Advertentie
sociaal / Nieuws

Waterbedeffect tast zwakke wijk aan

Sloop en nieuwbouw in de veertig krachtwijken leidt tot een toename van problemen in andere kwetsbare wijken. Over de omvang van dit waterbedeffect verschillen onderzoekers van mening.

25 juni 2010

De verplaatsing van problemen is beperkter dan vaak verondersteld, vindt Reinout Kleinhans, verbonden aan onderzoekinstituut OTB van de TU Delft. Hij is nog geen overtuigend bewijs tegengekomen dat problemen op grote schaal van de ene wijk naar de andere meeverhuizen. Momenteel werkt de OTB-onderzoeker, samen met onderzoekers van de Universiteit Utrecht, aan een omvangrijk onderzoek in vijf gemeenten (Rotterdam, Den Haag, Groningen, Breda en Ede) naar de effecten van herstructurering.

Uit de eerste resultaten blijkt dat problemen van sloopwijken zich nauwelijks verplaatsen naar andere wijken. Het onderzoek kwam aan de orde op een congres over de wijkenaanpak dinsdag in de Utrechtse Galgenwaard. Kleinhans wijst erop dat de ‘gewone verhuismobiliteit vele malen groter is dan de sloopgerelateerde, door de bank genomen nooit meer dan 10 procent van het totaal’. Bovendien blijkt volgens hem dat de mensen die wegens sloop verhuizen, zich verspreiden over de hele stad en soms zelfs de randgemeenten.

Concentratie

Ronald van Kempen, stadsgeograaf aan de Universiteit Utrecht, is het niet met Kleinhans eens. Hij is een van de auteurs van onderzoeksrapport Na de sloop, dat een kleine 2 jaar geleden verscheen. Hierin wordt gewaarschuwd dat verhuisstromen wel degelijk gericht zijn op een beperkt aantal buurten.

Volgens Van Kempen komt 40 tot 60 procent van de gedwongen verhuisden terecht in een top 3 van buurten, doorgaans in of vlakbij de oude wijk. Wel benadrukt hij dat in Nederland geen sprake is van ‘Amerikaanse toestanden, waar in één klap zeshonderd families naar een andere wijk worden verplaatst’.

Van Kempen ziet door de sloop in bepaalde achterstandswijken nieuwe concentraties ontstaan. Hij noemt als voorbeeld de Utrechtse (kracht-) wijk Overvecht. ‘Daar komen door de sloop in Kanaleneiland, Hoograven en Zuilen steeds meer allochtonen en mensen met een laag inkomen te wonen. Voor de zittende bewoners is dat soms een probleem, zij zien de wijk veranderen.’ Voor de mensen die vanwege sloop hun woning moeten verlaten is de verhuizing naar een andere buurt vaak wel een aanzienlijke verbetering van de woonsituatie.

Imago

Over de omvang van de verhuisstromen mag discussie bestaan, aantallen zeggen niet alles, benadrukt Van Kempen. Enkele probleemgezinnen kunnen al veel overlast veroorzaken, zo werd in Na de sloop vastgesteld. Gedwongen verhuisden ‘hebben kennelijk een zodanig slecht imago dat ze als oorzaak worden gezien van allerlei problemen. Het meest pregnant is de situatie in Leidsche Rijn.’

Volgens Sako Musterd, hoogleraar geografie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), veroorzaken veruit de meeste mensen die gedwongen uit sloopwijken verhuizen juist geen problemen. Toch vindt Musterd dat de aandacht gevestigd moet worden op de kleine groep die wel problemen veroorzaakt. De geograaf noemt het waterbedeffect ‘aanzienlijk, als de aandacht alleen op de probleemgevallen, hoe klein ook in getal, wordt gericht’.

Maar, zegt Reinout Kleinhans, mensen die gedwongen verhuizen worden vaak ‘gestigmatiseerd’. ‘Je moet problemen niet alleen toeschrijven aan het waterbedeffect. Sommige wijken trekken sowieso veel laagopgeleiden en kansarmen, slechts een klein deel van de nieuwe bewoners komt volgens de OTB-onderzoeker uit sloopwijken. ‘We moeten af van de suggestie dat gedwongen verhuizers bovengemiddeld vaak problemen veroorzaken.’

Alle onderzoekers zijn het erover eens dat sloop/nieuwbouw alleen geen problemen oplost. Daarom pleit Musterd er voor om problemen goed te benoemen. ‘Is er sprake van criminaliteit, pak het aan met criminaliteitsbestrijding. Is er sprake van werkloosheid, help mensen aan een baan.’ Musterd vindt dat in Nederland te veel wordt gesloopt. ‘We zijn koploper in Europa.’ Terwijl uit onderzoek van de hoogleraar blijkt dat slechts 8 procent van de mensen met problemen in een van de veertig krachtwijken woont. Volgens hem kan beter geïnvesteerd worden in bijvoorbeeld scholing, dan in sloop/nieuwbouw.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

O. ten Hove
En dan te bedenken dat voor de immigratie van kansarmen de wijken Overvecht, Hoograven en kanaleneiland met een homogene bevolking een echte 'prachtwijk' was. Ik heb zelf in Overvecht gewoond vanaf het begin van de wijk en heb de 'verelendung' van de wijk meegemaakt tot ik een viertal jaren geleden wegging. Het probleem ligt, ook al horen de politiek-correcten dat niet graag, aan de immigratie van de onaangepasten uit landen met een wezenlijk andere cultuur en mentaliteit dan de Nederlandse...
Advertentie