Wijkteams kunnen ook juist vraag creëren
Vanuit verschillende hoeken zwelt de kritiek op de inrichting van de sociale wijkteams aan. Bureaucratisch, duur, te zwaar, te weinig deskundigheid.
Gemeenten stampen het ene na het andere sociale wijkteam uit de grond. Beter gecoördineerde zorg voor minder geld is het idee. De praktijk blijkt anders. ‘Wijkteams kunnen ook een markt voor zorg creëren of juist extra hulpvragen oproepen.’ Tuigen we wellicht een bureaucratisch monster op?
De burger
Buurtzorg Nederland zorgt in het overgrote deel van Nederland voor wijkverpleging en andere diensten. Directeur en oprichter Jos de Blok ziet het idee achter de wijkteams – zorg, werk, hulpverlening dicht bij de burgers – dan ook wel zitten. Maar, waarschuwt hij, bij het opzetten van de wijkteams wordt één ding vaak vergeten: de burger. ‘In de wijkteams worden zonder aanleiding mensen uit allerlei verschillende disciplines bij elkaar gezet. Dat gaat voor een enorm bureaucratisch overlegcircus zorgen waarbij professionals met elkaar in gesprek zijn en de burger veel te weinig betrokken is.’
Extra coördinatiemoment
Ook vindt De Blok dat er een te groot overlegcircuit wordt opgetuigd. ‘Het proces wordt uit elkaar gehaald. Eerst wordt het beroemde keukentafelgesprek. Daarna wordt vastgesteld wat er nodig is en wie of welke instantie dat doet. Het lastige daarbij is het opbouwen van een vertrouwensrelatie. De burger wil z’n hele hebben en houwen maar één keer op tafel gooien. Maar in veel gemeenten wordt het proces zo ingericht dat zo’n gesprek overgedragen moet worden. Je ontwikkelt dus een extra coördinatiemoment. ’ De Blok ziet graag dat de ‘dienstdoende’ Wmo-consulent of jeugdzorgmedewerker tot regisseur wordt benoemd. Maar in veel sociale wijkteams is de regisseur een andere persoon.
Dreigt een hype te worden
Niet alleen Buurtzorg volgt de ontwikkelingen van de wijkteams met een kritische blik. De vereniging voor sociale diensten Divosa noemt in haar jaarlijkse monitor de wijkteams een trend die zelfs al een hype dreigt te worden. Daarbij lijkt het erop dat het inrichten van een wijkteam eerder doel is dan middel. Volgens Divosa-leden hebben de wijkteams veel voordelen. Maar bestaat het risico dat de teams te zwaar worden opgetuigd. Groot bezwaar is dat de wijkteams in sommige gemeenten worden ingezet voor iedereen met een hulpvraag en dus als toegang dienen voor álle dienstverlening. Dat is onnodig en het kost veel geld. Met name als de grote groep mensen waar de problematiek enkelvoudig is, via deze brede toegangspoort naar hulp wordt geleid.
Gel kosten
Daarbij kost ook het oprichten van wijkteams veel geld, waarschuwt Divosa. Het inrichten van wijkteams kan alleen op lange termijn efficiënt zijn, op korte termijn moet er geld bij. De leden van Divosa vinden bovendien dat wijkteams erg op zorg gericht zijn en minder op participatie. ‘Het kan daarmee ook een markt voor zorg creëren of juist extra hulpvragen ophalen’, is de vrees.
Te zwaar opgetuigd
De brancheorganisatie voor schuldhulpverlening, NVVK, is ook kritisch over de inzet van wijkteams. Voorzitter Joke de Kock: ‘In sneltreinvaart worden de teams ingericht, soms zelfs visieloos. Als je maar een sociaal wijkteam hebt, lijkt het idee.’ Volgens De Kock worden de teams ook te zwaar opgetuigd. ‘Er zijn teams waar ook jeugdzorg en een leerplichtambtenaar deel van uitmaken, en dat in een wijk waar alleen ouderen wonen. Je moet kijken naar wat er echt nodig is.’ Tegelijkertijd is schuldhulpverlening niet in alle teams aanwezig. Over de problemen die ontstaan als een regisseur zonder kennis van zaken zich met schuldhulp bezighoudt, komen inmiddels de eerste geluiden binnen. ‘Een toeslag die ten onrechte wordt aangevraagd moet gewoon worden terugbetaald. Dan zitten mensen nog dieper in de problemen.’ Ook wordt schuldenproblematiek soms niet opgepakt of wordt een beslagvrijevoet verkeerd berekend. ‘Natuurlijk kunnen wijkteams het probleem constateren. Maar daarna moet de oplossing door een specialistische afdeling worden aangeboden. En dat zijn de klassieke schuldhulpverleners.’
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Stichting PerspeKtief te Delft heeft met de tool -kernformulier nieuw perspektief- de spits afgebeten, met verbluffende uitkomsten...
Wij weten uit gesprekken met onze inwoners dat de formele scheiding tussen zorgvoorzieningen (met name via de huisarts) en welzijnsvoorzieningen (met name via de gemeentelijke consulent) in het dagelijks leven van mensen niet altijd mogelijk en/of wenselijk is. Daarom is het nu al van groot belang dat er in complexe individuele situaties een goede afstemming plaats vindt tussen huisartsen en gemeentelijke consulenten. In Huizen investeren huisartsen en consulenten daar al enkele jaren in.
Toch zien wij zeker wel een rol voor sociale wijkteams, met name waar het gaat om signalering van knelpunten in buurten en wijken en de preventie van sociaal isolement. Daarvoor is afstemming van preventieve activiteiten tussen de eerstelijnszorg en de welzijnssector beslist nodig. Wat ons betreft tuigen we daarvoor geen grote bureaucratische wijkteams op, maar bestaan onze wijkteams vooralsnog uit de wijkverpleegkundige (als schakel naar de huisarts en de eerstelijnszorg) en de welzijnswerker (als schakel naar de gemeentelijke consulent). Samen hebben zij in buurten en wijken een sterk netwerk (denk maar aan huisartsen, schoolbegeleiders, wijkagenten, maatschappelijk werkers etc.), dat hen behulpzaam kan zijn bij het signaleren van problemen en het vroegtijdig helpen aanpakken van problemen in het eigen netwerk van mensen, waarbij dan vaak helemaal geen gemeentelijke voorzieningen nodig zijn.
Ik maak mij in deze constructie niet zoveel zorgen over het ontstaan van een nieuwe 'markt' en het oproepen van extra hulpvragen. Dat risico is er mijns inziens niet, omdat de toegang tot zorg en individuele maatschappelijke ondersteuning gewoon via het gesprek bij resp. de huisarts en de gemeentelijke consulenten blijft verlopen. Veel belangrijker vind ik dat sociale wijkteams hun signalerende functie in buurten en wijken goed kunnen vervullen. Niet iedereen komt helaas nog uit zichzelf of via de huisarts bij de gemeente terecht. Als de sociale wijkteams erin slagen om beter en tijdiger te signaleren waar individuele hulp nodig is en de noodzaak van individuele hulp uit het gesprek met de inwoner duidelijk kan worden vastgesteld, dan horen we er als gemeente juist ook voor deze inwoners te zijn.
Ik vraag me voorts af of gemeenten het zelfredzaam vermogen van burgers soms niet overschatten. Mijn ervaring is dat de goed georganiseerde, mondige burger, die bijvoorbeeld een probleem heeft bij de opvoeding van zijn kind of door ziekte of ander ongemak hulp nodig heeft in de huishouding, heel goed de weg weet te vinden en zelf tot bepaalde oplossingen kan komen, al dan niet met hulp van de gemeente of een professionele organisatie.
Er zijn echter veel mensen bij wie sprake is van gelijktijdige meervoudige problematiek. Waar misschien een onhandelbaar kind symptoom is van bijvoorbeeld schuldenproblematiek, waardoor er relationele spanningen zijn in de partnerrelatie en waardoor er minder aandacht is voor het kind, wat al een rugzakje heeft, en als reactie onhandelbaar gedrag vertoont. Dan kun je met elkaar investeren in opvoedkundige hulp, maar dat brengt slechts kortdurende verlichting omdat het onderlinge probleem niet uit de wereld wordt geholpen. Met alle mogelijke gevolgen van dien.
Ik vind het daarom belangrijk dat er geïnvesteerd wordt in de professionaliteit van de wijkteams. Dat op deze medewerkers niet wordt bezuinigd maar dat er professionals worden ingezet met een veelzijdige ervaring in het werkveld (denk aan psychiatrie, verslaving, schulden, opvoeding, ouderen, etc.) en die in staat zijn breed te kunnen signaleren.
Over het algemeen zie ik zeker het gevaar dat wijkteams vooral overlegorganen worden tussen professionals en dat de burger alsnog buitenspel staat. Ik vrees dat binnen een wijkteam, bestaande uit allerlei disciplines, doorlopend discussie plaats gaat vinden over wat nu precies het grootste of dominerende probleem is, welke hulp geboden moet worden en wie de eindregie gaat krijgen. Ervaringen vanuit het casemanagement en multi-problem zijn wat mij betreft exemplarisch voor hoe ‘samenwerkende hulpverleners’ zich gedragen. Overigens, met alle goede bedoelingen, laat dat voorop staan. Maar alleen hierom al zou ik pleitten voor wijkteams met zo min mogelijk ‘professionele bloedgroepen’, maar wel gevormd door stevige generalisten die met kennis van zaken oog en oor hebben voor de burgers uit de wijk.