Complexe problemen horen wél thuis bij sociale teams
Complexe problemen horen wél thuis bij sociale teams. Wijkteams hebben een veel bredere blik dan gespecialiseerde zorg. Zij kijken wat er allemaal speelt en pakken het geheel aan
‘Complexe problemen horen niet thuis bij sociale wijkteams’, aldus op 27 oktober jl. de kop boven een bericht in de VNG-nieuwsbrief naar aanleiding van de Hannie van Leeuwenlezing 2016 door Jantine Kriens, voorzitter van de VNG-directieraad. Wij zien dit anders. Complexe problemen horen wél thuis bij sociale wijkteams.
Individuele trajecten
Laten we eerst de argumentatie van Jantine Kriens eens bekijken. Zij zegt dat sociale teams zich niet bezig zouden moeten houden met de 5% complexe problematieken, zoals dementerende ouderen zonder netwerk, verwarde personen, of multiprobleemgezinnen. Deze mensen hebben individuele trajecten nodig, met heel veel aandacht en een relatief hoog budget. Daar hebben we volgens Kriens andere, gespecialiseerde zorg voor, zoals veiligheidshuizen, dak- en thuislozenopvang of Veilig Thuisorganisaties.
Wel of niet complex
Maar waarom hoort complexe problematiek in onze ogen wel bij sociale teams? Allereerst is het gekunsteld en vaak niet eens mogelijk om bij voorbaat al onderscheid te maken tussen wel of niet complex. Een schijnbaar eenvoudige kwestie als schuldsanering kan later een voorbode blijken van veel omvangrijkere, samenhangende problematiek van gedrags- en relatieproblemen, eenzaamheid, angsten, dreigende huisuitzetting en werkloosheid.
Bredere blik wijkteam
In die gevallen hebben wijkteams een veel bredere blik dan gespecialiseerde zorg. Zij kijken wat er allemaal speelt en pakken het geheel aan. In de praktijk blijkt gespecialiseerde zorg nog niet integraal te werken voor veel multiproblematiek. Problemen worden opgeknipt en het bevorderen van zelfregie en afschalen is in de gespecialiseerde zorg nog geen gemeengoed.
Samenhangend aanbod
De regietaak op het samenhangende aanbod ligt bij uitstek bij de sociale teams. Het team houdt in de gaten of een aanpak werkt, de rest van het gezin of de omgeving goed aangehaakt is, afstemming tussen verschillende vormen van hulp op orde is, en of bijstelling nodig is. Het team kan (tijdelijk) aanvullende expertise inschakelen om iemand sneller vooruit te helpen of escalatie te voorkomen. En het team is geprikkeld om doelmatig en kostenbewust te werken, preventief en gericht op normalisatie.
Op tijd opschalen
De teams zijn nu bijna twee jaar bezig en volop in ontwikkeling. We zien in de praktijk dat een sociaal team erg veel tijd kwijt kan zijn met notoire overlastgevers als LVB-gezinnen die zich in geen enkele wijk kunnen handhaven, of met dak- en thuislozen. Dat gaat knellen als het team over onvoldoende capaciteit en expertise beschikt. Ook moet een team op tijd opschalen en niet te veel zelf willen oplossen als specifieke expertise sneller en beter werkt.
Voldoende capaciteit
Gemeenten kunnen voor voldoende capaciteit in de eerste lijn zorgen door mensen en middelen van tweede naar eerste lijn te verplaatsen. Daarnaast richten sommige gemeenten naast het reguliere sociale team een stedelijk MPH-team in met gespecialiseerde hulpverleners. In plattelandsgebieden kan dat een regionaal team zijn. Zulke teams werken op dezelfde manier als een gewoon sociaal team, maar beschikken over specifieke kennis, vaardigheden (zoals binnenkomen bij zorgwekkende zorgmijders) en competenties om zeer complexe situaties of intensieve trajecten op te pakken. Het gevaar hierbij is dat, als de werkprocessen niet heel goed zijn ingeregeld, de zaak weer wordt opgeknipt, met alle transactiemomenten en -kosten van dien. Daarom is het heel belangrijk dat op lokaal niveau werkafspraken zijn gemaakt waar iedereen zich in kan vinden en ook naar handelt.
Naar voren halen
Gemeenten kunnen ook veel voorkomende gespecialiseerde hulp ´naar voren halen’ en direct koppelen aan het sociaal team, zodat doorverwijzing niet nodig is. Denk aan de begeleiding van thuiswonende GGZ- of LVB-cliënten. Het sociaal team verleent op die manier de gespecialiseerde hulpverlening, waardoor mensen minder gemakkelijk uit beeld raken.
Belangrijke randvoorwaarde
Tot slot benoemen we nog een heel belangrijke randvoorwaarde: de sociaal werker moet de ruimte en het vertrouwen krijgen om de regie te nemen op het ondersteuningsproces. Want maatwerk komt tot stand tussen inwoner en sociaal werker. Dit betekent dat de professional onafhankelijk moet kunnen opereren en mandaat moet hebben om te beslissen over de inzet van ondersteuning.
Doorontwikkeling grensoverschrijdende aanpak
Jantine Kriens heeft het over intermenselijk handelen dat zich niet laat voorspellen. Sociaal beleid als vorm van persoonlijke aandacht en maatwerk. En zo is het. De sociaal werker moet vertrouwen krijgen om te doen wat moet gebeuren, waarbij fouten of misverstanden niet de aanleiding zijn voor meer controle en regels maar voor doorontwikkeling van een grensoverschrijdende aanpak. Wij zien dat gemeenten die geloven in deze visie nu stappen aan het maken zijn.
Slimmer organiseren
Laten we concluderend dus niet zeggen dat complexe problematiek niet bij het sociaal team hoort. Die hoort daar wel. Alleen moet het team er niet te lang mee blijven doormodderen en gemeenten moeten benodigde capaciteit slimmer organiseren.
Marjon Breed (m.breed@radaradvies.nl), Peter van Dalen, Riesje Paulissen, Hugo ter Steege e.a., vanuit het Expertteam Sociale Teams
Reacties: 19
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
5% van de huishoudens met complexe problematiek is niet een ‘hele kleine groep’. In een stad van 100.000 inwoners gaat het dan nog steeds om zo’n 2.000 huishoudens die ieder vaak verschillende vormen van ondersteuning nodig hebben die met hoge kosten gepaard gaat. Deze mensen kunnen vaak beter en efficiënter worden geholpen dan nu. Want specialisten werken nog niet of nauwelijks integraal. Problemen van mensen worden nog steeds in stukjes geknipt en in hokjes geplaatst. Diagnoses worden meestal gesteld in de spreekkamer van de behandelaar, ipv op basis van gesprekken en observaties bij mensen thuis. Met name in de schuldhulpverlening, GGZ en verslavingszorg wordt nog te weinig aangesloten bij de werkelijke leefwereld van mensen.
Dit is niet alleen een attitude kwestie, het wordt ook veroorzaakt door systeemfouten. De financieringswijze dwingt specialisten in hokjes en diagnoses te denken om behandeling mogelijk te maken. Aanpassingen in het huidige systeem vinden wij dan ook noodzakelijk. Wat is er op tegen specialisten toe te voegen aan de eerste lijn, bijvoorbeeld in sociale wijkteams? Hulpverleners die zelf kunnen handelen, die kunnen coördineren, en die ook snappen wanneer je op moet schalen zodat ingewikkelde problemen door mensen met de juiste expertise opgepakt worden. De beweging van specialistische kennis naar de eerste lijn kan een enorme stimulans zijn om echt integraal te gaan werken.
Met een stevige casusregie vanuit het team kunnen ingesleten gewoonte en bureaucratie van instanties worden doorbroken. En dan zul je zien dat mensen vaak veel sneller en efficiënter worden geholpen dan in een traject met indicaties en diagnoses. De extra capaciteit en expertise financiert een gemeente door geld en/of mensen over te hevelen vanuit meer gespecialiseerde Jeugdzorg en GGZ (ook vanuit de zorgverzekeringswet). En de lichtere vragen kunnen opgepakt worden door de meer algemeen opgeleide sociaal werkers (vanuit MEE, AMW, Wmo, ambulant hulpverlener, ouderenadviseurs ed.). Specialisten in de teams hoeven dan hooguit af en toe advies te geven, wat overigens gemakkelijker wordt omdat ze veel dichterbij zitten.
Over een methodische aanpak: Laten we vooral niet proberen iedereen een stramien op te leggen. Maatwerk is de sleutel. Ons pleidooi: sluit veel meer aan bij de leefwereld van multiprobleemhuishoudens om hem te helpen de regie te pakken over het eigen leven. Samen kijken en zoeken naar mogelijkheden en flexibel aansluiten bij de ups en downs van multiprobleemgezinnen. Er zijn wanneer het nodig is en afstand nemen wanneer het kan. De presentietheorie van Andries Baart en de methode 1Gezin1Plan (wrap around care) van Arjan Bolt en Quirien van der Zijden bieden hiervoor goede handvatten.
Alles wat iemand vertelt aan een team wordt meteen in de omgeving doorgegeven.
Dit werk willen we nooit meer kwijt.Als ze een grote mond hebben en zeggen dat we dit niet mogen doen dan bellen we gewoon de politie en de ggz die regelen de rest.
De bemoeizorgketen is de enige criminele bende die officieel is toegestaan en waar de gemeenten geen problemen mee hebben ( al zijn er goede hulpverleners en gemeenten maar de meesten gaan toch mee doen en zeggen niets ) sommigen maken er zelfs misbruik van je kunt zoveel personeel inzetten als je wilt en het is te gebruiken voor veel doeleinden er doen zoveel bedrijven en zorg instellingen aan mee waar contracten mee af zijn gesloten.Je weet gewoon niet wat je ziet hoe divers die bedrijven zijn de meesten hebben niets met zorg te maken dat zegt al voldoende en de gemeente heeft zelf natuurlijk ook vele connecties die van alles voor ze opknappen en wegwerken.Bij de keten werken is pure macht ook voor gemeentepersoneel.
Wat ik vooral heb willen zeggen, is dat we moeten voorkomen dat we voor deze hele kleine groep (zo’n 5% van de mensen die hulp nodig heeft) nieuwe systemen gaan bedenken. De systemen die we dan verzinnen, maken het altijd ingewikkelder voor de grote groep mensen die we vrij eenvoudig kunnen helpen, meestal met bestaande instrumenten en soms met maatwerk.
Ik ben overigens wel van mening dat de methodische ontwikkeling van een persoonsgerichte aanpak (maatwerk) voor die 5% complexe problematiek hoogst noodzakelijk is. Er zijn al veel bouwstenen voor een dergelijke methodische aanpak, maar bij mijn weten is er nog geen sprake van een samenhangende en gevalideerde methodiek. Wie pakt die handschoen op?
Wellicht eens goed naar dit voorbeeld te kijken. Alleen de burocratie die de wijkzusters wordt opgelegd door allerlei systemen vanuit de systedemwereld zijn hier een grote belemmering, alhoewel is komen vast te staan uit onderzoek door BMC dat de werkwijze goedkoper is, dat de betrokken zorgaanbieders die volgens dit concept werken een hoge doelmatigheidsscore bereiken maar tevens ook een klanttevredenheid kennen van ruim 8. Dit alles wordt uitgevoerd , getoetst door een Keurmerk. Hoe simpel kan het zijn. Bovendien is dit een burgerinitiatief dat tegen de stroom in roeit. Althans zo voelt het wel..Zeker nu per 2017 Segment 1 financiering is verdwenen. Is uit de begroting van VWS geschrapt.
Sommigen hebben hbo diploma's op zak maar staan geregistreerd als LVB.Verder heeft u zelf last van meervoudige problematiek u heeft een ontwijkende stoornis met paranoide verschijnselen want u praat over dingen die niet op waarheid berust zijn.
U gaat om met de grootste criminelen die Nederland kent en dat is de ggz. Heeft u kinderen ? Er lopen heel wat verkrachters bij.En heel veel verpleegkundigen met kinderen die dit nooit melden.
Weet u wel hoeveel kinderen er dagelijks met hun persoonlijke begeleider moeten omgaan die ze de avond er voor nog verkracht heeft ?
In de ochtend zitten ze er gezellig gedwongen mee aan de ontbijt tafel.
Dat soort zit in uw bemoeizorg teampjes.
De gehele criminele keten in Nederland omvat inmiddels miljoenen deelnemers die voorzien zijn van persoonlijke en medische gegevens.Alle motorbendes bij elkaar zijn er een klein lief groepje bij.Mevr. Kriens hou alstublieft uw mond.U weet heel erg goed wat er echt gaande is u heeft een goede bril. Wees eens goed voor de mensen om u heen.
"We zien in de praktijk dat een sociaal team erg veel tijd kwijt kan zijn met notoire overlastgevers als LVB-gezinnen die zich in geen enkele wijk kunnen handhaven, of met dak- en thuislozen."
Hoeveel kans biedt dat op effectieve hulp? Stigmatisering is blijkbaar nog geen issue in 'Expertteam Sociale Teams'.