SCP: houdbaarheid sociaal domein onder druk
Voor de meest kwetsbare burgers functioneert het stelsel al jaren niet goed
Al jaren functioneert het sociaal domein voor de meest kwetsbare burgers niet goed. Dat staat in het onderzoek Sociale en Culturele Ontwikkelingen: Stand van Nederland 2023, waarin het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een sociaal-maatschappelijk beeld van Nederland schetst. Het wetenschappelijk instituut verwacht dat het huidige systeem in de nabije toekomst nog verder onder druk komt te staan.
Het bieden van adequate ondersteuning aan kwetsbare mensen is volgens het SCP een belangrijke maatschappelijke opgave. Een opgave die volgens de onderzoekers van Sociale en Culturele Ontwikkelingen: Stand van Nederland 2023 steeds groter wordt. Het SCP-onderzoek ziet het aantal gebruikers van voorzieningen in het sociaal domein al jaren groeien. Zo steeg het aantal gebruikers van Wmo-voorzieningen van 1 miljoen in 2016 naar 1,2 miljoen in 2020. Ook het aantal jongeren met ondersteuning vanuit de Jeugdwet is gestegen: van 380.000 in 2015 tot bijna 470.000 jongeren in 2021. Het SCP verwacht dat de houdbaarheid van het huidige systeem in de nabije toekomst nog verder onder druk komt te staan. Het rapport noemt demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing en migratie, maar ook (de nasleep van) de coronacrisis, het (groeiend) personeelstekort en het gebrek aan betaalbare woningen spelen hierin een rol.
Diverse obstakels
Verder constateert het SCP dat het sociaal domein voor de mensen in de meest kwetsbare situaties nog steeds niet goed functioneert. Dat heeft in de eerste plaats te maken met het feit dat beleidsmakers de zelf- en samenredzaamheid van kwetsbare burgers overschat. Deze aanname sterkte landelijke politici in het verleden om de budgetten te verkleinen. Maar ook het huidige kabinet doet hier ‘een uitdrukkelijk beroep op’, zo laten de aangekondigde besparingen in onder meer de jeugdzorg zien.
Eenzelfde overschatting is te vinden ten aanzien van de effecten van vroegtijdige signalering en preventie. ‘Hoe belangrijk ook, het is zeer de vraag of dit op korte termijn kostenbesparingen met zich mee zal brengen’, aldus de auteurs van het rapport.
Daarnaast zijn er diverse institutionele belemmeringen. Ook hier speelt het tekort aan middelen een belangrijke rol. Dit leidt volgens het SCP tot een perverse prikkel om voorrang te geven aan eenvoudige hulpvragen. De aanpak van complexe zaken wordt tevens bemoeilijkt door ‘de landelijke en soms ook lokale verkokering binnen het sociaal domein’.
Een andere belemmering is dat het beleid niet altijd aansluit op de leefwereld van mensen. ‘Niet alleen liggen er soms onrealistische mensbeelden en verwachtingen ten grondslag aan beleid, ook is er in verschillende onderdelen van het sociaal domein sprake van verschillende mensbeelden’. De aangekondigde herziening van de Participatiewet, waarbij minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) ook het onderliggende mensbeeld wil herzien, kan volgens het SCP een begin zijn ‘om hier meer lijn in te brengen’.
Tot slot is de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het rijk en de gemeenten vaak onduidelijk. ‘Ondanks de decentralisatie grijpt het rijk soms in, ten koste van de beleidsvrijheid van de gemeenten’, stelt het SCP-rapport. ‘Het kabinet heeft zich voorgenomen om zich te bezinnen op de interbestuurlijke verhoudingen, maar komt op belangrijke dossiers zoals de Hervormingsagenda Jeugd nog altijd moeilijk op een lijn met de gemeenten.’
Aanbevelingen
In de ogen van het SCP is het één voor twaalf: ‘De houdbaarheid van het sociaal domein staat onder druk. Het is tijd voor herbezinning: denk opnieuw na over haalbare doelen en verwachtingen voor burgers, samenleving en stelsel’. Het SCP is de mening toegedaan dat er heldere keuzes moeten worden gemaakt. Bijvoorbeeld over welke ondersteuning voor kwetsbare mensen beschikbaar moet zijn, en welke hulp burgers van de overheid mogen verwachten. Die zijn volgens de auteurs ‘noodzakelijk om ook op langere termijn de zorg en ondersteuning te kunnen waarborgen voor mensen die deze het hardst nodig hebben.’
Het stelsel moet niet alleen toegankelijker en eenvoudiger, maar de overheid moet ook binnen de bestaande kaders problemen integraal aanpakken. ‘Het kabinet zou bijvoorbeeld een hoofdlijnenbrief sociaal domein kunnen uitbrengen, in plaats van per apart onderdeel’, adviseert het SCP. ‘In zo’n brief kan een gedeelde beleidsvisie naar voren komen over de vraag hoe mensen het best ondersteund kunnen worden wanneer zij te maken hebben met problemen die op verschillende beleidsterreinen betrekking hebben.’
Met dit rapport borduurt het SCP alvast voort op het begrotingsproces. Op 1 juni stuurt het kabinet namelijk de Voorjaarsnota naar de Tweede Kamer. Daarin geeft de regering niet alleen een update over de inkomsten en uitgaven van het rijk, maar blikt het ook vooruit op de kabinetsplannen voor volgend jaar.
Te denken valt dan met name aan het stimuleren van innovatie (publiek en privaat), het minder aantrekkelijk maken van parttime werken en/of het verhogen van het aantal wekelijkse werkuren (dit uiteraard tegen salarisverbetering).