RVS: voer Kinderrechtentoets in
Bij alle besluiten die kinderen treffen, moet het belang van het kind voorop staan, zegt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving.
Om de impact van nationaal of decentraal beleid op de rechten van kinderen in beeld te brengen, pleit de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving voor de invoering van een Kinderrechtentoets. Dat schrijft het adviesorgaan in een rapport dat vandaag verschijnt. Deze toets moet met terugwerkende kracht worden toegepast.
Bij alle maatregelen en besluiten die kinderen treffen, moet het belang van het kind voorop staan. Dat uitgangspunt is vastgelegd in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Hoewel Nederland dit verdrag heeft ondertekend, geeft de overheid nog onvoldoende invulling aan dit artikel, stelt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Het adviesorgaan roept het kabinet op om zorg te dragen voor ‘het daadwerkelijk, volledig en structureel borgen van de rechten en belangen van kinderen in relevante wetgeving en nationaal beleid.’
Beter borgen
Want dat is hoognodig. Ruim vier op de tien ouders ervaart zorgen of problemen die betrekking hebben op de gezinssituatie. ‘Deze ouders hebben op een of meerdere levensdomeinen problemen. Bijvoorbeeld op het gebied van wonen, (mentale) gezondheid of schulden, of omdat zij niet beschikken over een sterk sociaal netwerk’, is te lezen in het rapport Kinderen uit de knel. Volgens de RVS zijn dit de domeinen waarvan bekend is dat als ouders problemen hebben, kinderen een verhoogde kans hebben op het ook zelf ontwikkelen van problemen. De rechten en belangen van kinderen zouden in ieder geval in deze domeinen beter moeten worden geborgd, luidt het advies.
Situatie ouders
Met name op levensdomeinen van ouders valt er nog een wereld te winnen, constateert Pieter Hilhorst. De voormalig PvdA-wethouder in Amsterdam is sinds 2017 raadslid bij de RVS. ‘In de jeugdzorg kijken we naar de problemen van kinderen, maar er is eigenlijk heel weinig aandacht voor de situatie van ouders, die bijvoorbeeld kampen met ggz-problematiek’, zegt Hilhorst. ‘Wil je kinderen helpen, dan moet je de ouders helpen. De rechten van kinderen komen in het gedrang als de rechten van ouders in het gedrang komen.’
Beleidsmakers moeten zich meer bewust zijn van hoe ‘hun’ regels uitwerking hebben op kinderen
Schuldenvrij
Hetzelfde geldt voor schuldhulpverlening. Hilhorst: ‘Kinderen van ouders met schulden komen twee keer zo vaak in de jeugdzorg terecht. Op het gebied van schulden zien we dat wanneer ouders schulden hebben, de huidige regels ervoor zorgen dat kinderen heel lang in situaties van schulden zitten.’ Volgens het RVS-raadslid kunnen gemeenten binnen de bestaande beleidsvrijheid het verschil maken. ‘Heel mooi dat de landelijke overheid de aflosperiode binnen de schuldsanering heeft gehalveerd, van drie jaar naar achttien maanden. Maar dat is alsnog een lange periode voordat iemand schuldenvrij is. Dat heeft een enorm negatieve impact op kinderen. Wanneer er kinderen bij betrokken zijn, zouden gemeenten een andere werkwijze kunnen voorstellen.’
Minder precies
Hilhorst ziet dat lokale overheden nu vaak heel precies willen weten wat de afloscapaciteit van de schuldenaar is. ‘In de meeste gevallen is er echter nog veel onduidelijk, over waar iemand gaat wonen, wat iemands inkomen is. Het schuldenoverzicht is dan incompleet, waardoor de sanering nog niet van start kan gaan. Dat gaat soms om heel kleine bedragen, maar tot die tijd zitten de kinderen nog wel in de knel. Gemeenten zouden kunnen stellen dat, wanneer er kinderen bij de zaak betrokken zijn, snelheid geboden is. Misschien minder precies, maar daardoor start de schuldhulp wel eerder. En als mensen van een laag inkomen moeten leven, zorg er dan wel voor dat die periode zo kort mogelijk is.’
Kinderrechtentoets
Om de impact van nationaal of decentraal beleid op de rechten van kinderen in beeld te brengen, adviseert de RVS de invoering van een Kinderrechtentoets. Met daarin de ambitie en de noodzaak om kinderen gezond, veilig en gelukkig te laten opgroeien. Die strekking komt sterk overeen met het doel van de Jeugdwet, maar die wet komt pas om de hoek kijken als de situatie escaleert, zegt Hilhorst. ‘Eigenlijk willen we dat er op andere domeinen eerder rekening wordt gehouden met belangen van kinderen, om de problemen te voorkomen. Beleidsmakers moeten zich meer bewust zijn van hoe ‘hun’ regels uitwerking hebben op kinderen. Als je bezig bent met huurtoeslag, ben je ook bezig met het lot van al die kinderen wiens ouders afhankelijk zijn van die financiële tegemoetkomingen.’
Impactanalyse
Helemaal nieuw is deze toets niet. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming spreekt van een ‘kinderrechten impactanalyse’, waaraan alle wetgeving en beleid die kinderen aangaan moeten worden getoetst. In 2022 kwalificeerde Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer het hulpmiddel een ‘belangrijk instrument’ om een optimale omgeving voor kinderen te creëren. Zij riep gemeenteraadsleden op om er bij de burgermeester en wethouders op aan te dringen deze toets toe te passen op al het voorgenomen beleid dat kinderen raakt.
Terugwerkende kracht
De RVS noemt het benutten van haar expertise expliciet in het rapport, en pleit daarnaast voor het met terugwerkende kracht uitvoeren van deze toets op wetgeving en nationaal en decentraal beleid, zodat een eenmalige inhaalslag wordt gemaakt. ‘Vraag de Kinderombudsman (…) om advies over welke wetgeving en welk (de)centraal beleid met prioriteit vragen om toetsing of een Kinderrechtenschouw met terugwerkende kracht’, aldus de RVS.
Voldoende aandacht aan en voor je kinderen hebben behoort de normaalste zaak van de wereld te zijn en is van evident belang. Een volledig maakbare samenleving bestaat niet.