Advertentie
sociaal / Redactioneel

Voorbarig gejuich

Vreugde en opluchting, ruim een maand geleden. De Jeugdwet ging als eerste van de drie grote decentralisatiewetten door de Tweede Kamer.

22 november 2013

Vreugde en opluchting, ruim een maand geleden. De Jeugdwet ging als eerste van de drie grote decentralisatiewetten door de Tweede Kamer. Zelfs enkele grote oppositiepartijen raakten overtuigd dat het helemaal goed gaat komen als gemeenten de verantwoordelijk worden voor de zorg voor de jeugd. Genoeg tijd, genoeg (duidelijkheid over het) budget en genoeg beleidsvrijheid om een wet aan te nemen die in 2015 de hele jeugdzorg op de kop zet. 

Inmiddels hangt de vlag er heel anders bij. De commissie Geluk bekeek 41 plannen van de regio’s en oordeelde hard. Slechts 11 plannen kregen een voldoende. Deze 11 regio’s zijn nog niet klaar hoor, maar liggen in ieder geval op schema. 30 regio’s kunnen zelfs dat niet zeggen. En ook op andere vlakken loopt het nog niet soepel. Staatssecretaris Van Rijn gaf toe zich verrekend te hebben en kwam met extra geld voor de Jeugd GGZ. Fijn, maar duidelijkheid over de budgetten hebben gemeenten nog steeds niet. In december komen ‘voorlopig definitieve’ cijfers. Ofzo.

Echt definitieve cijfers komen in mei. Hoewel, nog niet helemaal. Dan wordt het macrobudget bekend en moet er nog een verdeelmodel overheen om te kijken hoe dat per gemeente uitwerkt. En dan is er nog de Eerste Kamer die besloot de wet dit jaar niet meer te behandelen. Dat had, volgens de senatoren, niets te maken met de harde lobby van de

 Jeugd GGZ, die per se niet naar gemeenten over wil. En ook niet met het rapport van het College bescherming persoonsgegevens dat concludeerde dat de overgang naar gemeenten ernstige risico’s voor de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen op zou leveren. Nee, het uitstel van de behandeling zou puur agendamatig zijn.

Hoe dan ook, voordat de wet door de Eerste Kamer is – aangenomen dat de hobbels gladgestreken worden – zijn de verkiezingscampagnes in volle gang en hebben gemeenten nog zo’n 10 maanden voor de invoering. En dan lijkt het erop dat gemeenten omwille van de tijdsdruk zichzelf gaan inperken in beleidsvrijheid. VNG en Zorgverzekeraars Nederland zijn in gesprek om de inkoop van Jeugd GGZ 3 jaar lang bij de zorgverzekeraars te laten.

Hoeveel vrijheid hebben gemeenten om te innoveren als ze zelf niet aan het roer staan? Hoeveel mogelijkheden zijn er bezuinigingen te realiseren als contracten met dezelfde partijen worden afgesloten? Hoe groot is de kans dat deze partijen nu ineens wel in zee gaan met nieuwe, innoverende zorgaanbieders? En hoe zit het met de democratische controle van de gemeenteraad als er landelijk zorg ingekocht wordt? Natuurlijk moeten gemeenten door met de voorbereidingen voor de nieuwe Jeugdwet. Maar naast het op orde krijgen van de plannen zullen ze ook heel goed op moeten letten dat ze aan het roer komen en blijven. Zij worden verantwoordelijk. Laat ze dat dan ook zijn.

Margot Limburg

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Martin / ZZP
Ach, jongens, maak je niet druk. Als we nog 2 of 3 van dit soort kabinetten krijgen, dan wordt alle geestelijke gezondheidszorg als bijverzekering bij de zorgverzekeraars geplant. En dan is geestelijke gezondheidszorg weer iets voor de rijken, net zoals in Amerika, waar Ronald Reagan alle psychiatrische klinieken sloot en de psyschisch gestoorde medemens nu zwaar onder de valium in een aparte afdeling van de gevangenis zit. Lekker makkelijk en lekker goedkoop.
mechtild rietveld / bestuurssecretaris
Ja, Margot, je legt de vinger op een zere plek: hoe kunnen gemeenten nu echt die vernieuwing in de zorg voor jeugd en gezin aanpakken, als ze nog jarenlang - bij wijze van 'zachte landing' - moeten doorgaan met de gevestigde instellingen c.q. zorgverzekeraars? Ook al proberen met name de instellingen best wel - een beetje laat - te veranderen, maar ook dat kost weer heel veel geld: frictiekosten. Voor rekening van gemeenten, ten koste van kind en gezin.

Die zachte landing is in 2008 al ingezet en Van Rijn heeft er ook weer de mond van vol om het nog meer uit te rekken. Zo landt er voorlopig nog niets en diegenen die op eigen initiatief van onderop wel geland zijn, nl. kleine en ook grotere innovatieve zorgaanbieders, krijgen harde klappen: veel van hun huidige financiers (verzekeraars en provincies) geven sinds 2012 niet thuis en de toekomstige financiers (gemeenten) komen te laat, als ze niet uitkijken.
Advertentie