Geen hulp bij schulden, geen huisuitzetting

Woningcorporatie Woonwenz mag huurder Sylvana de Wit, ondanks een forse huurachterstand, voorlopig niet uit haar sociale huurwoning zetten. De reden: de corporatie heeft zich niet gehouden aan de wettelijke plicht om contact op te nemen met de huurder en de betalingsachterstand door te geven aan de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Fantastisch

Dat bepaalde de rechtbank Limburg maandag in een kort geding. ‘Een fantastische uitspraak die betekenis heeft voor alle huurders van corporatiewoningen’, zegt De Wit's advocaat Pejman Salim tegen de Volkskrant. ‘Dit betekent dat corporaties verplicht zijn de schuldhulpverlening op gang te brengen, voordat ze een huurder met een huurachterstand uit kunnen zetten.’

Compensatie

De 36-jarige Sylvana de Wit uit Arcen, gemeente Venlo, heeft een huurachterstand van ruim 6.500 euro. Woningcorporatie Woonwenz vond dat reden genoeg om haar uit haar sociale huurwoning te zetten en spande een kort geding aan om dat mogelijk te maken. De Wit, die slachtoffer van de toeslagenaffaire is, draagt echter aan dat ze binnenkort ruim 30.000 euro aan compensatie van de Belastingdienst krijgt, waarmee ze haar huurschuld kan betalen.

Vroegsignalering

De rechter besluit dat De Wit voorlopig in haar huis mag blijven. De corporatie heeft zich namelijk niet voldoende ingespannen om haar te helpen met haar betalingsachterstand. Volgens de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) moeten corporaties sinds 2021 huurder met achterstanden wijzen op de mogelijkheden om de betalingsproblemen op te lossen. Ook moeten inwoners met blijvende achterstanden, in het kader van vroegsignalering van schulden, worden aangemeld bij de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Geen moeite

De corporatie heeft echter geen enkele moeite gedaan om persoonlijk met De Wit in contact te komen, merkt de rechter op. 'Van een sociaal verhuurder mag dit wel worden verwacht', vindt de rechter. Bovendien heeft de corporatie pas op de ochtend van de zitting contact opgenomen met de afdeling schuldhulpverlening van de gemeente om de achterstanden van De Wit door te geven.

Bodemzaak

Het feit dat Woonwenz zich niet aan de Wgs heeft gehouden, kan effect hebben op de bodemzaak die nog loopt tussen De Wit en de corporatie. Daarom wijst de kantonrechter, die niet op de bodemzaak vooruit wil lopen, het kort geding af. Dat betekent dat de huurder voorlopig in haar woning mag blijven. De bodemrechter zal later bepalen of de woningcorporatie het contract alsnog mag ontbinden. De Wit heeft de rechter gevraagd om een zogenaamde ‘terme de grâce’ om haar achterstanden terug te betalen, zodat ze huisuitzetting kan voorkomen.