Schuldhulp tijdens detentie ‘praktisch niet goed mogelijk’
Iemand kan aan de andere kant van het land in de gevangenis zitten, en saneringskredieten zijn risicovol.
Hoewel gemeenten verantwoordelijk zijn voor het verlenen van schuldhulpverlening, ook wanneer iemand in de gevangenis zit, blijkt dat in de praktijk erg lastig. Dat schrijven de staatssecretarissen van Participatie en Integratie en Justitie en Veiligheid in antwoorden op vragen van de ChristenUnie. Deels heeft dat er mee te maken dat het voor schuldhulpverleners niet goed mogelijk is alle gevangenissen te bezoeken.
Rotterdam
In augustus van dit jaar sprak Binnenlands Bestuur met de gemeente Rotterdam over de manier waarop de gemeente de re-integratiedienstverlening heeft vormgegeven. In de havenstad werken 13 nazorg-specialisten die gedurende de detentieperiode in contact staan met Rotterdammers in de gevangenis. Regelmatig spelen er namelijk meerdere problemen bij gedetineerden, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, gezondheidszorg of schuldenproblematiek.
Al in de gevangenis starten
De teamleiders van de Rotterdamse re-integratieafdeling gaven onder andere aan dat het heel belangrijk is dat soort dingen direct aan te pakken, wanneer iemand nog in detentie verblijft. ‘Dat betekent bij schulden meteen betalingsregelingen treffen of deze tijdelijk laten bevriezen, bij zorgvragen inzetten op toeleiding naar zorg en direct zorgen dat er een nieuw identiteitsbewijs wordt aangevraagd bij het ontbreken daarvan.’ Tegelijkertijd erkenden zij ook dat het voor kleine gemeenten bijna niet haalbaar is om er zo dicht op te zitten. Meerdere onderzoeken tonen aan dat de re-integratie van ex-gedetineerden door gemeenten sowieso kwakkelt.
Kamervragen
Kamerlid Don Ceder van de ChristenUnie stelde naar aanleiding van zo’n onderzoek van de Universiteit Leiden vragen over het onderwerp. Het kabinet erkent de problemen, specifiek als het gaat om schuldhulpverlening achter de tralies. ‘Wanneer een inwoner in detentie verblijft, is het voor een lokale schuldhulpverlener praktisch niet goed mogelijk om de verschillende DJI te bezoeken omdat deze op geruime afstand van gemeente kunnen liggen.’
Onvoldoende ruimte
‘Er is onvoldoende ruimte om de vraag naar en aanbod van schuldhulpverlening bij elkaar te brengen’, aldus de staatssecretarissen. Zij benoemen ook dat het aanbod in de praktijk erg verschilt tussen gemeenten. De verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening verschuift overigens pas wanneer de gedetineerde uitstroomt naar een andere gemeente. Het kan dus best zo zijn dat een gemeente in Groningen verantwoordelijk is voor iemand die vastzit in Maastricht.
Saneringskrediet
Een tweede belemmering voor gemeenten is dat de inzet van een saneringskrediet, waarbij de gemeente de positie van enige schuldeiser inneemt, bij gedetineerden niet goed mogelijk is. De hoogte van het krediet is namelijk afhankelijk van het inkomen van de schuldenaar. En gedetineerden hebben uiteraard geen inkomsten. Hierdoor moet worden gewerkt met een schatting, maar dat kan problemen opleveren wanneer de schatting niet juist blijkt te zijn.
Kabinet in gesprek
Schuldhulpverlening voor gedetineerden is door de verschillende belemmeringen minder effectief. Dit terwijl uit onderzoek blijkt dat schulden zorgen voor een veel hogere kans op recidive. Het kabinet is momenteel aan het verkennen of regionale schuldhulpverleners een uitkomst kunnen bieden. Die zouden gebonden zijn aan een regio en namens een gemeenten de gevangenissen in de regio kunnen bezoeken om cliënten te ondersteunen. Daarnaast is het kabinet in gesprek met het waarborgfonds saneringskredieten om te onderzoeken of hun dienstverlening kan worden ingezet voor gedetineerden. Daarmee worden de risico’s voor gemeenten bij het inzetten van saneringskredieten weggenomen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.