Lastige keuzes bij inrichting sociale teams
Lastige keuzes bij inrichting sociale teams
Een groot aantal gemeenten heeft onderzoek laten doen naar hun sociale teams. Iedereen blijkt vooral nog erg op zoek te zijn, de ontwikkeling van teams en teamleden is in volle gang. Te veel ontwikkeling tegelijkertijd kan echter leiden tot verwarring. Daarom willen we met onderstaande beschouwing eventuele keuzes tijdens het ontwikkelproces van sociale teams iets eenvoudiger maken.
Waarom sociale teams?
De decentralisaties zijn niet zozeer ingegeven door kwaliteitsproblemen. Het besluit komt met name voort uit de extreem hoge en continu groeiende zorguitgaven. De overheid meent dat gemeenten beter in staat zijn om kwalitatief voldoende zorg te bieden tegen lagere kosten. Gemeenten kunnen namelijk:- Burger en lokale samenleving beter aanspreken op zelfoplossend vermogen en ondertussen de vinger aan de pols houden;
- Medewerkers de ruimte geven om integraal te werken over meerdere leefdomeinen;
- Medewerkers vragen om het gehele huishouden mee te nemen in het ondersteuningsaanbod;
- Zorgen dat er regie is op ondersteuning bij een huishouden waar veel hulpverleners nodig zijn;
- Gebruik maken van nabije voorzieningen in de wijk en kijken of iets in de praktijk ook echt werkt.
- Investeer in kwaliteit van de teamleden
Gemeenten moeten betrokken zijn bij de selectie van teams en investeren in goede medewerkers door middel van scholing, intervisie en aandacht voor de positie van de teamleiders. - Geef teamleden voldoende tijd om te leren en ontwikkelen
Accepteer daarom een tijdelijk lagere caseload. - Stem beleid en praktijk op elkaar af
De gemeente moet zorgen dat het sociale team de burgers goed kan ondersteunen. Kijk daarbij ook binnen de gemeente zelf naar eventuele drempels en regels die een integrale aanpak verhinderen. Een lastige voorwaarde, omdat hiervoor allerlei organisatieveranderingen en structuurwijzigingen nodig kunnen zijn, zoals: verwijzingen mandateren zodat een sociaal team snel kan handelen, Wmo-loket in het team plaatsen, afdelingen samenvoegen om integraal werken mogelijk te maken. - Verzilvering
Zorg voor daadwerkelijke besparing op kosten. In dit kader krijgt ‘nieuw voor oud’ veel aandacht, dat wil zeggen niet meer betalen voor de ‘oude’ (welzijns)diensten ten gunste van het sociale team. Een andere kostenbesparing is om expliciet van sociale teams te verwachten dat ze samen met burgers in ondersteuningsvragen voorzien en minder doorverwijzen. De meta-analyse Goede hulp is veel waard is wat dit betreft interessant, omdat die op casusniveau kijkt naar de kostenbesparing bij een nieuwe werkwijze. - Voorfinanciering
Kies er nu bewust voor om extra geld uit te trekken voor sociale teams. Op korte termijn brengt dit extra kosten met zich mee, op lange termijn levert het voordelen op.
- Zorg voor een balans in verantwoordelijkheid en bevoegdheden
Als de verwachting hoog en de doorzettingsmacht klein is bij een sociaal team, zullen de resultaten minimaal zijn. - Zorg voor onafhankelijkheid ten opzichte van de tweedelijns organisaties
Diverse gemeenten willen dat een sociaal team uiteindelijk samen met de burger onafhankelijk bepaalt naar welke instelling wordt doorverwezen.
Twee dimensies
En met bovenstaande opsomming hebben we meteen het tweede ijkpunt voor gemeenten te pakken: In hoeverre houden zij bij de inrichting en werkwijze rekening met deze lessen voor de toekomst? Ondanks alle aanbevelingen zien we toch veel verschillen in de inrichting van sociale teams. Dat maakt het voor andere gemeenten lastig om keuzes af te wegen op basis van de beschikbare praktijkvoorbeelden. Een recente studie van de Universiteit Twente deelt de sociale teams in de grote steden in op verschijningsvorm. Daarbij onderscheiden zij twee dimensies:- Hoe zwaar is de problematiek waar een team zich mee bezighoudt?
Enerzijds teams die ingaan op alle ondersteuningsbehoeften van alle burgers, anderzijds teams die zich bezighouden met gezinnen met meervoudige en zware problemen, die al veel hulp ontvangen. - Behandelt een sociaal team zelf ook de ondersteuningsbehoeften van burgers?
Enerzijds teams die vooral doorverwijzen en indiceren, anderzijds teams die zoveel mogelijk zelf burgers helpen.
Inrichting en randvoorwaarden
Per type sociaal team ontstaan er dan andere keuzes over inrichting en randvoorwaarden. Zo zullen met name de teams die zich bezighouden met alle burgers en lichtere ondersteuningsvragen een serieus beroep doen op de eigen kracht van burgers. Bij teams die werken met gezinnen met meervoudige problemen zal dat minder het geval zijn. Gemeenten kunnen determineren welk sociaal team het best bij hen past door zichzelf twee vragen te stellen.- Zijn er grote problemen met de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen en zijn de aantallen zo groot dat daarvoor het voorzieningennetwerk op de schop moet?
- Levert de nieuwe inregeling van diagnose en verwijzing voldoende besparingen op, of moet een team samen met de burger zelf ook lichte ondersteuningsbehoeften oplossen?
Meer weten?
Wilt u meer weten over de keuzes die gemeenten te wachten staan bij de inrichting van hun sociale team(s)? neem contact op met- Caroline Lindner - c.lindner@radaradvies.nl
- Rogier den Uyl - r.denuyl@radaradvies.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.