Verwaarlozing asielopvang is duur en veroorzaakt bestuurlijke onrust
Het vervangen van de (crisis)noodopvang door reguliere opvangplekken levert naar schatting een besparing van 1 miljard euro per jaar op.

Gemeenten en provincies hebben de afgelopen jaren de prijs betaald voor de aanhoudende verwaarlozing van het asielopvangstelsel. Met als gevolg: bestuurlijke onrust, verslechterde samenwerking en verminderde onderlinge solidariteit tussen decentrale overheden. De Adviesraad Migratie en de Raad voor het Openbaar Bestuur uiten hun zorgen over de houdbaarheid van het stelsel en een aantal voornemens van het kabinet, waaronder het intrekken van de spreidingswet. Hun advies: organiseer de asielopvang als een gewone maatschappelijke opgave en zorg ervoor dat de crisisaanpak van de afgelopen tien jaar plaatsmaakt voor een werkwijze die voor iedereen duidelijk is.
Afgeschoven
Gemeenten maken zich grote zorgen over de kabinetsplannen. Ze vrezen dat zij de klappen moeten opvangen wanneer het asielopvangstelsel verder wordt verwaarloosd. Een terechte angst, aldus de Adviesraad Migratie (AM) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). In hun vandaag verschenen advies stellen beide dat met de huidige maatregelen van het kabinet ‘de bestuurlijke wrijving’ verder zal toenemen. Dit omdat hiermee de kosten en gevolgen voor de openbare orde en veiligheid op gemeenten worden afgeschoven. ‘Gemeenten worden zo uitgespeeld tegen andere overheidslagen en uitvoeringsorganisaties. Dit past in de ontwikkeling waarin het Rijk gemeenten overvraagt en waarbij de garantie op de benodigde (financiële) middelen ontbreekt’, schrijven de adviesraden.
Onvoldoende middelen
Op verschillende opvangdossiers krijgen gemeenten de komende jaren minder of helemaal geen gelden (meer) van het rijk. Zo wordt het budget voor de opvang van Oekraïense ontheemden teruggebracht van 3,6 miljard euro in 2025 tot 0 euro in 2028. Ook ontvangen vijf gemeenten sinds 1 januari geen geld meer voor de opvang en begeleiding van ongedocumenteerden in de Landelijke Vreemdelingen Voorziening, de zogenoemde bed-bad-brood-regeling. ‘Zeker met het oog op het ‘ravijnjaar’ 2026 kunnen de gemeenten er niet nog een taak bij hebben waar zij onvoldoende middelen voor krijgen’, constateren de AM en de ROB. ‘Niet alleen de financiële rekening komt bij gemeenten terecht. Dergelijke beslissingen hebben ook voelbare maatschappelijke gevolgen. Het stoppen van opvang leidt bijvoorbeeld tot meer dakloosheid, wat het gevoel van onveiligheid vergroot en de openbare orde kan verstoren.’
Beoogde effect
Dat gemeenten en provincies bereid zijn om hun opvangopdracht na te komen, blijkt bijvoorbeeld uit de steun voor de spreidingswet. Deze wet lijkt bovendien het beoogde effect te hebben: alle provincies en de meeste gemeenten zijn na de invoering begonnen met het opstellen van plannen voor nieuwe opvangplekken. In het najaar van 2024 bleek dat 83 procent van de doelstellingen in de spreidingswet was behaald.
‘Bestuurlijke rust’
Dat de spreidingswet niet perfect is, blijkt uit het feit dat ‘enkele tientallen’ gemeenten bezwaar hebben aangetekend tegen het verdeelbesluit dat in december bekend werd. Desondanks draagt de spreidingswet volgens de auteurs bij aan het realiseren van de benodigde opvangplekken om het asielopvangstelsel te ontlasten. Door duidelijkheid over de omvang, duur en bekostiging van de taken, zorgt de wet lokaal voor ‘bestuurlijke rust’.
Tegenreacties
De AM en de ROB merken op dat de meeste gemeenten proberen aan hun wettelijke taak te voldoen, ondanks de plannen van het kabinet om de wet in te trekken. Toch signaleren de adviesraden ook tegenreacties: door de onduidelijkheid over het voortbestaan van de wet heeft een aantal gemeenten, in afwachting van een besluit van het kabinet, besloten om de processen voor nieuwe opvangplekken te vertragen. In Gelderland leidde dit al tot frictie tussen de provincie en de gemeenteraad van Lingewaard.
Onzekerheid
‘Maar met of zonder Spreidingswet, er zijn opvangplekken nodig en die zullen in gemeenten moeten komen’, concluderen de auteurs in het advies. ‘Het ontbinden van de bestaande afspraken over verdeling zonder nieuwe afspraken te maken, betekent dat gemeenten dezelfde taak moeten vervullen, maar dan in onzekerheid blijven verkeren over de omvang, duur en meerjarige bekostiging daarvan.’
Huisvesting statushouders
Vergelijkbare problemen doen zich voor als het kabinet de gemeentelijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders schrapt. De regering is voornemens om statushouders onder te brengen in ‘sobere doorstroomlocaties’. ‘Het is op zichzelf begrijpelijk dat naar alternatieve huisvestingsvormen gezocht wordt om het asielopvangstelsel te ontlasten’, erkennen de AM en de ROB. ‘Maar zonder verdeling gaat dezelfde bestuurlijke wrijving ontstaan die we de afgelopen jaren bij de organisatie van de asielopvang hebben gezien.’ Ook voor het schrappen van de taakstelling ontbreekt wederom de steun van de lokale overheden: zo maakt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zich grote zorgen over de gevolgen als er geen werkbaar alternatief komt.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.