Advertentie
sociaal / Column

Sprookjes

Een wereld die eigenlijk een sprookje is. Een zelf gecreëerde illusie dat de Wsw een heuse bedrijfstak is die zichzelf kan bedruipen met productie en dienstverlening.

10 april 2012

Het is een spannende tijd voor de afdelingen Sociale Zaken in Nederland. Het wetsvoorstel Werken naar vermogen staat eind van de maand op de rol voor de plenaire behandeling in de Tweede Kamer. Gemeenten zijn zich inmiddels volop aan het voorbereiden.

In deze maand zullen waarschijnlijk in alle gemeenteraden de herstructureringsplannen en –aanvragen voor de sociale werkvoorziening op de agenda staan.  Vóór 1 mei moet dit bij het ministerie van SZW liggen, zodat een begin kan worden gemaakt om de befaamde € 400 miljoen stuk te slaan.

De gemeenteraad van Wijchen hield een speciale thema-avond over dit onderwerp. Ik was gevraagd mijn licht te laten schijnen over deze materie en met name over de toekomstige bestuurlijke structuur van de Wet werken naar vermogen c.q. de Wet sociale werkvoorziening. De discussie spitste zich toe op de vraag of de gemeente binnen een structuur van een Gemeenschappelijke Regeling (GR) de Wwnv/Wsw zou moeten uitvoeren. Zoals bekend ben ik van mening dat een GR bij de uitvoering van deze taken geen goed instrument is. Een GR is ook een fenomeen van de “oude wereld”. Een wereld die eigenlijk een sprookje is. Een zelf gecreëerde illusie dat de Wsw een heuse bedrijfstak is die zichzelf  kan bedruipen met productie en dienstverlening. Om dit te kunnen begrijpen moeten we even terug in de tijd.

In 1989 onderging de sociale werkvoorziening een ingrijpende verandering. Dit stond bekend onder de afkorting BDD: budgetfinanciering, deregulering en decentralisatie. Op zichzelf een prima ingreep. Alleen in de uitvoering snapte men het niet zo goed. De sociale werkvoorziening maakte wat dit betreft dezelfde ontwikkeling door als de zorg, het onderwijs of de volkshuisvesting. Wellicht zijn ze op het verkeerde been gezet door het ministerie van SZW, maar men waande zich in het idee dat men ondernemer was geworden. Dan raak je van het padje af. Dus wat doe je dan? Om te beginnen zo snel mogelijk de gemeenten op afstand zetten. Gemeenten zijn alleen maar lastig. En -  de andere kant van het verhaal - de gemeenten lieten zich maar wat graag op afstand zetten. Een GR was hierbij behulpzaam omdat het rijksbudget op de regionale rekening werd gestort zodat geen gemeenteambtenaar precies wist hoeveel geld er in omging. (En nogmaals ook omgekeerd: niemand vroeg er naar.)

Een ander voordeel van de GR was dat de gemeenteraad buitenspel kon worden gezet en dat de bestuurlijke aansturing mooi ondoorzichtig was. Zo veel wethouders in een bestuur bood het management van SW-organisaties de ruimte om hun eigen gang te gaan.

Wie ook maar wat graag meewerkten aan deze illusie waren de adviesbureaus. U kent ze wel: de BMC ‘s , Berenschotten, Radar’s, Ernst en Youngs en ga maar door. In de afgelopen 15 jaar adviseerden ze allemaal hetzelfde. Namelijk stug doorgaan met een GR en NV, alleen de rollen moesten duidelijker worden ingevuld. Dus wethouders Sociale Zaken in het bestuur van de GR en wethouders Financiën als bestuurders van de NV. Dan zou het allemaal wel goed komen. En oh ja. Gemeenten moesten zich vooral nergens mee bemoeien. Sturen op hoofdlijnen, dat was het credo. Begrotingen, sociaal-economische contracten en managementrapportages zijn voldoende voor de aansturing. Miljoenen hebben ze verdiend met deze prietpraat. En nog steeds trouwens.
 

Het ministerie van SZW begreep dat de gemeenten zichzelf helemaal buitenspel hadden gezet en veranderde in 2008 de wet. Het rijksbudget werd niet meer op regionaal niveau verdeeld, maar op gemeentelijk niveau. En ook het wachtlijstbeheer kwam op gemeentelijk niveau. Het hielp niet veel. Als op 1 januari het rijksbudget op de gemeenterekening stond, lag het op 2 januari al bij de GR. Nee, van echte gemeentelijke regie was nog steeds geen sprake.

In 2013 doen we er nog een schepje bovenop. Er komt één gemeentelijk re-integratiebudget waar alles van moet worden betaald, inclusief de Wsw. De wachtlijsten en de taakstellingen voor het realiseren van arbeidsplaatsen verdwijnen. Helaas is de Wsw zelf niet fundamenteel veranderd, zodat gemeenten nog jarenlang met een hoog kostenniveau worden geconfronteerd. Maar goed, gemeenten kunnen zelf keuzes maken. Hoe vreemd is het dan dat je deze geboden vrijheid weer volledig inlevert door de verplichting een SW-bedrijf te financieren. Gemeenten moeten voor zichzelf een “level playing field” creëren. Regie betekent niets anders dan bepalen welke cliënt tegen welke kosten welk traject krijgt. Gemeenten moeten domweg geen eigenaar willen zijn van een SW-bedrijf. Dit leidt tot gedwongen winkelnering en keuzes die op verkeerde gronden worden gemaakt. Dit klemt steeds meer omdat door de toekomstige gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de AWBZ-begeleiding de dienstverlening veel meer integraal moet worden opgepakt. Er komen meerdere spelers op de markt die vergelijkbare dienstverlening aanbieden.

Terug naar Wijchen. Zo hadden ze het nog niet bekeken. De wethouder die een toelichting gaf op het herstructureringsplan, zat in de klassieke spagaat. Een raadslid vroeg: “Spreekt u nu als wethouder van de gemeente, of als bestuurder van een bedrijf?” Hij sloeg de spijker op z’n kop.

Rik Bolhuis 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Modus Operandii / Journalist
BIS!!!! BRAVO!!!!!

Schitterend stuk, scherpe visie en het zoutzuur in, pardon..., de vinger precies op de wond!!!
Advertentie