Toon lef: ben eerlijk, onderzoek, leer en durf te falen
Ik wil bij deze gebruikmaken van deze column om een oproep te doen aan bestuurders en aan mijn eigen domein; professionals in de (publieke)zorg:
De komende jaren krijgt Nederland te maken met een enorme operatie in de vorm van de decentralisatie van de Awbz, de Jeugdzorg en van Werk en Inkomen. Het doel: het moet goedkoper én beter. De richting is bekend: meer zelfredzaamheid, minder onnodige zorg, meer effectieve zorg en hulp. Meer participatie is het medicijn. Gaan we die doelen halen? Natuurlijk. Papier is geduldig. Maar hoe zit het met de werkelijkheid?
Hoe werkt de papierenwerkelijkheid? Een praktijkvoorbeeld:
Soms (lang niet altijd) wordt aan het begin van een traject een meetbare doelstelling gedefinieerd met daarbij een indicator (smart). Bijvoorbeeld de wachtlijsten in de zorg. Deze worden voorzien van een doelstelling: een daling van 5% ten opzichten van twee jaar daarvoor. Daarna worden ze door de jaren heen gevolgd en mocht blijken dat, ondanks alle inspanningen, de doelstelling niet wordt gehaald, zijn er op dit moment uiteindelijk twee opties. Optie 1: de doelstelling wordt met terugwerkende kracht naar beneden bijgesteld (“we moeten realistische verwachtingen scheppen”) of, optie 2: de definitie van ‘wachtlijst’ wordt aangepast (“al werkende leren we”). We tellen bijvoorbeeld niet totdat iemand werkelijk onder het mes gaat, maar totdat de eerste intake heeft plaatsgevonden (een half jaar voor de operatie). Het gevolg is dat de wachtlijsten als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Dit is, voordat het verkeerde beeld ontstaat, overigens niet een geijkte methode bij beleidsmakers of bestuurders alleen. Onder het mom van ‘professionele vrijheid’ zijn ook uitvoerders uitstekend in staat tegenvallende resultaten om te buigen tot een succes of anders tot: “tja, het gaat hier om een zeer zware populatie en die is met niets te vergelijken.” En zo groeien de eerder beschreven wachtlijsten weer als kool.
Nu zullen er vast mensen zijn die denken: “dit is toch geen nieuws?”. Dat is waar. Maar in het licht van de drie decentralisaties vind ik het onbestaanbaar om toe te staan de enorme bezuinigingen en veranderingen in het sociale domein niet daadwerkelijk toetsbaar te volgen en daadwerkelijk te verantwoorden. De gevolgen zijn eenvoudigweg té groot. In de maatschappij moet immers een knop om. Denk aan een toenemend beroep op de mantelzorgers, de toenemende eigen bijdragen en de participatiemaatschappij. Kortom: niets voor niets en iedereen draagt bij. Vanuit de gedachte dat zelfredzaamheid een gezond goed is, kan ik hier inhoudelijk geheel in mee. Maar voor wat hoort wat: wees helder in de doelstellingen en pas de uitkomsten niet gaandeweg aan als ze misschien niet helemaal uitkomen. Laat zien wat de maatschappij er voor terug krijgt. En heb als bestuurder het lef om niet-effectieve activiteiten die geen resultaat hebben te vervangen door andere, wel effectieve trajecten.
Ik wil bij deze gebruikmaken van deze column om een oproep te doen aan bestuurders en aan mijn eigen domein; professionals in de (publieke)zorg: Ben eerlijk. Toon het lef om ook te falen. Geef ruimte aan wetenschappelijk onderzoek om alle positieve en negatieve resultaten van activiteiten daadwerkelijk te tonen. Zo weten we wat echt werkt en komen we in de echte maatschappij vooruit en niet alleen in de papieren werkelijkheid en dat is toch waar we het voor doen.
Paul van der Velpen
Meer columns van Paul van der Velpen leest u hier.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.