Wethouder als voedselcoach
Ede neemt met een heuse voedselwethouder gezondheid uitermate serieus. In wijken met relatief slecht eet- en drinkgedrag worden speciale lifestylecoaches ingezet. Amsterdam concentreert zich vooral op de bestrijding van zwaarlijvigheid.
Ede en Amsterdam pakken overgewicht aan
Het is 11.17 uur. Inge, met headset op aan het beeldscherm, heeft juist een gesprekje beëindigd. De volgende beller dient zich al aan. ‘Met Inge van de maaltijdservice: waar heeft u zin in straks? (…) Warme aardappelen? Bedoelt u de gekookte? (…) Ah, de puree, prima. Jus erbij, zegt u? Heb ik erbij gezet, hoor. (…) Kipfilet? Ja, klopt, is best mager.’
34,5 jaar werkt Inge nu in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede. Daarvan zijn de laatste vijf jaar verreweg het leukst, zegt ze, want die werkt ze als telefoniste in het callcenter van ‘At your request’, de maaltijdservice van Ziekenhuis Gelderse Vallei die vijf jaar geleden begon.
‘Je hebt direct contact met patiënten. Laatst kreeg ik een mevrouw aan de lijn die boos was op de verpleegkundige van wie ze moest eten. “Hè, vervelend”, zei ik: “Wat dacht u van een beschuitje? En mevrouw, even tussen ons: dan eet u dat toch gewoon maar voor de helft?” De vrouw nam het beschuitje, en at het helemaal op.’ Sinds de invoering van ‘At your request’ - een beschermd concept, door een Amerikaans bedrijf ontwikkeld – heeft het ziekenhuis 30 procent minder voedselafval. Dat zegt Mirjam de Groot, hoofd Hoteldienst waaronder de maaltijdservice valt. Ander voordeel: patiënten met risico op ondervoeding sterken aan, door hen een eiwit- en energieverrijkt dieet aan te bieden. Het aansterken wordt vastgesteld door onder meer de spierkracht te meten: voor en na de operatie. De Groot: ‘Zo nodig krijgt iemand zulke maaltijden mee naar huis, voor verder herstel.’
Voordeel is bovendien dat een patiënt kan bestellen tot drie kwartier voordat hij het eten wil hebben. De Groot: ‘Dus niet dat je je niet lekker voelt en dat je al voor de volgende dag moet bestellen. Dan bestel je mogelijk weinig tot niets, terwijl je die dag misschien een berehonger hebt.’
Wat als een patiënt steeds frites bestelt? Kan niet. Staat niet op de kaart. Gebakken aardappelen wel (naast 349 andere items). Steeds gebakken aardappelen bestellen kan tot problemen leiden; dat ligt aan je dieet (het systeem omvat zo’n honderd diëten). Als zo iemand bijvoorbeeld natriumarm moet eten en te veel zoute items bestelt, licht de selectie bij de telefoniste oranje op: opletten. Kleurt de selectie rood, dan moet alsnog voor gezondere items gekozen worden. ‘Maar’, benadrukt De Groot: ‘Dat is een advies. Iemand die per se steeds gebakken aardappelen wil, krijgt dat. Thuis beslissen ze toch ook zelf?’
‘Voedingsziekenhuis’ Gelderse Vallei werkt inmiddels aan een 2.0-versie. Jongere patiënten vinden het best een gedoe: voor elke maaltijd bellen. Dus wordt gedacht aan een app. En patiënten met geriatrische aandoeningen kunnen best meer begeleiding aan het bed gebruiken, bij het opgeven van de maaltijd. De Groot, voormalig raadslid in Uden, heeft een idee richting gemeenten: neem iemands ‘voedingsstatus’ standaard mee in het (Wmo-)‘keukentafelgesprek’, want buiten het ziekenhuis is nog een wereld te winnen. ‘Blijkt iemand te weinig of minder goed te eten, biedt dan een diëtist aan.’
Dikke vrienden
Enkele kilometers verderop, in het gemeentehuis, zegt wethouder Leon Meijer wel iets te zien in De Groots idee: ‘80 procent van de ouderen komt ondervoed het ziekenhuis in.’ Misschien, overweegt hij, zou je een diëtist als vraagbaak moeten hebben, voor iedereen die keukentafelgesprekken voert.
Meijer wijst erop dat De Groots wens op enkele plekken in Ede al min of meer werkelijkheid is geworden. Ede keek waar in de gemeente de gezondheid het meest te wensen overliet. Dat bleek een wijk met veel bewoners van niet-westerse komaf, en een cluster dorpen in buitengebied waar jongeren te veel alcohol en te weinig gezonde zaken innemen. De twee gebieden hebben lifestylecoaches gekregen, een term waarover is nagedacht. Glimlachend: ‘Je moet vooral niet zeggen dat je voor het gewicht komt. In het ziekenhuis bestond het ‘dikke vrienden’- project, voor te zware kinderen. Kwam geen hond.’
Hoewel de doelgroep uitmaakt. Later vanmiddag spreekt Meijer voor een landelijke studentenvereniging die deze kerstperiode in de omgeving is neergestreken. Hij zal confronterend openen: tijdens het kerstdiner heeft u 2.500 tot 3.000 calorieën verorberd. Dat is wat een grote, volwassen man eet. Per dag.
Meijer is ‘voedselwethouder’, naar verluidt de enige wethouder ter wereld die zo wordt aangeduid. Hij heeft veel méér in portefeuille, waarmee hij een gewone wethouder is, maar met de titel wil Ede illustreren hoe serieus ze ‘food’ opvat. Breed ook vooral (‘integraal’), de belangrijkste reden om Ede eind oktober een internationale prijs toe te kennen.
Hoe komt een gemeente erbij om voedsel zo hoog te agenderen? Iemand, legt Meijer uit, wees de vorige burgemeester er jaren geleden op dat Ede altijd alles overkwám: Defensie kwam, Defensie ging, Enka kwam, Enka ging. Werd het niet eens tijd dat Ede zelf ging bepalen wat er met Ede gebeurde?
Vanaf dat moment is Ede gaan kijken wat voor gemeente ze eigenlijk is. Al agrarisch ‘toen Holland nog water was en in Friesland van de ene naar de andere terp werd ‘ Je moet het systeem rond die kinderen aanpakken, anders werkt het niet’ gesprongen’; 800 boeren in buitengebied; 80 procent van de Nederlandse agro-business binnen 30 kilometer. ‘Wij proeven hier voor het hele land omdat we redelijk midden in het land zitten, veel niet-westerlingen, doorsnee dus; ideaal voor smaakonderzoek’.
Vervolgens werd gekozen voor karakterversterking, resulterend in het vigerende coalitieprogramma ‘Ede smaakt naar meer’, met Meijer als nieuwe wethouder. ‘Het ziekenhuis kregen we in de schoot geworpen, want dat was toen al overgestapt op het nieuwe maaltijdsysteem.’
Smaaklessen
Naast dieet-interventie in het ziekenhuis en twee aandachtsgebieden doet Ede aan bewustwording en duurzaamheid, met onder meer smaaklessen en tuinieren op basisscholen. ‘Weet jij dat die wortel, die jij in drie minuten opeet of misschien wel weggooit in twee seconden, er tweeënhalve maand over deed om deze wortel te worden?’ Ook kook-battles met restjes, boeren verleiden om ook de lokale markt te bedienen.
Meijer (ChristenUnie) wil ingrijpen bepaald niet uit de weg gaan. Zo bekijkt bij met zijn collega-wethouder sport of clubs met een ongezonde kantine subsidie moet worden onthouden. ‘Het is absurd om iets te financieren wat de samenleving op kosten jaagt.’ Dat wringt alleen meer sinds gemeenten budgethouders zorg en welzijn zijn geworden. ‘Overgewicht leidt niet alleen tot diabetes 2, maar via lichamelijke inactiviteit ook tot depressie.’
Meijer ziet overgewicht als ‘het nieuwe roken’. Roken raakte om gezondheidsredenen uit de samenleving verbannen, met de roker als ‘outlaw’; wat de wethouder betreft leggen te veel en te slecht eten eenzelfde route af. Hij refereert aan wereldvoedsel organisatie FAO ‘die altijd gericht is geweest op het zuiden, maar inmiddels spreekt een groot voedselprobleem in het westen’. Volgens het CBS is 43 procent van de Nederlanders te zwaar; dertig jaar geleden was dat 28 procent.
Ook in Amsterdam zette de nieuwe coalitie vier jaar geleden een stevig gezondheidsbeleid in, ook daar werd bewust gekozen voor breed, lang vol te houden beleid, in de overtuiging dat ‘een eenmalige cursus of een keer waterbidons uitdelen’ in nul effect resulteert. Ook daar een miljoenenbudget plus een club vrijgespeelde ambtenaren.
Verschil: waar Ede, op basis van historie en geaardheid, meerdere voedseldoelen nastreeft, concentreert Amsterdam zich op overgewicht, bij de jeugd. ‘Outcome’ wordt simpelweg gedestilleerd uit GGD-onderzoek dat toch al gebeurt: elke jongere wordt tijdens het opgroeien een keer of tien gezien.
Begin 2017 presenteerde de hoofdstad cijfers. Het aantal kinderen met overgewicht bleek te zijn verminderd, van 21 procent in 2012 naar 18,5 procent in 2015. Vraag, altijd weer, in hoeverre zoiets is toe te schrijven aan het beleid. Was deze uitkomst er niet ook geweest zónder beleid? Wethouder zorg en sport, Eric van der Burg (VVD), is overtuigd van de link tussen beleid en onderzoeksresultaat. Hij wijst op ‘gevalideerde’ analyses van de GGD, dé partner van de gemeente inzake overgewicht. ‘Daaruit blijkt dat in buurten waar het beleid zich concentreert significant meer verbetering dan elders is geboekt.’
Morbide obesitas
Voorts heeft Van der Burg resultaten die niet meteen gelijk zijn aan minder overgewicht, maar daar toe kunnen leiden: 7.500 méér kinderen zijn gaan sporten, en 1.700 van de 2.300 kinderen met ‘morbide obesitas’ (fors overgewicht, blijvende schade) zijn verleid tot een begeleidingstraject, voor het hele gezin. De wethouder: ‘Je moet het systeem rond die kinderen aanpakken, anders werkt het niet.’
Het Amsterdamse beleid varieert van voorlichting aan ouders die simpelweg niet wéten dat water uit de kraan én drinkbaar én gezond is, tot een fonds voor waarmee elk kind tot twaalf jaar gratis lid van een sportclub kan worden. Van het focussen van voorzieningen op de top-10 van scholen met zwaarlijvigheid tot het verbod op frituren bij sportclubs en diksap op scholen. Van het opheffen van knelpunten in looproutes aan de hand van duizenden uitgelezen mobiele telefoons tot aan gebouwen waar bij binnenkomst de trap wordt aangeboden in plaats van de lift.
De heilige graal? Amsterdam gelooft niet in één ding, maar juist in het hele pakket. Zo is de stad er bijvoorbeeld van overtuigd dat alleen activiteiten gericht op leefstijl niet werken; je moet ook problemen aanpakken die het maken van gezonde keuzes in de weg staan, zoals armoede en psychische problematiek.
Van der Burg legitimeert het beleidsarsenaal door te wijzen op de ernst: ‘Had je 2.300 kinderen met tbc gehad, dan was het leger al lang ingezet geweest. Morbide obesitas is wat schade en risico betreft vergelijkbaar.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.