Aantal jongeren in jeugdhulp stijgt met 12,1 procent
Het aantal jongeren dat jeugdhulp krijgt is tussen 2015-2017 toegenomen met 12,1 procent. Dat blijkt uit onderzoek dat op verzoek van het ministerie van VWS is uitgevoerd.
Sinds de invoering van de Jeugdwet krijgen fors meer jongeren jeugdhulp. In de periode 2015-2017 is sprake van een stijging van 12,1 procent. Het totaal aantal jongeren dat jeugdhulp ontvangt in 2016 en 2017 is daarnaast groter dan in de jaren 2011-2014.
Toename
In 72 procent van de gemeenten is sprake van een toename van het aantal jongeren dat jeugdhulp krijgt. In bijna een kwart van de gemeenten (23 procent) is het percentage gedaald, in 5 procent van de gemeenten is geen sprake van een volumegroei. Meer dan 1 op de 3 gemeenten ziet het aantal jongeren in jeugdhulp met meer dan 10 procent stijgen. 21 gemeenten zien een afname van meer dan 10 procent. Door de bank genomen hebben grote gemeenten met een grotere toename te maken dan middelgrote of kleinere gemeenten.
Onderzoeken
Dat blijkt uit diverse onderzoeken die op verzoek van het ministerie van VWS zijn uitgevoerd. Deze zijn woensdag naar de Tweede Kamer gestuurd. Het gaat om een analyse van de volumeontwikkeling, een analyse van de aanvragen van het Fonds Tekortgemeenten en een benchmarkanalyse van beleid en uitvoering van de Jeugdwet.
Wijkteams
Een groot deel van de volumetoename is toe te schrijven aan de toename van de cliënten die door (lokale) wijkteams worden geholpen, aldus de analyse van de volumeontwikkeling. Daarnaast stijgt zowel het volume van de jeugdhulp zonder verblijf, dat niet door het wijkteam wordt opgepakt, als de jeugdhulp met verblijf. ‘De inzet door wijkteams heeft per saldo (nog) niet heeft geleid tot een daling van (met name) ambulante jeugdhulp’, aldus de benchmarkanalyse.
Huisarts grootste verwijzer
Het aantal pgb’s is tussen 2015-2017 sterk afgenomen. De huisarts is nog altijd de grootste verwijzer naar jeugdhulp, maar het aandeel en het totaal aantal verwijzingen door huisartsen neemt sinds 2015 wel af. Bij 38 procent van alle in 2017 gestarte trajecten was de huisarts de verwijzer. Wel zijn hier grote verschillen tussen gemeenten; variërend van 12 tot 70 procent.
Gemeentelijke verschillen
30 tot 40 procent van de verschillen tussen gemeenten in de ontwikkeling van het volume jeugdhulp kan worden verklaard door factoren als de ontwikkeling van het aantal jongeren in gemeenten, het aantal gezinnen met een bijstandsuitkering, het inkomen van gezinnen en de (ontwikkeling) van jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond, aldus de onderzoekers. 60 tot 70 procent is niet statistisch te verklaren en hangt samen met onder andere gemeentelijke verschillen in beleid en uitvoering.
Budget niet toereikend
‘We moeten nu kijken welke financiële maatregelen er nodig zijn’, laat minister De Jonge (VWS) in een schriftelijke reactie op de onderzoeksrapporten weten. ‘Deze rapporten bevestigen de signalen die gemeenten al langer afgeven over de financiële tekorten op de jeugdzorg.’ De toename van het aantal jongeren in jeugdhulp is niet alleen verontrustend, vindt de minister. ‘Het betekent dat méér kinderen in Nederland passende hulp krijgen. En dat was ook precies de bedoeling; kinderen en gezinnen eerder in beeld. Maar het betekent ook dat het budget nu niet altijd toereikend is. Daarover zijn we met de gemeenten in gesprek.’
Financiële compensatie
Het onderzoek toont de noodzaak tot financiële compensatie aan, zo laat de VNG in een reactie weten. De combinatie van een volumegroei van 12,1 procent en de efficiencykorting van 450 miljoen euro is volgens de VNG een belangrijke verklaring voor de tekorten bij veel gemeenten. Het is een utopie dat gemeenten alleen met eigen maatregelen en maatregelen van dit kabinet weer financieel in control kunnen komen, aldus VNG-voorzitter Jan van Zanen. ‘Daarom zijn ook extra financiële middelen nodig. Wij dringen er bij het kabinet en coalitie op aan om dit bij voorjaarsnota te regelen. Zeker omdat we zien dat door deze overbesteding op de jeugdzorg andere essentiële investeringen in de knel komen en lasten voor de inwoners ongewild stijgen.’
Mag van (de meeste) ouders verwacht worden dat ze daar ook nog een beetje zelf mee dealen.