Respijtzorg bewust niet goed door gemeenten geregeld
Voor veel gemeenten is slechte toegang tot respijtzorg bewust beleid. Dat constateert rapporteur respijtzorg Clémence Ross (oud-staatssecretaris van VWS) in een deze week verschenen rapport.
Voor veel gemeenten is slechte toegang tot respijtzorg bewust beleid. Gemeenten zijn bang voor een onbeheersbare vraag als de deur voor een adempauze voor mantelzorgers wijder wordt opengezet. Een slechte toegang zien gemeenten als het beste middel om de vraag te beheersen. Ook speelt mee dat niet gemeenten, maar vooral zorgverzekeraars financieel profiteren van de preventieve inzet door gemeenten.
Behoefte
Dat constateert rapporteur respijtzorg Clémence Ross (oud-staatssecretaris van VWS) in een deze week verschenen rapport dat op verzoek van minister Hugo de Jonge (VWS) is gemaakt. Door die slechte toegang is het voor mantelzorgers moeilijk om tijdig ondersteuning te krijgen. Wachtlijsten en administratieve procedures zijn grote belemmeringen, zo constateert Ross. Niet alleen voor de mantelzorger, maar ook voor betrokken zorgverleners. Als er sprake is van respijtzorg, wordt vaak uitgegaan van het aanbod en niet van de behoefte van de mantelzorger.
Obstakels
De complexiteit van de regelgeving vanuit vier wetten maakt het er ook niet makkelijker op. Het gaat om de Wmo, de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Jeugdwet. Met goede wil zijn die obstakels echter te slechten. ‘Veel hangt af van de bereidheid van de betrokken partijen om de behoefte centraal te stellen en de regelgeving als middel te blijven zien, in plaats van omgekeerd’, stelt Ross.
Geen positie
Probleem is ook dat de mantelzorger zich vaak niet bewust van het feit dat hij/zij mantelzorger is, stelt Ross. Gemeenten en beleidsbepalers zijn op hun beurt onvoldoende bewust van de mogelijkheden tot respijtzorg. Het wringt ook dat de mantelzorger geen positie heeft. ‘De mantelzorger is op zijn best een afgeleide van degene waarvoor hij/zij zorgt’, aldus Ross. ‘De mantelzorger is dus niet in beeld tot hij of zij om hulp roept en dan is het vaak al veel en veel te laat.’
Belastend
Zodra een diagnose of zorgvraag van een cliënt wordt gesteld, moet er direct aandacht voor de mantelzorg zijn, luidt dan ook een van de aanbevelingen van Ross. Respijtzorg moet direct ingezet kunnen worden op het moment dat dit nodig is, adviseert ze. Er moet een einde worden gemaakt aan trage en belastende toegangsprocedures. Ook moet een brede variatie aan respijtzorg worden geboden: ‘van logeervoorzieningen tot tijdelijke extra huishoudelijk ondersteuning of hulp van een vrijwilliger thuis’. Verantwoording en financiering moet achteraf worden geregeld. Het geld voor respijtzorg moet vanuit de financieringsstelsels (Wmo, Wlz, Zvw, Jeugdwet) lokaal ‘vrij’ kunnen worden ingezet voor tijdige, flexibele respijtzorg op maat.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.