Gemeenten worstelen met keukentafelgesprek
Het dagelijks leven wordt aan die keukentafel in kaart gebracht, om te kijken hoe die het beste ondersteund kan worden, met behoud van ‘eigen kracht’ en op een kostenefficiënte manier.
Aan de keukentafel wordt bepaald of en welke zorg en ondersteuning nodig is. Wie schuiven allemaal aan en wat moeten de gespreksleiders doen. Of laten. Elke gemeente pakt het anders aan.
Keuzes
Het dagelijks leven wordt aan die keukentafel in kaart gebracht, om te kijken hoe die het beste ondersteund kan worden, met behoud van ‘eigen kracht’ en op een kostenefficiënte manier. Wat zijn nu precies de keuzes waar gemeenten voor staan om de keukentafelgesprekken op een goede manier te kunnen vormgeven?
Competente gespreksvoerder
Een competente gespreksvoerder is cruciaal, stelt Marjoke Verschelling, adviseur Participatie en Burgerschap bij Movisie. ‘Dat kan een welzijnsprofessional zijn, of een lid van het sociaal wijkteam, of een Wmo-ambtenaar. Het gaat erom dat hij of zij de kunst verstaat om zo’n gesprek zorgvuldig te voeren.’
Complex
De ondersteuningsvragen worden complexer, maar moeten met minder geld worden opgelost. Daarom, én om de zelfredzaamheid van de cliënt te bevorderen, wordt steeds vaker diens omgeving ingezet. Familie, mantelzorgers, een bevriende buurman en bijvoorbeeld een professionele begeleider zitten vaak ook mee aan tafel. Daarnaast kan een onafhankelijke cliëntondersteuner worden ingeschakeld. Kortom: het kan druk worden aan die keukentafel. Ook daarom is een goede gespreksleider van belang.
Uit handen
Een fundamentele beslissing die gemeenten moeten nemen, is: geven we de gespreksvoering uit handen aan externe deskundigen, of zetten we er eigen ambtenaren voor in? En in dat geval: trainen we de huidige Wmo-medewerkers, of nemen we nieuwe mensen aan met een gespecialiseerde achtergrond? Lopik besloot tot het laatste. Tegen de trend van schaalvergroting en regionalisering in, haalde deze gemeente de uitvoering van de Wmo kort geleden weer terug in eigen huis, en richtte een ‘breed sociaal loket’ op, met het oog op de nieuwe toekomstige taken.
Experimentele fase
Elke gemeente organiseert de keukentafelgesprekken op geheel eigen wijze. Zo worden ze in Schinnen uitgevoerd door MEE, de organisatie die ondersteuning biedt aan mensen met een beperking. Eén grote overeenkomst tussen alle gemeenten is er wel: overal zijn de keukentafelgesprekken nog in de experimentele fase. De nieuwe wet biedt veel kansen, meent Verschelling, maar er zijn ook risico’s. ‘Bijvoorbeeld het risico dat mensen zonder sociaal netwerk verder geïsoleerd raken en niet de hulp krijgen die ze nodig hebben.’ Gemeenten leunen te veel op dat netwerk van mensen.
Lees het hele verhaal in Binnenlands Bestuur 10-2014
Brigit Kooijman
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.