Advertentie
sociaal / Achtergrond

Veertig vrouwen of negenduizend kansarmen

Een opleiding aan het ROC voor veertig vrouwen met bewezen motivatie en potentie. Dat is de zeer specifieke keuze die de gemeente Oss maakt met het project ‘ Basisvaardigheden als sleutel tot participatie’.

22 november 2010

De vrouwen – van 45 jaar en ouder – krijgen van de gemeente een leertraject op mbo-niveau, met als doel het behalen van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Ze gaan dit najaar van start.

 

Geschiktheidstest

 

Het zijn vrouwen met een ‘taalhandicap voor de beroepspraktijk’, zoals wethouder Chris Ermers (Sociale Zaken) het omschrijft, die zich op de laagste drie treden van de zogeheten participatieladder bevinden.

 

Ze zijn niet of nauwelijks geschoold, leven geïsoleerd of hebben minimale sociale contacten buitenshuis. Vrijwilligerswerk – laat staan een betaalde baan – is te hoog gegrepen. De opleidingen die ze gaan doen zijn uiteenlopend, gekozen op basis van eigen voorkeur en geschiktheid. Dat laatste is getest door het ROC en adviesbureau Cinop voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, om de kans van slagen op voorhand zo groot mogelijk te maken.

 

Het opleidingsproject voor vrouwen is niet het enige wat de Brabantse gemeente doet aan laaggeletterdheid. Zo gaat een deel van het participatiebudget structureel naar scholing van mensen in de sociale werkvoorziening. Oss doet dat samen met buurgemeenten. Waarom is voor het opleidingsproject dan voor zo’n selecte groep gekozen?

 

Ermers: ‘Dat is deels een pragmatische keuze. Deze veertig vrouwen stonden in het bestand van de Vrouwenschool en het Internationaal Vrouwencentrum. Daar hebben ze eerder taallessen gevolgd of cursussen als ‘werken op de computer’ of ‘eerste hulp bij opvoeding’ gedaan. Zo konden we hen überhaupt vinden, want voor instanties is de vindbaarheid van laaggeletterden vaak een probleem. Uit schaamte komen ze immers niet gemakkelijk voor hun probleem uit.’

 

Leerbonnen

 

Daarnaast wilde de gemeente een kansrijke groep hebben. De veertig vrouwen uit het project hebben zich bij de vrouwenscholen gemeld dankzij een initiatief van de provincie Noord-Brabant. Die heeft vorig jaar zogeheten leerbonnen beschikbaar gesteld aan de 600.000 Brabanders zonder startkwalificatie. Die konden met de bon, ter waarde van 250 euro, een cursus of opleiding doen.

 

Ermers: ‘Het feit dat deze vrouwen, in hun achterstandsituatie, zelf de stap hebben gezet iets met zo’n leerbon te gaan doen, geeft aan dat ze enorm gemotiveerd zijn en de behoefte hebben zichzelf te ontwikkelen. Omdat ze hun cursus op de vrouwenschool hebben afgerond, weten we bovendien dat ze de potentie hebben om daarin te slagen. Daardoor hebben we een grote kans op rendement uit onze investering. Dat is belangrijk in deze tijd van bezuinigingen waarin we ook op het participatiebudget zullen moeten inleveren. Zo’n leertraject kost de gemeente ongeveer vijfduizend euro, dus dan zit je met een groep van veertig al gauw aan twee ton.’

 

Arbeidspotentieel

 

Behalve de winst die het de vrouwen persoonlijk oplevert, gaat het Oss ook om de lokale economie. ‘Deze vrouwen kun je beschouwen als onbenut arbeidspotentieel’, zegt Ermers. ‘We hebben er als gemeente belang bij om mensen die het in zich hebben, de mogelijkheid te bieden mee te gaan doen op de arbeidsmarkt. Door de vergrijzing zullen we de komende jaren zoveel mogelijk mensen nodig hebben. Ik heb er goede hoop op dat we met dit project straks veertig nieuwe aanwinsten voor de lokale economie hebben.’

 

Als het project succesvol blijkt, komt er wellicht een voortzetting. Ermers: ‘Maar we hopen ook dat deze veertig vrouwen een voorbeeldfunctie gaan vervullen, zodat anderen uit zichzelf de stap naar een opleiding zullen zetten.’

 

Het begon ruim twee jaar geleden met de opmerking van een enkel raadslid. Laaggeletterdheid was een non-issue op de politieke agenda, constateerde die. Kon daar nou niet iets aan gebeuren? Wethouder Margriet de Jager (Armoedebeleid en Welzijn) omarmde het idee direct en hetzelfde jaar nog kwam de gemeente Deventer met een ‘aanvalsplan’ laaggeletterdheid, naar het voorbeeld van het landelijke aanvalsplan.

 

Signaleringstrainingen

 

‘Het plan behelst een aanpak in de breedste zin van het woord’, vertelt projectleider en auteur van het plan Ingrid Kramer. ‘We doen aan bewustwording door continu de aandacht op het probleem te vestigen via alle denkbare kanalen. Met nieuwsbrieven bijvoorbeeld, spotjes op de lokale televisie, en elk jaar een Week van de Alfabetisering.

 

'Ok richten we ons op mensen die privé of professioneel rechtstreeks contact hebben met laaggeletterden, zoals consulentenwerk en inkomen. Voor hen verzorgt het ROC signaleringstrainingen, waar mensen leren hoe ze laaggeletterdheid herkennen en bespreekbaar kunnen maken.

 

'Er zijn cursussen voor laaggeletterden. En we doen aan preventie, bijvoorbeeld door gemeentelijke informatie op een basaal niveau toegankelijk te maken.’ Ook de doelgroep is breed: alle inwoners van de gemeente die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden. Dat zijn er ongeveer negenduizend.

 

Eigen ‘potje’

 

Een ambitieus project, maar toch heel haalbaar, zegt Kramer. Dat is vooral te danken aan de vele lokale partners die het project hebben omarmd, die ieder weer eigen activiteiten ontplooien.

 

‘Het ROC, de openbare bibliotheek, de welzijnsorganisatie, wijk- en buurtwerk, de sociale werkvoorziening; alle instanties die op enige manier raakvlak hebben met laaggeletterdheid en de doelgroep doen mee’, aldus Kramer. ‘Inmiddels is er een netwerk ontstaan dat regelmatig expertmeetings houdt om informatie en ervaringen uit te wisselen. De gemeente heeft de regie en faciliteert de andere organisaties om datgene te kunnen doen waar zij goed in zijn.’

 

De kosten vallen volgens de projectleider mee. ‘We hebben ons kunnen houden aan de kostenraming waarmee we in 2008 begonnen: 175.000 euro voor de projectleiding door de gemeente en 250.000 euro aan inhoudelijke kosten, voor trainingen en campagnes enzovoorts. Dat zijn bedragen voor 3 jaar, want dat zou bij aanvang de looptijd van het project zijn. Nu, in het derde uitvoeringsjaar, verwachten we zelfs over te houden en in 2011 nog een jaar verder te kunnen.’ Het project wordt deels gefi nancierd uit het participatiebudget, maar de gemeente heeft ook geld ingelegd uit de eigen scholingsmiddelen.

 

Achterstandsproblemen

 

Wat heeft drie jaar strijd tegen laaggeletterdheid opgeleverd, behalve talloze initiatieven van enthousiaste organisaties? ‘Er zijn mooie resultaten geboekt. Zo zijn we vorig jaar genomineerd voor de nationale Alfabetiseringsprijs. Een overtuigend voorbeeld is ook de enorme groei van het aantal laaggeletterden dat bij het ROC een cursus is gaan doen. Jarenlang meldden zich gemiddeld tien cursisten per jaar. In 2009 waren het er meer dan honderd.’

 

Politiek heeft laaggeletterdheid nog steeds hoge prioriteit in Deventer. Het voornemen is dan ook om er na afloop van het project in 2011 structureel beleid van te maken. Kramer: ‘Laaggeletterdheid is een van de beleidsonderdelen waar het college zelfs in deze krappe tijdewn extra budget voor wil uittrekken. De gemeenteraad hecht daar ook aan. Belangrijke reden is dat uit onderzoek bekend is dat laaggeletterdheid samenhangt met andere achterstandsproblemen, zoals schulden. Pak je laaggeletterdheid aan, dan doe je dus ook dáár iets aan.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie