Gemeenten ontevreden met schuldhulpverlener

Acht gemeenten hebben onlangs een contract met commerciële schuldhulpverlener PLANgroep opgezegd. Door wanbeleid bij de organisatie werden de schulden van cliënten groter in plaats van kleiner, klagen de gemeenten. Dat blijkt uit onderzoek van platform Investico.

Onbereikbaarheid

Bij PLANgroep was er sprake van vertraging bij het opstarten van nieuwe trajecten, lange wachttijden, telefonische onbereikbaarheid en facturen die bleven liggen, meldt de gemeente Roosendaal in een persbericht. 'De klanten van PLANgroep ondervonden daar in toenemende mate negatieve gevolgen van', stelt de gemeente. 'De financiële problemen bij inwoners werden groter, in plaats van dat ze ontzorgd werden', zegt Lieke Verstraaten, beleidsambtenaar bij de gemeente Roosendaal, in een interview met Investico.

Ontbinding

PLANgroep is, met zo'n 19.000 cliënten in ongeveer zestig gemeenten, met afstand de grootste commerciële schuldhulpverlener in Nederland. Roosendaal is een van de zes gemeenten in West Brabant die hebben besloten om het contract met PLANgroep te ontbinden. De gemeenten Overbetuwe en Gennep deden dat ook al. Voor zo’n ontbinding moet PLANgroep eerst via een ingebrekestelling de wacht worden aangezegd. Pas als de problemen ook na een kans op verbetering blijven aanhouden, kan een gemeente tot ontbinding overgaan.

Investering

Lector schulden en incasso Nadja Jungmann geeft een aantal verklaringen voor de slechte kwaliteit van de schuldhulpverlening door PLANgroep. Zo zijn er geen duidelijke wettelijke kwaliteitsnormen voor schuldhulpverleners. Ook moeten gemeenten de schuldhulpverlening al jaren met tijdelijke middelen betalen. Daardoor wordt de dienstverlening vaak uitbesteed. Maar het heeft ook te maken met de keuzes die gemeenten zelf maken, zegt Jungmann. ‘Zie je het als een investering in je lokale samenleving om mensen uit de schulden te halen, of als een kostenpost? Als je naar aanbestedingen kijkt dan wordt het in veel gemeenten gezien als kostenpost, die willen voor een dubbeltje op de eerste rij zitten.’