'Reïntegratie kan niet zonder marktwerking'
Particuliere reïntegratiebedrijven maken er een potje van, is de beeldvorming. Ze verdienen veel geld zonder mensen aan het werk te helpen. 'Niet de werkelijkheid', pareert Kick van der Pol, voorzitter van Boaborea, de brancheorganisatie van particuliere arbo- en reïntegratiebedrijven.
'Geldverkwisting' en 'een schandalige miskleun' kregen minister Donner en staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken onlangs te horen in de Tweede Kamer bij het overleg over de besteding van de reïntegratiegelden, zo'n twee miljard euro per jaar. Uit eigen onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken viel vrijwel niet te meten welk effect de reïntegratieprojecten hebben die uitkeringsinstantie UWV en gemeenten inkopen bij commerciële reïntegratiebedrijven. Volgens VVD'er Nicolaï zijn er geen reïntegratiebedrijven voor nodig om mensen, desnoods met behoud van hun uitkering, aan het werk te zetten en SP'er Ulenbelt pleitte voor een terugkeer naar de publieke arbeidsvoorziening, omdat die beter zou functioneren dan de particuliere reïntegratiebedrijven.
Kick van der Pol, sinds een half jaar voorzitter van Boaborea, de brancheorganisatie van particuliere arbo- en reïntegratiebedrijven: 'Iedereen denkt dat de markt voor reïntegratie is geprivatiseerd en dat die particuliere reïntegratiebedrijven het ook nog eens slecht doen. Dat is de beeldvorming, maar niet de werkelijkheid. Er wordt jaarlijks ruim twee miljard euro uitgegeven aan reïntegratie en daarvan gaat slechts 360 miljoen euro naar private reïntegratiebedrijven. In de periode 2004-2006 hebben die ruim 120.000 klanten duurzaam naar werk geleid, zo'n veertig procent van ons bestand. Dat zijn cijfers die de publieke sector nooit heeft gehaald.'
Dat neemt niet weg dat de lokale rekenkamers van Amsterdam en Utrecht in 2007, respectievelijk 2006 een vernietigend rapport naar buiten brachten over het reïntegratiebeleid in die steden dat ook de particuliere reïntegratiebedrijven zich mogen aantrekken.
Van der Pol: 'Over de Utrechtse situatie kan ik niet goed oordelen, maar Amsterdam had veel te veel opdrachtgevers ingeschakeld. Dan ben je bij voorbaat al de regie kwijt. Maar als je nu kijkt naar het overzicht van de stichting Blik op Werk, dan blijkt dat de particuliere reïntegratiebedrijven in de periode 2004-2006 van de 400.000 contracten er zo'n 300.000 succesvol hebben afgerond. Dan kun je toch niet zeggen dat we er niets van hebben gebakken. Overigens was bij veel van die contracten de opdracht niet om de klanten naar regulier werk te leiden, maar bijvoorbeeld naar sociale activering.'
De Boaborea-voorzitter wil daarmee overigens niet beweren dat het niet veel beter kan. 'Als je bijvoorbeeld naar de Wajong'ers (jonggehandicapten met een uitkering, red.) kijkt, dan blijkt dat slechts een paar procent van het zittende bestand een echt werkaanbod heeft gekregen. Ik ben ervan overtuigd dat een belangrijk deel van hen wil en kan werken, maar in de publieke sector ontbreekt de prikkel om dat voor elkaar te krijgen.'
Van der Pol constateert dat er vrijwel niets bekend is over de effectiviteit van de 1,6 miljard euro die de gemeenten zelf besteden aan reïntegratiegelden. 'Als je zo'n bedrag verspijkert en je kunt de resultaten niet laten zien, waardoor je ook het zicht op bijsturing mist, dan is er wel ruimte voor verbetering. Dat zou toch bij elk particulier bedrijf onmogelijk zijn. De meeste gemeenten houden een aanzienlijk deel van hun budget dat bestemd is voor reïntegratieactiviteiten over. Dat vind ik geen prestatie om trots op te zijn. De Tweede Kamer moet discussiëren op basis van cijfers over 2005. Het is nu 2008. Een particulier bedrijf dat op zulke cijfers stuurt, is allang failliet.'
De Boaborea-voorzitter wil niet alle gemeenten over één kam scheren: 'Er zijn er die het heel goed doen met hun reïntegratiebeleid', zegt Kick van der Pol. 'Maar feit is ook dat met het huidige budget veel meer kan dan nu gebeurt.' Er zijn volgens Van der Pol nog heel veel gemeenten die geen zicht hebben op hun bestand en waar de sfeer ontbreekt om resultaten te meten, waardoor het vrijwel ondoenlijk wordt bij te sturen. 'Juist omdat de verschillen tussen gemeenten zo groot zijn, is er veel behoefte aan transparantie en benchmarking. Met het UWV hebben we hard gewerkt aan benchmarking, maar in gemeenteland wil dat maar niet van de grond komen.'
Marktmeester
Van der Pol vindt het op zichzelf een goede zaak dat de reïntegratieproblematiek bij de gemeenten is terechtgekomen. 'Het is een probleem dat dicht bij de burger ligt, maar er moet meer resultaatgericht worden gewerkt en daar past het inschakelen van private partners bij. De gemeente moet zich veel meer opwerpen als een goede marktmeester: garant staan voor goed opdrachtgeverschap, zorgen dat er een duurzame relatie ontstaat tussen opdrachtgever en opdrachtnemer met evenwichtige contracten. Nu zie je bijvoorbeeld bij inburgering dat particuliere reïntegratiebedrijven met leraren en klaslokalen klaar moeten staan, maar dat de gemeente geen enkele verantwoordelijkheid neemt om die lokalen vol te krijgen.'
De Boaborea-voorzitter is overigens best bereid om de hand ook in eigen boezem te steken. 'Kwaliteit moet voorop staan, maar wat je nu ziet gebeuren is dat door de individuele reïntegratie-overeenkomsten (iro's) een te groot aantal reïntegratiebedrijven is ontstaan. Als je tien iroklanten hebt tegen vijfduizend euro per persoon, draai je als eenmansbedrijfje al een omzet van 50.000 euro. Het gevolg is dat er nu zo'n tweeduizend reïntegratiebedrijven zijn waarvan er maar honderdtachtig een keurmerk hebben. Om de kwaliteit te bewaken moet de overheid als een strenge marktmeester optreden en alleen die bedrijven met een keurmerk toelaten. Van die prikkel merk ik te weinig bij gemeenten en UWV.'
Om op kwaliteit en resultaat te sturen is daarom marktwerking geboden, meent Van der Pol. 'Door vaker particuliere bedrijven in te schakelen, worden de resultaten beter. Dat hebben we kunnen zien aan de arbomarkt. Reïntegratiebedrijven zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van resultaten. Bovendien krijg je door particuliere bedrijven ook meer specialisatie, bedrijven die de expertise hebben voor speciale groepen, zoals blinden en doven. Daar komt nog bij dat hoe groter de afstand tot de arbeidsmarkt wordt voor cliënten, des te belangrijker het wordt om specialistische bedrijven in te schakelen. Die specialisatie kunnen gemeenten niet leveren.'
De Boaborea-voorzitter kan zich ook maar moeilijk verplaatsen in het streven van gemeenten om de reïntegratie in eigen hand te nemen. 'Ik vraag me af of daarbij het belang van de klant vooropstaat of het belang van de wethouder of de sociale dienst. Die klant is gebaat bij transparantie en een keuze uit verschillende soorten aanpak. Ik denk dat veel gemeenten dat niet kunnen bieden.'
Investeren
De overheid moet volgens Van der Pol een veel grotere bereidheid tonen om te investeren in publiekprivate samenwerking. 'In de driehoek Economische Zaken, Financiën en Verkeer en Waterstaat wordt daar veel meer over nagedacht dan in het conglomeraat van Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken en Onderwijs. Wij bieden als particuliere sector aan om veertig procent van de wsw-wachtlijst (cliënten met een geestelijke en/of lichamelijke beperking die onder de Wet sociale werkvoorziening vallen, red.) in één jaar naar regulier werk te leiden en we doen hetzelfde aanbod voor veertigduizend Wajong'ers in vier jaar tijd. Daar moet je natuurlijk goede begeleiding op zetten en voor een aantal van die mensen zal permanente ondersteuning nodig zijn, maar het kan wel. Nu weet niemand wat een Wajong'er, ondanks zijn beperkingen, wél kan en wat voor werk hij zoekt. De bestanden zijn alleen maar gericht op het verstrekken van een uitkering en dat moet veranderen, willen we de fout die we ooit met de wao hebben gemaakt, niet nog eens herhalen.'
Volgende week: Gemeente Den Haag wijst reïntegratiebedrijven de deur.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.