Regels en realiteit
Het lijkt alsof wij Nederlanders een haat-liefdeverhouding hebben met regels. Aan de ene kant hechten we veel waarde aan regels en wetten. Het geeft duidelijkheid en je weet waar je aan toe bent. Heerlijk.
Aan de andere kant leveren regels ook weer ongewenste situaties op. Dan volgt de roep om een uitzondering. Politici kunnen de roep om zowel regels als om de uitzonderingen veelal niet weerstaan en op deze manier hebben we in Nederland een zeer ingewikkelde bureaucratie bedacht met heel veel ambtenaren, accountants, advocaten, adviesbureaus om alles weer uit te voeren. Alleen de echte specialisten kunnen het nog een beetje volgen.
De culturele danwel psychologische dimensie van regels komt altijd treffend tot uiting in de sport. Bijvoorbeeld bij selecties voor kampioenschappen en Olympische Spelen. In de Verenigde Staten is het simpel. In dat land bestaan de zogeheten trials. Dit zijn wedstrijden op basis waarvan de selectie plaatsvindt voor deelname aan de Olympische Spelen. Van te voren wordt bepaald dat bijvoorbeeld de nummers 1, 2 en 3 zich plaatsen. Eindig je als vierde dan heb je pech. Een griepje of andere excuses tellen niet mee.
In Nederland is de selectie voor kampioenschappen en Olympische Spelen ingewikkelder. Sportbonden hanteren vaak wat vage criteria als “vormbehoud”, “kans op een finaleplaats” , “eindigen bij de beste acht”. Aan de ene kant dus wel regels, maar je kunt er nog alle kanten mee op. In de aanloop naar kampioenschappen moet de selectie wel eens door de rechter worden afgedwongen. Zo had het maar een haartje gescheeld of onze Epke Zonderland was niet eens naar de Olympische Spelen in Londen gegaan. Zijn rivaal Jeffrey Wammes bestreed de voordracht van Zonderland bij de rechter. Bij het schaatsen is de selectie trouwens ook altijd kolderiek. Vaak ruzie en de onvermijdelijke “skate-off’s”.
Ander voorbeeld is het verkeer. Een snelheidslimiet is mooi, maar ook weer lastig. Want ’s nachts is het rustig. Dan mag je toch wel wat harder? De nieuwe limiet van 130 kilometer per uur op sommige stukken snelweg maakt de zaak behoorlijk onoverzichtelijk. Op een traject van 10 kilometer gelden soms wel vijf snelheden: 100 kilometer, 120 kilometer, 130 kilometer; en tussen 21.00 uur en 00.06 uur is het weer anders.
Vanaf 1 januari 2014 krijgt Nederland te maken met de nieuwe Drank- en Horecawet. Ook zo’n fijne wet waarbij tussen droom en daad nog heel veel praktische bezwaren worden gesignaleerd. Gemeenten zijn er erg druk mee. Aan jongeren onder de 18 jaar mag geen alcohol worden geschonken. Op zich kan de nieuwe regel wel op enig draagvlak rekenen. Het gebruik van alcohol onder met name de jongeren moet worden teruggebracht en de leeftijd van 18 is ook wel redelijk. Maar dan. Kan niet een uitzondering worden gemaakt voor de jongeren die nu 16 of 17 zijn en plotseling worden geconfronteerd met de nieuwe regels? Het is ook inderdaad Heel Erg Zielig als je nu 17 jaar bent en je mag straks geen pilsje meer drinken in het café of de sportkantine. Een uitzondering dan maar weer? Of een overgangsregeling? Voorlopig houdt staatssecretaris Van Rijn voet bij stuk.
Maar het wordt nog veel ingewikkelder. Tot welk tijdstip mogen sportkantines alcohol schenken? En wat te doen met buurthuizen? En zo zijn er nog talloze vragen. Daarom is er een speciaal expertisecentrum handhaving Drank- en Horecawet opgericht. En op de website van de VNG staat ook allerlei informatie. Altijd leuk om de rubriek FAQ te bekijken. Een mooie vraag over de bierfiets:
Hoe staat het met de zogenaamde bierfiets, nu de rechter in Amsterdam deze verboden heeft vanwege de breedte? Toegestaan is namelijk 1,5 meter voor een fiets. Mogen passagiers op een bierfiets zo alcohol op de openbare weg nuttigen?
Voor het antwoord verwijs ik u naar de website van de VNG. En zo eindigt een mooi voornemen in een onnavolgbaar juridisch doolhof. Handhavers, succes ermee.
Rik Bolhuis
Meer columns van Rik Bolhuis vindt u hier.
Hoe is deze denkwijze ontstaan? Ik denk dat mensen gewone omgangsregels 'vergeten' zijn, waardoor het vertrouwen tussen mensen weg is. Om het vertrouwen te vervangen komen er wetten en regels. Dit moet dan weer een stuk veiligheid creëeren in de maatschappij. Echter, het creëeren van een wettelijke omgeving betekent ook dat er vrijheid ingeleverd moet worden. Tevens komt er een overheidsssysteem dat deze regelgeving moet gaan afdwingen. Maar krijg je nu waar voor je regels? Het antwoord is nee, gezien de wijze hoe mensen met elkaar omgaan in deze maatschappij. Niet alleen bent je een stukje vrijheid kwijt, en de verwachte veiligheid is ook ver te zoeken.
Een ander nadeel is dat je dociele mensen maakt, het zijn ook tobbers, mensen die loyaal zijn aan de regels, volgen de hierarchie, groepszin is bepalend en eigen verantwoordelijkheid kennen zij niet. Dit type mens is niet zelfredzaam en niet weerbaar. Vandaar dat het ook tobbers zijn, het gaat nooit goed, altijd slecht, en iemand anders is altijd de schuldige, en andere moeten hun problemen oplossen.
Echter, op de middellange termijn zullen de weerbare en zelfstandige burgers het een stuk makkelijker krijgen. Dankzij nieuwe communicatietechnologien ben je niet meer afhankelijk van politieke systemen en je kunt je dus persoonlijk maar ook economische beter ontwikkelen.