Wethouder maakt zich zorgen om school zonder goed plan

De Rotterdamse wethouder Hugo de Jonge maakt zich grote zorgen over het gemak waarmee een school begonnen kan worden. In zijn stad is een bestuurder een tweede basisschool begonnen, terwijl zijn eerste school twee jaar geleden door wanbeleid opgeheven werd. De negen leerlingen die zijn nieuwe school ‘De Verbinding’ momenteel telt, lopen volgens De Jonge een risico op achterstanden.

Wat is precies het probleem?

‘Het enige dat een startende school moet doen is aantonen dat er in de omgeving genoeg potentiële leerlingen wonen. Ze hoeven nog helemaal geen onderwijskundig plan te hebben. Dat ligt er tot op heden ook niet. Voor een aanvullende subsidie van de gemeente is een dergelijk plan wel nodig, en dus hebben we die aanvraag geweigerd. De onderwijsinspectie kan pas na een paar jaar beoordelen of het goed gaat met een school. Dat is natuurlijk veel te laat voor de leerlingen. Juist daarom zeggen we in dit geval: pas op.’

Wat betekent dat voor leerlingen van zo’n school?

‘Die dreigen een massieve leerachterstand op te lopen. We zijn nauw betrokken geweest bij het overplaatsen van de leerlingen van de bestuurder van de eerste school. Die hebben gelukkig allemaal een plek kunnen gekregen op andere scholen. Uit diagnostische toetsen die door die scholen gedaan zijn bleek dat ze soms jaren achterstand hadden.’

Wat voor stappen onderneemt u?

‘We hebben het ministerie van Onderwijs gewaarschuwd dat dit gaande is. Daarnaast hebben we er bij de onderwijsinspectie op aangedrongen om vanaf dag één toe te zien op deze nieuwe school. Ze kunnen bijvoorbeeld in de gaten houden hoeveel bevoegde leraren de school heeft. We gaan er vanuit dat zij er bovenop zitten en snel conclusies trekken over de levensvatbaarheid van deze school. Gebeurt dat niet, dan overweeg ik ouders te adviseren om hun kinderen in te schrijven op een andere school.’