Ruzie over rol gemeenten in zorgmalaise
Instellingen wijten faillissementen en financiële sores aan de strenge houding van gemeenten, die juist vrezen voor fraude en ‘zorgcowboys’.
De jeugdzorg zit diep in de rode cijfers. Meer dan 40 procent van de instellingen rapporteerde over 2022 een verlies, bleek deze maand uit onderzoek van advies- en accountancybureau EY. De Algemene Rekenkamer sprak eerder dit jaar van ‘georganiseerde onmacht’, sinds de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij gemeenten ligt.
Er moet iets gebeuren, klinkt het bij jeugdzorginstellingen, gemeenten en in de landelijke politiek. Maar over de oorzaak van de problemen worden deze partijen het niet altijd eens. In het zuiden van het land beklagen diverse instellingen zich over de strakke gemeentelijke controles, de ‘onvoorspelbare’ opstelling van gemeenten, en een grote druk om zorg zo goedkoop mogelijk te leveren. Het leidt tot rechtszaken en volgens de instellingen zelfs tot faillissementen.
‘Zorgcowboys moeten worden geweerd’
Zorgcowboys
Gemeenten vrezen zorgfraude, door het declareren van niet geleverde zorg, het leveren van slechte zorg of het vervalsen van diploma’s. ‘Zorgcowboys’, zo luidt het bijvoorbeeld bij de Brabantse gemeente Oosterhout, ‘moeten worden geweerd’. Daarom stelt Oosterhout twee speciale toezichthouders aan, om misbruik en fraude bij de Jeugdwet aan te pakken.
Ook andere gemeenten controleren scherp. De druk om op te treden is groot, er is veel media-aandacht voor ‘woekerwinsten’ in de zorg. Bijvoorbeeld bij het Eindhovens Psychologisch Instituut (EPI). Het EPI belandde in 2019 in de ‘zorgcowboyslijst’ van Follow the Money, Pointer en Reporter Radio, met daarin zorgbedrijven die meer dan 10 procent winst maakten. Het leidde tot onrust in de Eindhovense raad.
Zes miljoen
Lang zou de welvaart van het EPI niet duren. Het EPI is inmiddels al een paar maanden failliet, naar eigen zeggen als gevolg van een uit de hand gelopen controle door de gemeente Eindhoven. De publicatie van Follow The Money doet bij de gemeente Eindhoven alarmbellen rinkelen, blijkt uit het vonnis in de rechtszaak die volgde.
De gemeente gaat over tot een zogeheten ‘detailcontrole’ van zestig cliëntdossiers. Volgens Eindhoven ontbreken er onder meer geldige verwijzingen en behandelplannen en is er sprake van ‘een disproportionele inzet van uitgebreide psychodiagnostiek’. De gemeente laat voor meer dan zes miljoen euro beslag leggen op de rekeningen van het EPI.
‘De gemeente heeft te weinig gewicht toegekend aan het welzijn van de jeugdigen en de medewerkers die de zorg verlenen’
De rechter maakt gehakt van de aanpak van Eindhoven. Het beslag is ‘onevenredig en onzorgvuldig’. De beperkte steekproeven zijn geen terechte reden om het EPI in financieel gevaar te brengen. Bovendien heeft de gemeente geen rekening gehouden met andere belangen. De rechter oordeelt dat de gemeente ‘te weinig gewicht heeft toegekend aan de actuele zorgverlening en het welzijn van de jeugdigen en de medewerkers die de zorg verlenen’.
Negatieve publiciteit
De juridische winst mag het EPI niet meer baten. Dit voorjaar gaat de zorgverlener failliet, volgens directeur Bob van Nunen als gevolg van de strijd met de gemeente.
Curator Floris Dix kan op dit moment nog geen uitspraken doen over zijn onderzoek naar het faillissement, maar hij verwijst naar het faillissementsverslag. Daarin valt onder het kopje ‘Oorzaak faillissement’ te lezen dat het instituut ‘kampte met de negatieve gevolgen van de – volgens haar onterechte – beslaglegging door de gemeente Eindhoven’. Door de ‘negatieve publiciteit’ is volgens het instituut personeel vertrokken en wilden sollicitanten er niet meer komen werken.
Een woordvoerder van de gemeente Eindhoven laat weten geen inhoudelijk antwoord op vragen over de zaak rond het EPI te kunnen geven. De rechtszaak rondom het EPI gaat ondanks het faillissement door. Volgens de gemeente is voor dit najaar een bodemprocedure gepland.
Meer faillissementen
Het EPI is niet de enige zuidelijke zorginstelling die haar faillissement aan een gemeente wijt. De Venlose Stichting Cedere Zorg schrijft in haar faillissementsverslag dat de stichting in een ‘financiële neerwaartse spiraal’ terecht kwam door ‘wijzigend beleid’ en ‘nieuwe eisen’ van de gemeente. Daarnaast betaalde de gemeente volgens Cedere Zorg declaraties vaak ‘na maanden’.
De failliete Helmondse Stichting Ouders en Jeugdzorg ziet een ‘tekort aan financiële middelen’ na de wijziging van het jeugdzorgstelsel in 2015 als belangrijke oorzaak van haar faillissement. Vanaf toen moest er met veel meer gemeenten onderhandeld worden. Verder zou het betalingssysteem van de gemeenten, waarbij na betaling volgens de gemeenten soms veel minder zorg geleverd was dan betaald, leiden tot ‘een terugbetalingsverplichting die de stichting niet kon dragen’.
Noodklok
De zorgtaken van het failliete EPI zijn dit voorjaar overgenomen door de Mutsaersstichting. De Mutsaersstichting is een grote speler in de jeugdzorg in het zuiden van het land, met meer dan 700 medewerkers. Onder de stichting vallen acht organisaties, ‘met een verzorgingsgebied van Tiel tot Maastricht’. Eetstoornissen, genderproblematiek, trauma’s en therapie voor baby’s: het bereik van de organisatie is groot.
Ook de Mutsaersstichting heeft het financieel moeilijk. Dit voorjaar luidde de stichting in haar jaarverslag de noodklok. Er werd een collectief verlies van ruim vijf miljoen euro genoteerd. Dat zou volgens het jaarverslag ‘aanleiding kunnen vormen tot het in twijfel trekken van de zelfstandige continuïteit van de organisatie’. De oorzaak van de financiële malaise leidt inmiddels tot externe en interne strijd bij de toch al noodlijdende zorginstelling.
‘Enkele gemeenten hebben een onvoorspelbare houding tijdens contractonderhandelingen en tussentijdse accountoverleggen’
Kennisgebrek
Over de oorzaak van deze grote verliezen is de stichting in haar jaarverslag over 2022 nog helder. ‘Enkele gemeenten’ hebben volgens de Mutsaersstichting ‘een onvoorspelbare houding tijdens contractonderhandelingen en tussentijdse accountoverleggen’. De stichting denkt wel te weten waardoor deze houding is ingegeven. Deze is niet alleen ‘tekenend’ voor ‘het gebrek aan inhoudelijke kennis’ bij de gemeenten, maar ook voor ‘het onvoldoende in ogenschouw nemen van het perspectief van de cliënt en het omringende systeem’.
De ‘frequent’ veranderende regelgeving kost de jeugdzorgorganisatie naar eigen zeggen veel geld. Daarnaast sluiten klanten, de gemeenten, alleen nog korte contracten af en duurt het lang om tot overeenstemming te komen. Dat zorgt volgens het jaarverslag voor een gebrek aan ‘stabiel perspectief’. ‘Hierdoor lopen we continu achter de feiten aan’.
Controlesysteem Jeugdwet
De Jeugdwet kent voor fraudecontroles een zogeheten ‘getrapt systeem’. Omdat gegevens van patiënten in principe vertrouwelijk zijn, kunnen gemeenten niet zomaar inzien waarover declaraties precies gaan. Normaal gesproken beperkt de gemeente zich tot een ‘formele controle’, waarbij bekeken wordt of facturen voldoen aan de regels, bijvoorbeeld of het type gedeclareerde zorg wel onder het contract valt.
Bij een ‘materiële controle’ gaat de gemeente een stapje verder: daarbij controleert de gemeente of de gedeclareerde zorg echt is geleverd. Als dit doet vermoeden dat er iets mis is, kan een detailcontrole worden uitgevoerd. Dit is een ingrijpende controle, waarbij de gemeente patiëntendossiers bekijkt en persoonlijke informatie over cliënten van de instelling krijgt. Aanwending van dit middel leidt regelmatig tot rechtszaken.
Patiëntendossiers
De onvrede over de gemeenten bij de Mutsaersstichting beperkt zich niet tot de financiële perikelen in het jaarverslag. Op dit moment loopt er nog een ‘dispuut’ met de regio Zuid-Limburg, over de gecontracteerde tarieven. Met de gemeenten uit Noord-Limburg heeft de Mutsaersstichting het al langer aan de stok. Deze zomer mondde dit zelfs uit in een rechtszaak over controle door inzage in patiëntendossiers.
Volgens Venlo, een van de deelnemende gemeenten, is het niet zeker of de Mutsaersstichting daadwerkelijk de afgesproken zorg heeft geleverd. Dat is wel ‘mondeling bevestigd’, maar de gemeenten hebben de dossiers niet kunnen inzien. De gemeente wil daarom een ‘detailcontrole’ uitvoeren om de declaraties te verifiëren.
De Mutsaersstichting vindt dat de gemeenten te veel inzage vragen in vertrouwelijke patiëntendossiers. De rechter gaf de Mutsaersstichting gelijk: er was voor de gemeenten geen reden om inzicht in de declaraties te eisen. De gemeenten hebben zich daar niet bij neergelegd. Zij laten in een reactie weten dat de zaak nog steeds ‘onder de rechter’ is.
Tweespalt
Niet alleen tussen de stichting en de gemeenten, maar ook binnen het bestuur van de Mutsaersstichting lijkt inmiddels een tweespalt te zijn ontstaan. Matthieu Goedhart, tot voor kort de enige bestuurder, zette in mei samen met de raad van toezicht zijn handtekening onder het jaarverslag. Het verslag wijt een belangrijk deel van de financiële misère aan de gemeenten.
In september kreeg Goedhart twee collega-bestuurders. Dit duo laat na vragen van Binnenlands Bestuur aan de stichting weten zich te ‘distantiëren van de uitspraken in het jaarverslag over de gemeenten en ambtenaren’. Daarmee gaan zij regelrecht tegen hun medebestuurder in. Volgens de nieuwe bestuurders ‘evalueren’ zij de samenwerking met gemeenten, en kijken zij daarbij ook ‘kritisch naar ons eigen aandeel’. De bestuurders verwachten dit jaar weer een verlies bij de kwakkelende stichting.
‘We horen vaker dat gemeenten op de stoel van de professional gaan zitten’
Beknelde handelingsvrijheid
Branchevereniging Jeugdzorg Nederland herkent de klachten van de zorginstellingen. De vereniging hoort vaker dat gemeenten ‘op de stoel van de professional gaan zitten’, vertelt een woordvoerder. Dit heeft te maken met de manier van controleren, of door hoe gedetailleerd de formulieren over de verleende zorg moeten worden ingevuld. Het ‘beknelt de handelingsvrijheid van professionals’, en leidt volgens Jeugdzorg Nederland tot hogere administratieve lasten.
Het probleem van korte contracten, waarover lang onderhandeld moet worden, is bekend bij Jeugdzorg Nederland. Deze situatie is ontstaan na het overhevelen van jeugdzorgtaken van de provincies naar gemeenten in 2015. ‘Door de decentralisatie is het heel lastig om langere contracten te krijgen bij de gemeente. Met langer lopende contracten heb je zekerheid dat je je zorg kan doorontwikkelen, dat je gebouwen kunt onderhouden, enzovoorts’.
Aan de verschillende gemeenten is gevraagd of zij zich herkennen in de beschuldigingen over de oorzaak van financiële problemen bij de instellingen. Geen van de gemeenten is hierop ingegaan.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.