Sociaal moeras
Ongeveer sinds het moment dat het trotse bouwwerk van de Nederlandse verzorgingsstaat voltooid was, ten tijde van het kabinet Den Uyl, staat het permanent in de steigers om te worden gerenoveerd of zelfs drastisch verbouwd. Echter, zonder dat de resultaten tot tevredenheid of zelfs maar voor rust in de tent zorgen. Wat is er aan er hand?
De auteurs van Het hervormingsmoeras, hoogleraar Van Gestel (Nijmegen) en De Beer en Van der Meer (Amsterdams Instituut voor Arbeids- Studies) hebben de ietwat ontmoedigende taak opgevat deze vraag te beantwoorden aan de hand van een analyse van de organisatie van de sociale zekerheid en de arbeidsvoorziening sinds 1980.
Zij hanteren daartoe een theoretisch kader gebaseerd op drie wetenschappelijke perspectieven op verandering in maatschappelijke sectoren. In het eerste staat de kracht van ideeën centraal (zoals het idee van sociale gerechtigheid), in het tweede de institutionele context (van belangengroepen en gevestigde bureaucratieën) en in het derde het chaotische karakter van veranderingen.
De voornaamste drijfveer achter grote hervormingen is doorgaans niet dat de nieuwe aanpak als beter wordt beschouwd. De hervormingsdrift komt veel meer voort uit onvrede over de oude aanpak en werkwijze. Ook constateren de auteurs dat een degelijke evaluatie van de verschillende aanpakken onmogelijk wordt gemaakt doordat de reorganisaties elkaar te snel opvolgden.
Hoewel het geen smeuïg relaas is geworden voor een breed publiek, is het een overtuigende analyse die recht doet aan de complexiteit van dit soort processen. Wel hebben de auteurs te weinig oog voor de economische dimensie van de problematiek van de verzorgingsstaat. Zo lijken zij marktwerking vooral te zien als een beleidskeuze: meer centrale of juist decentrale aansturing. Wat ontbreekt is het besef van de autonome krachten waardoor een systeem met de verkeerde prikkels, gedoemd is te falen.
De discussies over achtergestelde groepen op de arbeidsmarkt doen mij denken aan de 19e-eeuwse opvattingen over ‘de luie inlander’, terwijl het in wezen de perverse prikkels van het koloniale stelsel waren waarop elk initiatief van de inlandse bevolking stukliep.
De auteurs komen tot de conclusie dat de keuze voor radicale verandering vrijwel uitgesloten is. Zij menen dat dit eigen zou zijn aan ‘het karakter en de cultuur van de politieke besluitvorming in Nederland’ en dat met een nog altijd ‘sterk gecentraliseerde en hiërarchische aanpak van beleidsproblemen’ - top-down, dus - veel beschikbare kennis en expertise wordt verspild. Zou het huidige kabinet er toch goed aan doen de problemen van de crisis op het bordje van een aantal ambtelijke commissies te leggen, in plaats van zelf knopen door te hakken?
Ed Lof is publicist
Nicolette van Gestel, Paul de Beer en Marc van der Meer, Het hervormingsmoeras van de verzorgingsstaat – Veranderingen in de organisatie van de sociale zekerheid, Amsterdam University Press, 2009, ISBN 978 90 8964 153 3, 210 pagina’s, € 29,50.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.