Rijk moet deel jeugdzorg voor zijn rekening nemen
Gemeenten moeten verantwoordelijk blijven voor de jeugdzorg. De rekening van zeer specialistische jeugdzorg moet echter door het rijk worden betaald. Dat stelt Marjanne Sint, voorzitter van de visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein.
Gemeenten moeten verantwoordelijk blijven voor de jeugdzorg. De rekening van zeer specialistische jeugdzorg moet echter niet meer op het bordje van gemeenten terechtkomen, maar door het rijk worden betaald. Gemeenten zelf moeten ook aan de bak. Zij moeten onder meer prioriteren: wie krijgt wel en wie krijgt geen zorg en ondersteuning op kosten van de gemeente.
Zaaglijn
‘Het gaat daarbij met name om prioritering in de jeugdzorg en de Wmo. Als de middelen schaars zijn, moeten gemeenten bepalen waar de “zaaglijn” ligt, waarbij de inhoud leidend is. Wie heeft het hardste ondersteuning nodig waar gemeenten hun schaarse budget voor willen aanwenden. En regel dat deze mensen die zorg krijgen’, verduidelijkt Marjanne Sint, voorzitter van de visitatiecommissie financiële beheersbaarheid sociaal domein. Binnenlands Bestuur spreekt haar naar aanleiding van de eindrapportage van de commissie, die donderdagmiddag is verschenen.
Beste aanspreekpunt
‘Het was destijds een principiële keuze om de jeugdzorg bij gemeenten te beleggen. Toen was ik ervan overtuigd dat dit een goede keuze was en dat vind ik nog steeds. Gemeenten zijn het beste aanspreekpunt als sociale problematiek moet worden opgelost’, aldus Sint. Ook al blijkt uit de eindrapportage dat de jeugdzorg nog steeds het grootste (financiële) knelpunt is in het sociaal domein. De kosten voor de jeugdzorg zijn tussen 2015 en 2019 gestegen van zo’n 3,5 miljard euro tot 5,5 miljard euro; een stijging van 57 procent. Hierdoor liep het tekort bij gemeenten op naar tussen de 1,6 en 1,8 miljard euro. De oproep vanuit verschillende gremia – zowel jeugdzorgprofessionals als Kamerleden – om bijvoorbeeld de jeugd-ggz weg te halen bij gemeenten, steunt Sint dan ook niet. Wel vindt ze dat het rijk de kosten van zeer specialistische jeugdzorg voor zijn rekening moet nemen. Die zijn voor gemeenten, en zeker kleine, financieel niet op te brengen. Het gaat vaak al snel om een zorgtraject van een ton per jongere.
Intensiveer samenwerking
In het verlengde hiervan stelt Sint dat de toegangspoorten tot specialistische jeugdzorg weliswaar complicerend werken, maar vindt tegelijkertijd dat contacten met andere verwijzers nodig blijven om zicht te houden op de problematiek van de jongeren. Naast de gemeentelijke toegang kunnen ook huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten, gecertificeerde instellingen (GI’s) en rechters jongeren verwijzen. Meer dan de helft van de jongeren wordt door anderen dan de gemeente naar specialistische jeugdzorg verwezen, terwijl de gemeente de rekening ervan moet betalen. Gemeenten kunnen daarnaast veelal niet meebeslissen over welke zorg wordt ingezet. ‘Dit maakt het moeilijk voor gemeenten om grip te houden op kosten die bij de externe verwijsroutes horen’, aldus de eindrapportage. Aan de andere kant kunnen verwijzers net zo effectief zijn als de gemeente. ‘Er moet dus een balans tussen effectiviteit en grip worden gevonden.’ Sint adviseert gemeenten, voor zover ze dat al niet doen, te investeren in de samenwerking met alle verwijzers en huisartsen.
Geen sturingsmogelijkheid
De financiering van de jeugdzorg is een van de zogeheten systeemvraagstukken die de visitatiecommissie in elke tussentijdse rapportage, en nu ook in haar eindrapportage, heeft aangekaart. Het gaat om vraagstukken waarop (afzonderlijke) gemeenten niet zelf een antwoord op kunnen geven. Regionalisering, het Wmo-abonnementstarief en het woonplaatsbeginsel jeugd vallen hier ook onder. Zoals bekend zijn sinds de invoering van het Wmo-abonnementstarief de aanvragen voor huishoudelijke hulp gestegen. Vooral financieel draagkrachtige inwoners kloppen daarvoor bij de gemeente aan. Dit leidt tot tekorten bij gemeenten en tot wachtlijsten. Omdat bij gemeenten sinds de invoering van die inkomensonafhankelijke eigen bijdrage een ‘belangrijke sturingsmogelijkheid’ is weggenomen, stelt dit ‘de financiële beheersbaarheid van het sociaal domein op de proef’, aldus de eindrapportage.
Politiek besluit
Het is ‘bij uitstek een politiek besluit’ om de vaste eigen bijdrage helemaal of gedeeltelijk af te schaffen, zoals bijvoorbeeld voor alleen de huishoudelijke hulp, stelt Sint. Toch stelt ze voor om terug te vallen op het oorspronkelijke wetsvoorstel. Ze doelt daarbij op de Memorie van Toelichting (MvT) van de Wmo 2015. Daarin staat dat gemeenten een eigen bijdrage voor zowel maatwerk- als algemene voorzieningen kunnen vragen. De hoogte van die eigen bijdrage mogen gemeenten zelf bepalen, aldus de MvT. ‘Voor maatwerkvoorzieningen kan in de verordening worden bepaald dat de bijdrage afhankelijk is van het inkomen en het vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot’, aldus de MvT.
Gemeenschappelijke pot
Regionale samenwerking is zeker in de jeugdzorg nodig, maar blijft lastig. De vrijblijvendheid ervan leidt tot spanningen, omdat de taken die een regio in gezamenlijkheid moet oppakken niet vrijwillig zijn, constateert de commissie. De door de VNG ontwikkelde Norm van Opdrachtgeverschap (NvO) is een stap in de goede richting, maar lost het probleem niet op dat de financiële gevolgen in de gemeentelijke begrotingen belanden. Verevening tussen regionaal samenwerkende gemeenten zou een oplossing kunnen zijn om een gemeente die extra zwaar financieel wordt belast te helpen, maar verevening is volgens Sint geen doel op zich. ‘Ook op andere manieren kun je er als samenwerkende gemeenten voor zorgen dat niet een gemeente de verliezen op de jeugdzorg moet opvangen. Je kunt bijvoorbeeld een gemeenschappelijke pot maken, naar analogie van het LTA (Landelijk Transitie Arrangement, red).’
Prioriteren
Gemeenten kunnen nu al veel doen om meer inhoudelijke en financiële grip op de Wmo, de jeugdzorg en in mindere mate de Participatiewet te krijgen. Sterker: dat moeten ze in de ogen van Sint doen. Ook moeten gemeenten niet wachten tot de hervormingsagenda komende voorjaar het licht ziet, waarin concrete voorstellen moeten staat om het jeugdzorgstelsel kwalitatief beter en financieel beheersbaar te maken. ‘En wacht ook niet op een nieuw kabinet. De lobby voor extra geld voor de jeugdzorg was een terechte, maar ook dat extra geld raakt een keer op. Voer als college, met je gemeenteraad en met je burgers de discussie over waar het beschikbare geld aan wordt besteed. Je kunt als gemeente niet alles betalen. Je moet prioriteren.’
Afremmen
Ze vindt het niet nodig dat gemeenten wachten totdat een nieuw kabinet, mede op basis van de hervormingsagenda, knopen doorhakt over de reikwijdte van de jeugdzorg. ‘Gemeenten kunnen nu al bewust prioriteren. Dat is misschien niet leuk, maar dat is wel besturen. Als gemeentebestuur moet je dan wel weten waar er problemen zijn en hoe groot deze zijn. In bepaalde wijken met veel kwetsbare mensen kan de gemeente haar inwoners bewust een zetje geven om hulp en ondersteuning te vragen. In andere wijken kan het verstandig zijn de zorgvraag af te remmen’, aldus Sint. ‘Bepaal wie als eerste aan de beurt is en wie achteraan in de rij komt. Schaarse middelen kunnen maar een keer worden uitgegeven. Als je te genereus bent, komen andere gemeentelijke voorzieningen in de knel.’
Onvoldoende doordacht
Het werk van de visitatiecommissie zit erop. De commissie heeft sinds mei 2019 dertig gemeenten gevisiteerd. Zij trokken bij de commissie aan de bel omdat zij geen of onvoldoende grip hebben op de uitgaven in het sociaal domein. Er zijn veel meer dan dertig gemeenten die daarmee worstelen. De visitatiecommissie kreeg ongeveer honderd officiële aanmeldingen en voerde daarnaast talloze gesprekken met gemeenten die advies wilden over manieren om de financiële tekorten terug te dringen. Uit al die visitaties en gesprekken is duidelijk geworden dat gemeenten de complexiteit van het sociaal domein hebben onderschat. ‘Het rijk heeft echter ook onvoldoende doordacht wat de gevolgen van de decentralisaties zouden zijn’, voegt Sint daar meteen aan toe. Het gaat daarbij zowel om de uitvoering als om de benodigde budgetten.
Geen transformatie
Van de transformatie, na bijna zeven jaar na de decentralisaties, nog steeds niet worden gesproken, concludeert de visitatiecommissie. ‘Het overgrote deel van gemeenten is nog bezig met de vormgeving of verfijning van het stelsel.’ Ook een integrale en domein overstijgende aanpak komt nog niet goed van de grond. ‘Bij een meer integrale aanpak kunnen kwetsbare groepen effectiever ondersteund worden. Dit speelt ook breed buiten het sociaal domein. Investeren in bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezond leven kan een goede basis leggen. Dat bevordert het meedoen aan de samenleving, voorkomt stress en geldzorgen en stimuleert positieve gezondheid’, aldus de eindrapportage.
Passend onderwijs
De commissie vindt het tijd voor ‘een heldere koers met een duidelijke langetermijnstrategie en collectieve kennis en (kwaliteits)standaarden.’ Sint: ‘Maak een heldere visie en concretiseer deze. Leg vast wat je wilt bereiken en vertaal dit in handelingsopties voor de uitvoering.’ En hou de vinger daarna goed aan de pols. Gemeenten doen er daarnaast goed aan zich te spiegelen aan andere gemeenten van dezelfde omvang, om zo in beeld te krijgen of je te veel of te weinig uitgeeft aan hulp en ondersteuning, adviseert de commissie. ‘En zoek de verbinding met passend onderwijs. Realiseer je als gemeente dat daar veel zicht is op de problematiek.’ De commissie adviseert gemeenten strakkere en meer inhoudelijke afspraken te maken met schoolbesturen en de lokale en regionale visie op de Jeugdwet ‘maximaal te integreren met de regionale visie op passend onderwijs’.
Leren
Sint: ‘Ga ook eens op de koffie bij andere gemeenten. Gemeenten moeten meer leren van best practices. Dat betekent niet dat je het beleid van een andere gemeente klakkeloos moet kopiëren en plakken, maar het helpt om te kijken hoe andere gemeenten hun sociaal beleid vormgeven. Kijk op basis van je eigen lokale behoefte en situatie wat je daarvan kunt gebruiken.’
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.