sociaal / Partnerbijdrage

De arbeidsmarktregio’s in de praktijk

De arbeidsmarktregio’s in de praktijk

24 februari 2015

In het sociaal akkoord van 11 april 2013 hebben sociale partners en gemeenten afgesproken gezamenlijk de zogenaamde ‘regionale werkbedrijven’ op te richten die aansluiten bij de bestaande 35 arbeidsmarktregio’s. Het Werkbedrijf kan worden gezien als een bestuurlijk overleg tussen gemeenten, het UWV en sociale partners. Reden genoeg om het oor eens te luisteren te leggen bij een aantal gemeenten, om een beter zicht te krijgen op de huidige status van het regionale Werkbedrijf. En op de samenwerkingsverbanden die daarbij horen en de overeenkomsten die daaruit moeten voortvloeien.

De resultaten van die inventarisatie staan in de position paper De kracht van de arbeidsmarktregio; samenwerking in de praktijk. Wij presenteren u hier graag de belangrijkste uitkomsten en combineren die met onze praktijkervaringen om vervolgens een visie op het toekomstige arbeidsmarktbeleid te formuleren.

Samenwerkingsovereenkomsten

Inmiddels zijn in bijna alle arbeidsmarktregio’s de samenwerkingsovereenkomsten getekend door gemeenten, vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en het UWV. In sommige regio´s zien we bovendien ook nog andere partijen bij het regionale Werkbedrijf aansluiten, zoals sociale werkvoorzieningsbedrijven, onderwijsinstellingen, uitzendbureaus en vakbonden. Partijen met een belangrijke intermediaire rol richting werkgevers en daarom een welkome aanvulling, ook voor andere regio’s.

Trends

  • De trend is dat binnen de arbeidsmarktregio de uitvoering nog is belegd binnen subregio’s. Belangrijke reden hiervoor is dat sommige arbeidsmarktregio’s een fors geografisch gebied omvatten.
  • Daarnaast zien we dat hoewel het uitgangspunt van de drie decentralisaties was om integraal beleid op te zetten, de uitvoering van jeugd en zorg in de praktijk met name lokaal en de uitvoering van werk vooral regionaal wordt georganiseerd. Ons inziens is een integrale uitvoering van het 3-D-beleid voor de moeilijke doelgroep toch het meest effectief. Sommige gemeenten blijken in de aandachtswijken de 3 D’s wél integraal uit te voeren.
  • Er gaat veel energie zitten in de implementatie van de Werkbedrijven: afspraken maken op uitvoeringsniveau, harmonisatie instrumenten, koppeling ICT etc. Het landelijk beeld is dan ook dat de volledige implementatie veel meer tijd gaat kosten.

Ontwikkelpunten

Al met al heeft de steekproef diverse interessante ontwikkelpunten naar voren gebracht:

  • Uitbreiding communicatie, ook onderling en met sociale partners;
  • Meer luisteren naar de klant;
  • Klantgerichter werken;
  • Beleidsvoornemens beter vertalen in concrete doelstellingen;
  • Efficiënte inzet van methoden, middelen, kennis en expertise;
  • Vergroting marktbereik;
  • Er is tijd nodig. Of, zoals een gemeentevertegenwoordiger het formuleerde: “we moeten elkaar de tijd gunnen om het geheel op orde te krijgen. De wil is er, dus de rest volgt vanzelf”.

Vragen voor de nabije toekomst

Om de bezuinigingen op de sociale werkvoorzieningsbedrijven en de bijbehorende effecten in goede banen te leiden én eventuele negatieve effecten van de nieuwe verdeling van de BUIG-budgetten op te vangen is nauwe samenwerking binnen de arbeidsmarktregio nodig. Want er bestaat nog een aantal knelpunten en/of aandachtspunten:

  • Gemeenten moeten de kosten van de herstructurering de komende jaren zelf ophoesten. Logischerwijs is dit voor regio’s met een slechtere arbeidsmarkt het moeilijkst.
  • In de kwetsbare regio’s is er voor de doelgroep van de sociale werkvoorzieningsbedrijven ook op langere termijn minder of geen werk.
  • Door het nieuwe verdeelmodel van het BUIG-budget en de bezuiniging op het Participatiebudget (inclusief Wsw) vindt herallocatie van middelen plaats. Dat kan onder meer problemen opleveren om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen.
  • Omdat de drie decentralisaties verschillende vormen van regionale inkoop hebben en de uitvoering in gemeenschappelijke regelingen plaatsvindt, ontstaat er een nieuwe overheidslaag, waarbij de invloed van de Raad gering is.

Oplossingsrichting: naar een Regionale Arbeidsmarkt Agenda

De regionale Werkbedrijven vormen een mooie aanzet, maar het zou verder moeten gaan dan alleen de 125.000 ‘extra banen’. Wij pleiten daarom tot het uitwerken en uitvoeren van een ‘Regionale Arbeidsmarkt Agenda’. Daarvan zouden dan onder meer de volgende elementen onderdeel van uitmaken:

  • Geen re-integratie maar directe plaatsing
    Steeds meer werkgevers zijn bereid tot vormen van directe plaatsing, waarbij instrumenten als premiekorting, proefplaatsing en jobcoaching goed inzetbaar zijn.
  • Innovatie en begeleiding kwetsbare doelgroep
    Er blijven altijd innovatieve sociale ondernemingen gewenst die de ruimte krijgen om vanuit hun intrinsiek gedreven maatschappelijk ondernemerschap de koppeling te maken tussen werk en begeleiding.
  • Koppeling met economische agenda
    Sterke koppeling tussen het regionaal arbeidsmarktbeleid en de (ruimtelijk)-economische agenda (regionale curricula, regionale CAO’s en regionale scholingsfondsen).
  • Bundeling van budgetten
    De middelen komen uit een regionale koppeling van verschillende budgetten: Participatiebudget, ESF, sectorale Onderwijs- en Ontwikkelingsgelden (O&O), Sectormiddelen die vanuit het Rijk worden ingezet.
  • Aandacht voor lokale legitimiteit en betrokkenheid
    Een Regionale Arbeidsmarkt Agenda vraagt om een goede borging van de lokale legitimiteit voor de instrumenten en koppeling van budgetten. Immers, de gemeenteraden gaan daar over. Dat vraagt om maatwerk per regio.
  • Wil en durf: succes ligt bij mensen
    Politieke en bestuurlijke wil en durf is daarbij essentieel. Succes is mensenwerk: vanuit het gemeenschappelijk belang, met ruimte voor ieders rol en verantwoordelijkheid, gezamenlijk zorgen dat het slaagt!

Meer weten?

Aldus een greep uit onze bevindingen in de diverse arbeidsmarktregio’s. Wij bieden hier het position paper De kracht van de arbeidsmarktregio; samenwerking in de praktijk als White Paper aan. U kunt hierover en over de Regionale Arbeidsmarkt Agenda ook vrijblijvend van gedachten wisselen met Anton Revenboer (a.revenboer@radaradvies.nl)  en Bert Otten (b.otten@radaradvies.nl).

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Peter Flohr / Gemeenteraadslid Loon op Zand
Terecht wordt genoemd dat "Ons inziens is een integrale uitvoering van het 3-D-beleid voor de moeilijke doelgroep toch het meest effectief."

Integraal 3D beleid wordt m.i. sterk in de weg gezeten zolang er niet "ontschot" gewerkt wordt. Consequentie hiervan is dat een aparte Sociale Dienst, een apart SW-bedrijf en een aparte organisatie voor het WMO-beleid (meestal de gemeente zelf) de effecitiviteit van een integrale benadering ondermijnt. Als we nou eens beginnen om ook daadwerkelijk op organisatieniveau hierin verandering te brengen, dan komt dat ten goede aan alle cliënten vanuit de verschillende domeinen. Dat betekent letterlijk beginnen met het bij elkaar brengen van een SW-bedrijf en een Sociale dienst, om te beginnen. Volgens mij zijn er maar weinig plekken waar dat gebeurt in NL. Ik zelf benadruk dit omdat ik als lid van het Algemeen Bestuur van Baanbrekers (Waalwijk, Heusden en Loon op Zand) hier zoveel positieve effecten kan waarnemen. Samen met drie gemeenten de sociale diensten en het SW-bedrijf bij elkaar gefuseerd ten voordele van alle cliënten Ik ben zeer benieuwd of dit ook op andere plekken gebeurt en of dezelfde positieve waarnemingen gedaan worden.