Tip 56: “Betrek ouders en jongeren”
In april 2014 verscheen mijn boek “Hoe overleef je als gemeente de transitie jeugdzorg: 55 tips voor deskundig opdrachtgeverschap”. Een poging van mijn kant om namens Jeugdbescherming Regio Amsterdam een bijdrage te leveren aan een succesvolle transitie. Ik heb zo het vermoeden dat de transitiehectiek na de zomervakantie weer verder toe zal nemen of zelfs zal overslaan in transitiepaniek.
In meerdere recente columns heb ik blijk gegeven van mijn toenemende zorgen over de gebrekkige voorbereiding en steeds groter wordende tijdsklem op weg naar 1-1-2015. Dit vanuit de positie van groot voorstander van de transitie en tegenstander van uitstel, ondanks de steeds groter wordende risico’s.
De vraag is wat mij betreft dan ook vooral wat er de komende maanden nog gedaan kan worden om de transitie per 1-1-2015 nog zo zorgvuldig als enigszins mogelijk te laten verlopen. Vandaar dat ik de komende tijd nog wat columns zal schrijven met extra tips, vooral gericht op de vraag wat gemeenten de komende paar maanden nog aan “damage control” kunnen doen. Ik tel door vanaf de laatste tip uit mijn boek, tip 55: ”Neem de tips niet blind voor waar aan, toets ze kritisch bij anderen, maar probeer ze vooral ook gewoon (eerst op kleine schaal) uit”.
Tip 56 luidt: ”Betrek ouders en jongeren”. Dat lijkt wellicht een open deur. Velen zullen zeggen dat dit tip 1 zou moeten zijn en niet geheel onterecht. De grondgedachte achter deze tip komt overigens al in meerdere eerdere tips aan de orde. Denk aan tip 10 over meer eigen kracht conferenties en (familie)netwerkberaden en tip 11 over “peer to peer” hulp en tip 12 over inzet van vrijwilligers in het bijzonder als het gaat om het benutten van ervaringsdeskundigheid van ouders en jongeren die zelf met jeugdzorg te maken hebben gehad. Met tip 56 wil ik vooral focussen op wat het betrekken van ouders en jongeren bij de transitie nog kan bijdragen om die transitie zo goed mogelijk te laten verlopen. Deze tip gaat dus niet zozeer over cliëntenparticipatie met behulp van tevredenheidsmetingen, cliëntenpanels, cliëntenraden, klachten procedures (daar wordt in de jeugdzorg al volop mee gewerkt) en cliëntadviesraden voor gemeenten (die zullen er ongetwijfeld komen in 2015).
Naar aanleiding van een onderzoek waarop mijn dochter binnenkort hoopt af te studeren en aanzwellende kritische geluiden vanuit ouder- en jongerenbelangenorganisaties werd ik nog weer eens extra alert gemaakt op de vraag of het perspectief van kwetsbare ouders en kinderen (het cliëntperspectief) niet uit beeld dreigt te raken in al het politiek, bestuurlijke en reorganisatiegeweld dat de transitie jeugdzorg met zich meebrengt. Niet voor niets luidt tip 4: “Sta regelmatig stil bij de waaromvraag”. Natuurlijk kun je in alle beleidsstukken lezen dat de transitie als hoofddoel heeft om de positie van kwetsbare gezinnen en daarin onveilig opgroeiende kinderen te verbeteren, maar het lijkt er steeds meer op dat de betrokken partijen vooral met zichzelf en elkaar bezig zijn.
Veel ouders en jongeren hebben geen idee wat de transitie voor ze gaat betekenen. Er leven veel zorgen over continuïteit van zorg, ondanks de vele geruststellende mededelingen vanuit de politiek. Naast de zorgen is er onder ouders en jongeren hier en daar ook sprake van hoop dat de transitie verbeteringen brengt en leven onder hen ideeën hoe het beter zou kunnen. Deze observaties zetten mij aan het denken.
Kunnen we deze zorgen van ouders en jongeren productief maken? Door zo snel mogelijk na de zomervakantie alle bij de verschillende jeugdhulporganisaties bekende cliënten namens de gemeente een persoonlijke brief te schrijven wat de transitie voor hun gaat betekenen en hen uit te nodigen om eigen verbeter ideeën in te brengen. Een persoonlijke brief die ook persoonlijk overhandigd en toegelicht wordt. Dat lijkt wellicht op het eerste gezicht onbegonnen werk, gezien ook de problemen die er nu al zijn om alle cliënten op macroniveau in beeld te krijgen. Maar als we de macro aanpak nu eens vervangen door een micro aanpak, die we wijkgericht organiseren. Waarbij we ons in eerste instantie desnoods concentreren op de zwaarste gevallen en het werk (persoonlijk overhandigen en toelichten van de brief) verdelen over de vele professionals die nu al in wijkteams actief zijn. Zou het dan niet mogelijk zijn om dit voor elkaar te krijgen?
Volgens mij zijn er vele voordelen die het voor gemeenten de moeite waard maken om dit te proberen. Ze leren al hun nieuwe cliënten kennen (Tip 1: “Leer ons kennen”), ze krijgen een actueel en concreet inzicht in mogelijke risico’s en daarop anticiperen op casusniveau (Tip 42: “Neem zorgen serieus en doe aan risicomanagement”) en ze kunnen profiteren van de ideeën die bij ouders en jongeren zelf leven. Zo kan geprobeerd worden om van het goed doorkomen van de transitie een gezamenlijke opgave te maken met ouders en kinderen als bondgenoot. Niemand wil immers dat kwetsbare gezinnen tussen wal en schip gaan vallen. Ik dit verband was ik zeer geraakt door een recente uitspraak van een ervaringsdeskundige jongere die zei: “De transitie zal hoe dan ook met vallen en opstaan gepaard gaan, maar als je dat samen doet dan is dat oké”. Tip 41 luidt: “Samen lerend aan de slag” en dat geldt natuurlijk net zo goed voor het samen leren met ouders en jeugdigen.
De tijd die inmiddels verloren is gegaan met de gebrekkige voorbereiding op de transitie kan niet meer ingehaald worden. De tijdsklem is groot want de transitie gaat gewoon door op 1-1-2015 en dat moet ook. Maar door zo snel mogelijk werk te maken van een persoonlijke benadering, zowel wat betreft communicatie over als de betrokkenheid bij de transitie van de ouders en jeugdigen in kwestie, zou het noodzakelijke leerproces dat alle betrokkenen nog door moeten wel eens zo versneld kunnen worden, dat de grootste risico’s uitblijven en er in ieder geval .geen kinderen in de knel tussen wal en schip vallen.
“Hoe overleef je als gemeente de transitie jeugdzorg: 55 tips voor deskundig opdrachtgeverschap” voor 12,50 euro te bestellen bij communicatie@jbra.nl).
Dit komt ook aan de oppervlakte in organisatieopstellingen over transities: geef de cliënten in de transitie een plek en ruimte.
Daarover kunnen gemeentes en instellingen meer inzicht krijgen via: www.hijinkenzo.nl/activiteiten/transitieopstelli …