Vries met haar rapport “Werken naar Vermogen”. De VNG en Divosa gingen er overheen met hun idee voor één wet voor de onderkant van de arbeidsmarkt. De formateurs van het huidige kabinet Rutte namen het mee. De twijfel begon bij het lezen van het Regeerakkoord. En nu het wetsvoorstel er ligt weten we het zeker. Er blijven gewoon drie wetten bestaan, en er komt juist een wet bij.

Een studie naar de oorzaken van steeds meer regels zal ook een politieke dimensie moeten hebben. De totstandkoming van de Wwnv is namelijk een cocktail van uiteenlopende belangen, compromissen, kolen en geiten die gespaard moeten worden, en er moeten nog bezuinigingen doorheen worden gemixed. Dit leidt bijvoorbeeld tot zeer ingenieus overgangsrecht bij de Wajong. Je wordt helemaal duizelig van de data en percentages. Wie vóór 1 januari 2010 Wajong heeft houdt zus; wie na 1 januari 2011 Wajong heeft krijgt zo; wie meer dan 35% arbeidsvermogen heeft moet dit; wie minder heeft houdt dat. In de ene situatie krijg je 75% van iets; en in de andere situatie 70% van iets anders. Of zoiets. De WSW is ook fraai. Daar verlaat in 2041 de laatste van de huidige groep WSW-werknemers de poort. (Ik ben eigenlijk wel benieuwd wie dit is. De man of vrouw heeft nu de leeftijd van ongeveer 20 jaar en werkt ergens bij een SW-bedrijf. ) En dat allemaal vanuit het adagium “verworven rechten” dat overigens zeer selectief wordt toegepast. Want bij de recente maatregelen in de WWB is het blijkbaar niet zo erg dat huishoudens er honderden euro’s op achteruit kunnen gaan.

Nemen we vervolgens het instrument loondispensatie. In theorie klinkt dit leuk, maar de loonwaarde is nooit objectief vast te stellen en toe te passen. Op de radio hoorde ik staatssecretaris De Krom dit uitleggen aan de hand van iemand die voor z’n werk dozen moet sjouwen: “Als een normale werknemer 10 dozen per dag sjouwt en een arbeidsgehandicapte werknemer  6, dan …. “ Hij klonk alsof hij het zelf ook nog geloofde. Arbeidsproductiviteit is erg situationeel bepaald en is ook nog dynamisch in de tijd. Want beste lezer, wees eens eerlijk: hoe productief bent u zelf? En uw collega die altijd bij de koffie-automaat staat te kletsen? Bovendien is veel werk helemaal niet zo eentonig dat iemand de hele dag dezelfde handeling uitvoert. Als de uitvoering van de loondispensatie nog een beetje aan gemeenten wordt overgelaten dat is de ramp nog te overzien. Maar gevreesd moeten worden voor centrale richtlijnen en methoden. We gaan dus met dikke handboeken onder onze arm naar de werkgevers. Heerlijk uniform en standaard. En dus…veel bureaucratie.

En het ongedeelde re-integratiebudget dan, hoor ik u denken? Dit is toch beleidsvrijheid? Dit zullen we eerst moeten afwachten. Er klinken al geluiden van schotjes in het budget. En bovendien zijn gemeenten de eerste jaren het volledige budget kwijt aan de uitvoering van de Wsw.

Gezien de losse eindjes in het wetsvoorstel Wwnv kunnen we dus nog veel nadere regelgeving en circulaires verwachten. Maar goed, laten we hopen dat de Tweede Kamer het niet nog ingewikkelder maakt en ons richten op de lichtpuntjes. Goed gemutst gaan we naar 2013. Om met de rijdende rechter te eindigen: “Hiermee zult u het moeten doen.”

Rik Bolhuis

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie