Verantwoordingshonger belemmert vernieuwing Wmo
De verantwoordingshonger en regels van gemeenten en rijk vertragen en belemmeren sociale vernieuwing bij uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat zegt ActiZ, brancheorganisatie van zorgaanbieders. De brancheorganisatie liet bureau BMC onderzoeken of en hoe de beoogde transformatie onder de nieuwe Wmo vorm krijgt.
Verantwoordingshonger en regels van gemeenten en rijk vertragen en belemmeren sociale vernieuwing bij uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat zegt ActiZ, brancheorganisatie van zorgaanbieders.
De brancheorganisatie liet bureau BMC onderzoeken of en hoe de beoogde transformatie onder de nieuwe Wmo vorm krijgt. Volgens de onderzoekers streven zowel gemeenten als zorgaanbieders naar vernieuwing. ActiZ-leden klagen erover dat ze last hebben van onnodige bureaucratie. Veel gemeenten sluiten geen meerjarencontracten af, die zorgaanbieders in staat stellen hun organisatie in te richten op een manier die transformatiedoelen vooruit helpt. Verder stellen verschillende bekostigingswijzen andere eisen aan systemen, waardoor grotere aanbieders soms per gemeente een andere administratie moeten aanleveren.
Lumpsum
Een van de positieve voorbeelden uit het onderzoek is Brunssum, dat vijf nauw samenwerkende zorgaanbieders een lumpsumbudget verstrekt. De gemeente bepaalt of een burger in aanmerking komt voor ondersteuning. De aanbieder bekijkt met de ‘klant’ hoe die wordt ingevuld. Om de bureaucratie te verminderen heeft de gemeente eisen als urenverantwoording, productcodes, keurmerken en kwaliteitscontroles laten vallen. De kwaliteit evalueert de gemeente met cliënten; de uitkomsten worden gebruikt in gesprekken met aanbieders. De Limburgse gemeente koopt geen ‘producten’ in, maar ‘vakmanschap’. Een vergelijkbare praktijk is er in de Westelijke Mijnstreek (Sittard-Geleen, Beek, Schinnen en Stein), waar sprake is van arrangementfinanciering. De gemeenten bepalen doelen en budget, ‘een stabiele financiële situatie’ bijvoorbeeld, of ‘een regelmatige dagstructuur en ritme’. Aanbieder en cliënt kiezen de aanpak.
Het oude denken
De onderzoekers zien overal ‘kiemen van vernieuwing’, maar het valt niet mee die tot bloei te laten komen. Gemeenten zijn van mening dat het rijk nog vastzit aan ‘het oude denken’. Zo moeten ze zaken bijhouden die in hun lokale situatie niet meer van belang zijn, zoals eerder genoemde urenregistratie. Het centraal administratie kantoor (CAK) staat daarop, voor het vaststellen van eigen bijdragen.
Financiële stress
Het verstrekken van een lumpsumbudget gebaseerd op beschikbare middelen getuigt van vertrouwen, maar leidt tevens tot financiële stress. Het aantal te ondersteunen cliënten is onbekend en zorgleveranciers dragen zelf de risico’s, terwijl tarieven nu vaak al niet kostendekkend zijn. Goeree-Overflakkee wijkt daarvan af door volumeafspraken, die meer zekerheid bieden. De gemeente bepaalt of een burger een maatwerkvoorziening nodig heeft, maar niet in welke mate. De aanbieder mag binnen het in totaal afgesproken volume bepalen voor welke klant welke intensiteit passend is.
Samenwerking
Nieuwe vormen van samenwerking geven volgens de onderzoekers goede resultaten, bijvoorbeeld in Leeuwarden, waar als pilot met ontschotte wijkbudgetten werd gewerkt en indicatie overboord ging. Het zorggebruik nam af ten gunste van lichtere ondersteuning.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.