Advertentie
sociaal / Nieuws

Ombudsman: Veel gemeenten missen verplichte cliëntenraad

Daarbij is het voor cliënten extra moeilijk om invloed uit te oefenen binnen gemeenschappelijke regelingen.

03 oktober 2023
De cliëntenraad in vergadering. Foto: Jan Boevex (ANP)
De cliëntenraad in vergadering. Foto: Jan Boevex (ANP)

Meerdere gemeenten kennen op het gebied van de Participatiewet geen cliëntenraad, terwijl het intensief betrekken van cliënten al vele jaren wettelijk verplicht is. Dat constateert de Nationale ombudsman in zijn vandaag verschenen rapport. In de gemeenten waar deze raden nog wel aanwezig zijn ervaren zij vaak hindernissen bij het uitvoeren van hun taak. Ook zijn ze zelden bekend bij inwoners die zijn aangewezen op de Participatiewet.

Teammanager Concernfinanciën

Gemeente Tilburg
Teammanager Concernfinanciën

Traineeship | Financiën en Control

BMC
Traineeship | Financiën en Control

Dat cliëntenparticipatie onder druk staat is niet nieuw. Ook binnen de Wmo blijkt het in de praktijk lastig om het betrekken van cliënten een rol te geven, liet een eerder ombudsmanrapport zien. Maar dat zoveel gemeenten op het vlak van de Participatiewet niet eens een cliëntenraad hebben, dat had ombudsman Reinier van Zutphen niet verwacht. ‘Ik was verbaasd dat heel veel gemeenten die wettelijke verplichting niet nakomen. Uit de gesprekken die wij hebben gevoerd lijkt naar voren te komen dat er nóg minder Participatiewet-cliëntenraden dan Wmo-cliëntenraden zijn’, zegt hij.

Geen gehoor

Mogelijk vinden gemeenten deze specifieke doelgroep ‘ingewikkeld’. ‘Er komt veel samen in de Participatiewet: van Wajongers tot mensen die al heel lang afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. Wellicht weten gemeenten niet hoe ze het gesprek met hen moeten voeren, en het dan maar achterwege laten’, vertelt Van Zutphen. ‘Het gaat hier om kwetsbare burgers. In vergelijking met Wmo-cliënten is hun inkomenspositie een stuk precairder. Maar die kwetsbaarheid staat niet gelijk aan domheid. Er zit veel wijsheid en ervaring in deze raden. We hebben het intensief betrekken van cliënten niet voor niets in de wet opgenomen, maar veel gemeenten geven daar klaarblijkelijk geen gehoor aan.’

Ander kaliber

De ombudsman ziet een toename van het aantal Adviesraden Sociaal Domein, die gemeenten gevraagd en ongevraagd advies geven. Vaak wordt de cliëntenraad voor de Participatiewet dan opgeheven of samengevoegd met die Adviesraad. Zo’n inspraakorgaan is echter een surrogaat, stelt Van Zutphen. ‘Inspraak doet me sterk denken aan zo’n vinkje. ‘We hebben met ze gesproken.’ Een cliëntenraad is een medezeggenschapsorgaan waar meer bij komt kijken. Dat is echt wel van een ander kaliber dan een inspraakavond. Het ontbreken van zo’n raad gaat echt ten koste van de inspraak en invloed van cliënten.’

Beter opgeleide leden

Daar komt bij dat in veel adviesraden vaak überhaupt geen cliënten zitten. ‘Als er wel cliënten in de adviesraad zitten, valt hun stem vaak weg tegen de beter opgeleide leden’, is te lezen in het rapport. Wanneer zij niet zelf kunnen meepraten over beleid en uitvoering, gaat dat tegen de bedoeling van de wetgever in.

Het is meteen alles of niets: óf je blijft afhankelijk van een uitkering, óf je kiest voor deze specifieke baan met zoveel uur per week.

Reinier van Zutphen, Nationale ombudsman

Ambtelijke en politieke wil

De cliëntenraden die er wel zijn, zijn dan weer zelden bekend. Zowel bij inwoners als bij consulenten en beleidsambtenaren van gemeenten. ‘Mede hierdoor hebben veel cliëntenraden grote moeite om hun achterban te bereiken en om nieuwe leden te werven’, schrijft de ombudsman in zijn rapport. De klachtbehandelaar ziet tevens grote verschillen tussen gemeenten. ‘De mate waarin het cliëntenraden lukt om invloed uit te oefenen hangt sterk af van de verantwoordelijke wethouder en van de ambtelijke contactpersoon. Als zij zich beiden betrokken opstellen, gaat het goed. Als de politieke en ambtelijke wil ontbreekt, is het voor cliëntenraden bijna onmogelijk om hun invloed te laten gelden.’

Gemeenschappelijke regelingen

Het uitoefenen van invloed blijkt extra moeilijk binnen gemeenschappelijke regelingen. Deze regelingen gaan meestal gepaard met één of meer extra uitvoeringsinstanties. Laatstgenoemden hebben dikwijls een beperkt mandaat. Of de gemeenschappelijke regeling is alleen belast met de uitvoering, terwijl de beleidsontwikkeling bij de deelnemende gemeenten is gebleven. ‘Het is voor een cliëntenraad dan lastig om in een vroeg stadium – of überhaupt – betrokken te worden bij nieuwe ontwikkelingen’, licht de ombudsman toe.

Ondergesneeuwde wensen

Naast de cliëntenraden ervaren ook individuele burgers onvoldoende invloed. Bijvoorbeeld in de begeleiding naar werk. Van Zutphen ziet dat gemeenten vooral aanbodgedreven te werk gaan. ‘De gesprekken richten zich vaak op welke banen beschikbaar zijn, terwijl dat aanbod zelden aansluit op de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Het is meteen alles of niets: óf je blijft afhankelijk van een uitkering, óf je kiest voor deze specifieke baan met zoveel uur per week. Niet alleen gaat dat veel te abrupt: de wensen van de cliënt raken hierdoor ook ondergesneeuwd. Wat iemand wil komt op de tweede of derde plaats, terwijl de meeste mensen dolgraag willen meedoen.’

Zinvolle dagbesteding

Participatie moet passend en zinvol zijn. Burgers die niet direct in staat zijn tot betaald werk verlangen naar ondersteuning bij het vinden van een andere manier om mee te doen. Ze willen bovendien graag meedenken over een zinvolle tijdsbesteding. Dat komt in de ogen van de ombudsman nu te weinig tot uiting. ‘In de samenleving ligt er een te sterke nadruk op betaald werk, maar dat is voor veel mensen simpelweg niet haalbaar. Dat betekent niet dat zij op de bank moeten blijven. Vrijwel alle cliënten die wij spraken willen aan het werk. Het schept sociale contacten, is een vorm van dagbesteding en geeft voldoening. Gemeenten moeten hier meer kijken naar bijvoorbeeld beschut werk. Als ik op deze werkplekken kom zie ik met hoeveel passie deze mensen hun best doen. Mensen willen gewoon graag aan het werk. Neem die wens serieus.’

Vast aanspreekpunt

En als dat toch niet lukt? ‘Zorg er als gemeente dan voor dat je regelmatig in contact blijft. De meeste inwoners die langdurig in de bijstand zitten willen dat ook. Zij hebben behoefte aan een vast aanspreekpunt. Veel hebben nu namelijk het gevoel dat ze zijn vergeten’, zegt Van Zutphen. Wat hem betreft hoeft de gemeente echt niet elke week te bellen. ‘Maar korte gesprekken van een paar minuten. Dan weten inwoners dat hun gemeente nog steeds naar hen omkijkt en meedenkt in een oplossing.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie