Wethouder onderwijs verdwaald in onderwijsland
Het ontbreekt aan doorzettingsmacht binnen het onderwijs, zegt oud-wethouder Pieter Kos. Zijn zoontje Otis werd het 'kind van de rekening'.
Na 10 jaar als wethouder, waarvan een groot deel als wethouder onderwijs, denk je de weg te kennen in onderwijsland. Toch werd Pieter Kos, die als bestuurder verschillende successen mocht vieren, onaangenaam verrast toen hij als vader van Otis (8) plots opzoek moest naar een andere school omdat het op de vrije school in Leiden niet zo goed ging met zijn zoon. Nu, na sinds april door 9 verschillende scholen nul op het rekest te hebben gekregen, heeft hij zijn baan als wethouder moeten opzeggen om Otis thuis op te vangen. Dat kan en moet anders, meent Kos.
Wethouder onderwijs
Kos startte in 2014 als wethouder in Den Helder. De marine-hoofdstad is zijn geboorteplaats, al was hij zelf, toen hij namens de Helderse Stadspartij gevraagd werd deel te nemen in het college, inmiddels gevestigd in Leiden. Daar was hij van 2007 tot 2014 fractievoorzitter van GroenLinks. In 2013 was hij nog in de running voor het landelijk partijvoorzitterschap van die partij, na de interne bestuurscrisis die uiteindelijk culmineerde in het vertrek van fractievoorzitter Jolande Sap en partijvoorzitter Heleen Weening. Kos verloor de verkiezing uiteindelijk van Rik Grashoff.
Vertrek
Daarna belegde hij zich volledig op het lokale. Het wethouderschap paste hem als een handschoen, zo was in het algemeen de opvatting van collega’s en raadsleden die medio september bij zijn afscheid aanwezig waren. Afscheid inderdaad, want Kos kondigde enkele maanden geleden zijn ontslag aan. Hij is openhartig over de reden voor zijn vertrek: het lukt hem niet meer de zorg voor zijn zoontje Otis, die bij zijn vriendin in Leiden woont en sinds kort niet meer naar school gaat, te combineren met zijn werk als wethouder.
Naar school
Volgens de afzwaaiend wethouder begon het verhaal eigenlijk vier jaar geleden al. Toen Otis voor het eerst naar de basisschool ging en na enkele maanden weer thuis kwam te zitten vanwege de coronapandemie. ‘Hij zat een paar maanden op school, en toen weer een tijd niet. Toen gingen de scholen weer open en kwam er nog een lockdown. Het was enorm onrustig. Toen hij naar groep 3 ging merkten we voor het eerst dat hij wat meer begeleiding nodig had. Sommige kinderen pakken uit zichzelf het boekje erbij en gaan lezen, maar bij Otis moet iemand dat wel even tegen hem zeggen.’
Leraren
De vrije school waar Otis naartoe ging groeide in die jaren hard, terwijl het team van leraren niet evenredig meegroeide. Waar de leraar in groep 3 nog geen moeite had Otis voldoende aandacht te geven, werd in groep 4 plots gemeld dat het niet meer goed ging. ‘Er vielen heel veel docenten uit omdat de werkdruk zo hoog was. Het ziekteverzuim lag rond de 20 procent. Dat werd opgevangen met invalkrachten en leraren die elkaars klas overnamen. Dat was voor Otis ook niet prettig, hij heeft behoefte aan duidelijkheid en regelmaat. Hij begon steeds meer te weigeren wat er van hem gevraagd werd. Hij kon soms erg boos worden.’
Teleurstelling
‘Uiteindelijk zei Otis zijn leraar dat hij het op deze manier niet meer aankon en zo niet meer met plezier naar school ging.’ De inmiddels aangestelde interim-directeur (ook de schooldirecteur zat ziek thuis) vroeg Kos en de moeder van Otis om naar school te komen waarna hij hen mededeelde dat hun kind zou worden geschorst. ‘Hij werd aangesteld als interim en ging er snel even met de ruwe bezem doorheen. Hij zei te moeten kiezen tussen het personeel dat dreigde uit te vallen en een aantal leerlingen. Otis was de enige uit zijn klas, maar de school ging met ouders van meerdere kinderen in gesprek.’
Het lastige is dat die scholen een soort ultiem zelfbeschikkingsrecht hebben.
Bij de administratie
De boodschap viel Kos rauw op het dak. ‘We hadden net in overleg met school bij het samenwerkingsverband geïnformeerd of er iemand in de klas kon observeren hoe het met Otis ging. We waren voor ons gevoel nog volop aan het werken aan de situatie, maar toen was het voor de school opeens klaar.’ Kos wees de school op haar zorgplicht, maar de directeur bood Otis slechts één alternatieve oplossing. ‘Hij mocht alleen blijven als hij de hele dag ergens bij de administratie aan een tafel zou zitten werken. Ik vond het ondenkbaar dat ze dat voorstelden. Echt, schaam je, dat ga ik mijn kind niet aandoen. Dan komt hij mee naar huis.’
Ravage
‘Het lastige is dat die scholen een soort ultiem zelfbeschikkingsrecht hebben. Terwijl het samenwerkingsverband tegen ons als ouders zegt: ‘de oplossing van de vrije school kan echt niet’, kunnen ze nergens afdwingen dat de school zich aan haar zorgplicht houdt. De oude school doet ook niks nu Otis thuis zit. We hebben een aantal boekjes gehad, over taal en over rekenen. Verder hebben we qua onderwijs geen ondersteuning gehad. Ze lijken zich niet te realiseren wat voor een ravage ze aanrichten bij een kind van 8, en een heel gezin.’
School na school zegt nee
'Scholen zijn niet verplicht een leerling aan te nemen, zeker niet als de juridische zorgplicht nog bij een andere school ligt. We begonnen hoopvol, benaderde de scholen die ons leuk leken en die dichtbij waren. Dat hij van school af moest was voor Otis enorm vervelend, maar wij dachten nog: die nieuwe school komt er zo. We hebben inmiddels 9 verschillende scholen benaderd. Daarvan zeiden er 7 direct nee. De andere 2 zeiden nee na een eerste gesprek. Ze zeggen dat ze vol zitten, dat het niet hun probleem is, dat ze al veel doen voor kinderen die extra aandacht nodig hebben.’
Doorzettingsmacht
Kos zocht ook contact met de organisatie Onderwijsconsulenten, die wordt gesubsidieerd door het ministerie van VWS met als doel om kinderen als Otis verder te helpen. Sinds april heeft hij echter niks meer van hen vernomen. Hij wacht nog steeds op een intake. Maar zelfs als Onderwijsconsulenten wel zou kunnen helpen te werk zou gaan: het blijft een organisatie die enkel kan bemiddelen. Doorzettingsmacht, daar ontbreekt het volgens de oud-wethouder aan.
Bestuurders
Als ervaren lokaal-bestuurder is Kos ook enigszins ‘schuldbewust’. ‘Als ik dit had geweten dan had ik het in Den Helder heel anders aangepakt, maar dat je zo tussen wal en schip kan vallen, dat was mij niet bekend. Als bestuurders zijn we veel te veel bezig met statistieken en veel te weinig met individuen. Dan vieren we successen als: ons aandeel vroegtijdig schoolverlaters is gezakt van 4,3 per duizend naar onder de 2,8. Ik heb echt meegemaakt dat we dan op kantoor taart haalden daarvoor. Maar 2,8, dat zijn in een stad als Den Helder enkele tientallen kinderen. Dat zijn aantallen, die kunnen we als gemeente gewoon persoonlijk helpen, daar kunnen we een plek voor vinden.'
Regietafels
‘We moeten dit soort lastige situaties oplossen via regietafels, dat geldt voor het hele sociale domein. Binnen veiligheid gebeurt dat al veel vaker, dat we zeggen: we gaan hier niet weg voordat er een oplossing is. Dat moet er ook komen voor het onderwijs. Als wethouder kreeg ik meerdere keren casussen op mijn bureau waarbij een school richting mij escaleerde omdat er een veiligheidsvraagstuk was ontstaan. Dat is ook het domein waar wij als gemeente dan iets kunnen betekenen. Maar bij onderwijsvraagstukken kun je dus eigenlijk nergens heen escaleren. Dat vind ik wrang.’
Lees het volledige verhaal in Binnenlands Bestuur 19.
Of degraderen we tot een 3e wereld land binnenkort nu inmiddels alle Nederlandse universiteiten al uit de top 50 zijn verdwenen.