Participatie is zorg voor de zorg
Samenwerking tussen zorg en welzijn moet van de grond komen. Gemeenten kunnen hier met financiering een enorme stimulans aan geven en hun netwerk inzetten.
Hebben terrorisme en zorg iets met elkaar te maken? Niet direct zou je denken. Toch zag ik in de Brusselse wijk Molenbeek hoe deze werelden elkaar ontmoetten. De gebroeders Abdeslam runden er hun café Les Béguines, voordat ze hun terroristische aanslagen pleegden in Parijs. Het café ging natuurlijk dicht en werd een besmette plek in een toch al met problemen overladen wijk. Met hulp van zorgorganisaties breekt de buurt nu met het belaste verleden en een slecht imago. Het café wordt verbouwd tot een buurtcentrum...
De zorgorganisaties besloten om samen met de bewoners de eenzaamheid te gaan bestrijden, de sociale cohesie te bevorderen en concrete initiatieven te ondersteunen. Zoals dat van een groepje Marokkaanse moeders die wilden koken om zo een sociale onderneming te starten. Zij gebruiken nu de faciliteiten van een zorgorganisatie, die maar één voorwaarde stelde: dat cliënten mogen helpen met het snijden en wassen in de voorbereiding.
Maar, in hoeverre zijn participatie en buurtopbouw eigenlijk een taak voor zorgorganisaties? Van oudsher zijn zorgorganisaties gericht op individuen, maar in de jeugdhulp en langdurige zorg proberen we tegenwoordig ook aandacht te hebben voor de partner, het gezin of de familie van de mensen die we ondersteunen. Moeten we nu verder gaan en ons ook richten op buren? De wijk?
De gehandicaptenzorg is erop gericht dat mensen met beperkingen in de samenleving het leven kunnen leiden dat zij willen. Dan zijn ook sociale contacten, onderwijs en werk belangrijk. Zeker als je je realiseert hoe klein het sociale netwerk van mensen met beperkingen vaak is, lijkt het heel logisch dat de zorg en ondersteuning zich daarop richten. Het voegt veel toe aan hun leven als ze kennissen, vrienden, collega’s, medescholieren of buren kennen.
Zorgorganisaties worden nu meestal niet betaald voor buurtopbouw of netwerkvorming. Vaak wordt deze samenwerking niet vergoed. ‘Er is geen bekostigingstitel’, is dan het jargon in zorgland. We staan hier voor een flinke collectieve opgave. Laten we beginnen om de samenwerking lokaal vorm te geven en daarmee nieuwe verbanden leggen tussen zorg en welzijn. Gemeenten kunnen hier met financiering een enorme stimulans aan geven en hun netwerk inzetten.
Wat bij café Les Béguines kan, kan op meer plekken, daar ben ik van overtuigd. Samenwerken tussen mensen en organisaties in de wijk is soms taai en ingewikkeld, maar niet onmogelijk. Ik citeer een medewerker aan het initiatief in Molenbeek: ‘Het is een zeer moeilijk verhaal, maar het lukt wel.’ Kortom, vrees niet, hoop!
Frank Bluiminck
Directeur Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.