Venlo werkt met nieuw labeltje
Elke gemeente staat voor de opgave om mensen weer aan de slag te krijgen. In een serie houdt Binnenlands Bestuur het uiteenlopende re-integratiebeleid tegen het licht.
Geen uitkering maar een arbeidscontract. Want werk zoeken geldt in Venlo ook als werk. Dankzij de aanpak Uitkering Naar Inkomen daalde het aantal jongeren in de Wwb met 45 procent.
Weer aan het werk
De werkloosheid loopt op. Elke gemeente staat voor de opgave om mensen weer aan de slag te krijgen. Ieder doet dat op zijn eigen manier. In een serie artikelen houdt Binnenlands Bestuur het uiteenlopende re-integratiebeleid tegen het licht.
Het is april 2009 en in Venlo hebben 429 jongeren een bijstanduitkering. Landelijk gezien doen Venlo en omgeving het slecht en vanuit Den Haag komt er een fikse bijdrage om de jeugdwerkloosheid aan te pakken. De regio Noord- en Midden-Limburg mag 4,5 miljoen euro verdelen om orde op zaken te stellen.
Als wethouder Ramon Testroote (PvdA, Sociale Zaken) de situatie in kaart wil brengen, blijkt het probleem nog groter. Want veel jongeren stoppen met hun opleiding zonder dat ze een diploma hebben gehaald, anderen zitten thuis zonder uitkering. ‘Hoeveel jongeren, dat wisten we niet’, vertelt Testroote. ‘We hadden geen compleet beeld, dat moest beter. Het gevolg daarvan was dat het aantal jongeren met een uitkering zelfs nog iets steeg.’ Maar daarna zette een sterke daling in. In december 2012 zijn er nog 233 jongeren in Venlo met een Wwb-uitkering.
De aanpak die in 2010 van start ging, richtte zich op de mismatch op de arbeidsmarkt. Het aantal jongeren met een uitkering was vergelijkbaar met het aantal Oost-Europese gastarbeiders dat in de regio aan het werk was. Werk was er dus wel, het werd alleen niet door jongeren
gedaan. Het roer ging om.
Vanaf dat moment krijgt een jongere niet langer een uitkering. Wel een arbeidscontract met een loon op bijstandsniveau. Uitkering naar Inkomen (UNI) heet dat en het plaatselijke Sw-bedrijf betaalt via een payroll-constructie het loon uit. Daarvoor moet wel worden ‘gewerkt’.
Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van scholing, stage, vrijwilligerswerk of echt werk. 85 procent van de werktijd moet een jongere bezig zijn, een ‘inspanning leveren’. Gebeurt dat niet, dan wordt er een sanctie opgelegd.
‘Salaris inhouden als er niet gewerkt wordt is vele malen makkelijker dan een sanctie opleggen als iemand in de bijstand zit’, legt Testroote uit. ‘Je kunt direct reageren als iemand niet aanwezig is of z’n afspraken niet nakomt.’ Overigens gebeurt het niet vaak dat zo’n loonmaatregel genomen wordt, benadrukt de wethouder.
De jongeren zelf zijn blij dat ze geen ‘labeltje’ van een uitkering meer hebben. Dat merkt ook jongerencoach Maud Roulaux van het Werkplein Venlo. ‘Het feit dat ze een arbeidsovereenkomst krijgen in plaats van een uitkering, bevalt ze wel.’
Leidinggevende
Het gevoel dat bij werk hoort, is anders. De jongerencoach is de leidinggevende die je inlicht als je ziek bent, of op vakantie wilt en je krijgt ‘salaris’ voor de inspanningen die je doet. Natuurlijk komen er ook jongeren binnen die andere verwachtingen hebben. Maar daar zijn de coaches heel duidelijk in, er wordt geen uitkering verstrekt. ‘Degene die dat afschrikt, zie je niet meer terug’, aldus Roulaux. ‘Of ze komen na een paar weken terug en weten dan heel goed wat van ze verwacht wordt.’
Om jongeren aan het werk te helpen, zijn de werk- en jongerencoaches van het Werkplein veelvuldig buiten de deur, bij werkgevers. Ze gaan de boer op om ‘banen te oogsten’. Zo noemt wethouder Testroote dat. Ze sluiten contracten in de groenvoorziening, de metaalindustrie en in het onderwijs, bijvoorbeeld. ‘En als ze naar bedrijven toe gaan, blijkt er vaak veel meer werk te zijn’, aldus Testroote. ‘Maar lang niet iedere baan wordt bij het Werkplein of het UWV aangemeld.’ Jongerencoach Roulaux bevestigt dat beeld. ‘Ik had laatst een jongen met een licht verstandelijke beperking die graag in de logistiek wil werken. Veel bedrijven hebben snelheid nodig en die had hij niet. Na enig zoeken vond ik een werkgever die – met ondersteuning – een baan voor hem heeft gecreëerd waar hij nu een half jaar werkt.’
De persoonlijke en intensieve aanpak slaat aan, na een kleine stijging in de beginperiode gaat het aantal jongeren met een uitkering dalen. Eind december 2012 zitten nog
233 jongeren thuis met een Wwb-uitkering, een daling van ruim 45 procent. De jongeren die nu nog een uitkering hebben, vormen de ‘zwaardere gevallen’, jongeren met grotere problemen. 80 procent van hen heeft een bepaalde vorm van zorg nodig en dus een grotere afstand tot de
arbeidsmarkt. Met een intensief programma waarbij nauw wordt samengewerkt met het speciaal onderwijs, moeten ook zij aan de bak.
De jongeren die tegen bijstandsniveau aan het werk zijn gegaan, blijven dat niet voor altijd doen. De bedoeling is dat ze uitstromen naar een ‘echte’ baan. En dat lukt ook, meldt Testroote trots, want er zijn vorig jaar meer jongeren uitgestroomd dan ingetreden.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.