‘We willen veel opener worden’
Vorig jaar werd Patricia Alkhoven (45) benoemd tot hoofd van de afdeling Collectie van het Nederlands Architectuur Instituut (NAI) in Rotterdam. Ze zet zich in voor een betere ontsluiting van de collecties. Daarvoor werkte ze twaalfeneenhalf jaar voor de Koninklijke Bibliotheek (KB) waar ze zich bezighield met het digitaliseren van erfgoedcollecties.
Waarom bent u geschikt voor deze functie?
Ik ben opgeleid als architectuurhistorica en gepromoveerd op het toepassen van moderne mediatechnieken op architectuuronderzoek. Ook bij de Koninklijke Bibliotheek heb ik veel ervaring opgedaan met conservering en digitalisering. Het is de ideale match.
Wat voor een organisatie trof u aan?
Een levendige organisatie met erg betrokken medewerkers. In deze sfeer voelde ik me meteen thuis. Door het enthousiasme is het wel wat minder strak georganiseerd. Ik heb afgelopen jaar geprobeerd meer structuur aan te brengen en duidelijke afspraken te maken zonder door te schieten naar formalisering. Volgens mij zijn mensen niet bang voor verandering als ze maar weten waar ze aan toe zijn en betrokken worden bij beslissingen.
Het besturen gaat u goed af.
Ik ga vaak uit van hoe ik zelf behandeld wil worden. Sommige mensen hebben meer aansturing nodig en anderen kun je gewoon hun gang laten gaan. In het begin vond ik het nog wel moeilijk om op het juiste moment de juiste beslissing te nemen. Dan zie ik aan medewerkers dat ze iets van me verwachten.
Wat wilt u bereiken?
Het NAI biedt geschiedenis en wil dat onderzoekers en studenten daar intensiever gebruik van maken. Enerzijds door collecties op een geïntegreerde wijze op internet beschikbaar te stellen. Anderzijds door informatie uit ons archief te digitaliseren en daardoor beter te ontsluiten. We willen veel opener worden. Ook wil ik meer gaan samenwerken met andere erfgoed- en onderwijsinstellingen.
Digitaliseren heeft ook nadelen.
Daar ben ik me heel bewust van. We krijgen in de toekomst steeds meer archiefstukken digitaal aangeleverd. Die informatie staat op digitale dragers die niet het eeuwige leven hebben. Een cd bijvoorbeeld kun je over tien jaar niet meer lezen. Maar ook de software en hardware die we nu gebruiken veroudert. Om je digitale collectie goed te bewaren zul je de techniek constant moeten verversen. Dat is erg kostbaar.
Dus de toekomst is ongewis?
Nog wel. Er zijn technieken die bijdragen aan behoud, maar die bieden nog onvoldoende garantie op zorgvuldigheid. Er kan informatie verloren gaan. Als je waakt over cultureel erfgoed wil je natuurlijk dat niets verloren gaat. Digitale duurzaamheid is een nationaal probleem en ik denk dat we dat ook nationaal moeten aanpakken. Ik kan me voorstellen dat je in de toekomst een elektronisch depot krijgt waar je terabytes of petabytes aan ruimte kunt inhuren voor je digitale materiaal.
Hoe ziet uw werkdag er uit?
Toch wel veel overleg met coördinatoren, andere afdelingshoofden of collega’s van verwante instellingen. Ik denk dat een derde van mijn werkweek bestaat uit overleg. Ook als ik aan een collectieplan werk op mijn kamer kloppen collega’s aan met vragen. Maar dat hoort erbij. Ik heb inmiddels wel de woensdagmiddag geblokkeerd om in onze bibliotheek recente literatuur te lezen.
Maakt u lange dagen?
Ik heb twee kleine jongens. Dus mijn werkdagen zijn redelijk normaal. Maar het komt wel regelmatig voor dat ik in de avond nog een mail tik aan mijn directeur of dat ik in het weekend aan een stuk werk. Dat heb ik altijd gedaan en vind ik geen probleem. Zo lang ik het maar onder controle heb. Ik heb wel het gevoel dat ik nog nooit zo hard heb gewerkt en toch kost het me niet al mijn energie. Ik denk dat ik geen betere baan kan wensen. katja kreukels
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.